Jarod De Clerck (23) is door het West-Vlaamse hof van assisen veroordeeld tot 24 jaar opsluiting en 10 jaar terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank (TBS) voor de moord op Leander Quintyn (32). De beschuldigde bracht het willekeurige slachtoffer op 6 maart 2021 in Tielt met messteken om het leven. Het openbaar ministerie had 27 jaar opsluiting en 10 jaar terbeschikkingstelling gevorderd.
Leander Quintyn verwittigde op zaterdagavond 6 maart 2021 om 22.50 uur zelf de hulpdiensten nadat hij was neergestoken vlak bij zijn woning in de Felix D’Hoopstraat in Tielt. Het slachtoffer werd in kritieke toestand overgebracht naar het ziekenhuis, waar hij kort na middernacht aan zijn verwondingen bezweek. De wetsdokter stelde drie messteken in de borst vast.
De doorbraak kwam er pas toen de politie op 25 april 2021 een cruciale tip kreeg van een Britse gamer. Via Discord had iemand hem verteld dat zijn jongere broer een moord had gepleegd in Tielt. Volgens die broer wilde Jarod De Clerck gewoon weten hoe het zou voelen om iemand neer te steken, al kwam hij later op die verklaringen terug.
Geen motief
De volgende dag werd de beschuldigde gearresteerd op verdenking van moord. De Tieltenaar legde snel bekentenissen af, maar zijn motief blijft onduidelijk. Jarod De Clerck en Leander Quintyn kenden elkaar dan ook helemaal niet. Naar eigen zeggen haalde de beschuldigde uit toen het slachtoffer zich op straat plots omdraaide. De verdediging vroeg daarom om de feiten te herkwalificeren naar opzettelijke slagen en verwondingen, met de ongewilde dood tot gevolg. De jury oordeelde echter dat De Clerck wel degelijk bewust een willekeurig slachtoffer vermoordde.
Ook in het arrest voor de strafmaat wezen het hof en de juryleden opnieuw op dat element. “Jarod De Clerck heeft op straat een toevallige voorbijganger opgewacht, achtervolgd en onverhoeds doodgestoken, omdat hij eens wilde ervaren hoe het doden van een mens aanvoelt”, aldus voorzitter Willem De Pauw. De debatten brachten geen enkel ander motief aan het licht. Volgens het hof en de volksjury bleek uit die dodelijke geweldpleging een fundamenteel verstoord normbesef. Daardoor vormt de beklaagde in bepaalde omstandigheden een acuut gevaar voor de openbare veiligheid.
Verzachtende omstandigheden
Anderzijds werd in het arrest ook rekening gehouden met enkele verzachtende omstandigheden. Zo groeide De Clerck op in een disfunctioneel gezin, met een gebrek aan sturing en structuur. De beschuldigde was daarnaast ook nog jong en immatuur. Door zijn alcoholmisbruik leidde hij net als zijn broer bovendien een geïsoleerd bestaan. Ook het blanco strafblad van de Tieltenaar werd als een verzachtende omstandigheid beschouwd.
De verdediging verzette zich tegen een terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank, maar volgens het hof en de juryleden is die maatregel wel degelijk noodzakelijk. “Omdat de beschuldigde in bepaalde omstandigheden klaarbijkelijk in staat is om zonder aanleiding dodelijk geweld aan te wenden tegen iemand die zich louter toevallig in zijn omgeving bevindt.”
Met hun argumenten over de redelijke termijn ving de verdediging eveneens bot. Een doorgedreven onderzoek was immers nodig door het gebrek aan een motief. Een confrontatieverhoor was ook noodzakelijk om de eventuele rol van de broer van De Clerck te onderzoeken. Het lange wachten op het verslag van de gerechtspsychiaters doet daar volgens het hof en de jury geen afbreuk aan.
Zinloze misdaad
Zoals gebruikelijk richtte voorzitter Willem De Pauw zich nog tot de veroordeelde. “Wat ons verontrust, is wat er ook in het arrest gezegd is. U hebt eigenlijk een compleet zinloze misdaad gepleegd, waarvoor u nog geen enkele zinnige reden hebt kunnen opgeven.”
Dat element was dan ook erg belangrijk bij het bepalen van de strafmaat. “Als u uw manieren houdt in de gevangenis, zult u nog altijd een relatief jonge mens zijn op het ogenblik dat u de gevangenis verlaat.” De voorzitter benadrukte dat de sleutel van zijn celdeur niet in het rioolputje gegooid zal worden. “U krijgt nog perspectieven van ons, Leander Quintyn heeft er geen meer door uw schuld.”
Ten slotte stond de voorzitter nog kort stil bij de opgelegde terbeschikkingstelling. “Als u uw manieren houdt, zult u van die terbeschikkingstelling geen last hebben. Anders kan de strafuitvoeringsrechtbank opnieuw ingrijpen.” De Clerck kreeg de raad om in de gevangenis verder te gaan op de weg die hij ondertussen al ingeslagen is.
