Zeven (ex-)medewerkers uiten steun voor Carl Devos in open brief

Carl Devos zit in het oog van de storm na de publicatie van een boek van een van zijn vroegere medewerkers. © BELGA

Zeven (ex-)medewerkers van de vakgroep Politieke Wetenschappen aan de UGent hebben in een open brief hun steun uitgesproken voor professor Carl Devos. Ze reageren op de recente mediaberichtgeving naar aanleiding van de roman ‘Academische gezelligheid’ van Hilde Van Liefferinge, waarin vermeende verwijzingen staan naar een toxische werkcultuur en grensoverschrijdend gedrag.

De ondertekenaars werkten samen met Devos, ook in de periode dat Van Liefferinge er werkte, en herkennen zich niet in het beeld dat van Devos werd geschetst. Ze stellen dat de mediaberichtgeving te eenzijdig was en feiten met fictie vermengde. “Het grootste slachtoffer: C.D. uit Izegem”, schrijven ze.

De auteurs – onder wie professor Nicolas Bouteca en Lorenzo Terrière, die vandaag werkt als woordvoerder en adjunct-kabinetschef van minister van Onderwijs Zuhal Demir – wijzen erop dat ze de werkomgeving bij het toenmalige onderzoekscentrum Ghips als positief ervaarden. “Sommigen van ons deelden eenzelfde bureau met Hilde, we lunchten en verbeterden examens samen en beleefden de tijd van ons leven.”

Ze omschrijven Devos als een betrokken promotor: “Wij kennen hem als een collega die opkomt voor zijn doctoraatstudenten en die hen ook aan de buitenwereld aanprees. Iemand die oprecht dankbaarheid toonde als de nodige inspanningen op het werk geleverd werden.” De ‘onterende’ uitspraken die nu worden aangekaart, kaderden volgens hen in een cultuur van “bijtende humor” en “kameraadschap”.

Ook het academisch profiel van Devos nemen ze in bescherming. “Hij heeft inderdaad geen twintig wetenschappelijke toppublicaties op zijn naam, maar wie door zo’n bril naar het academisch bestaan kijkt, was duidelijk nog nooit professioneel actief binnen een universiteit.”

Ze wijzen op zijn rol in onderwijs, popularisering en beleid: “Omdat ze bijvoorbeeld jaarlijks politicologie doceren aan 1.500 studenten, de samenleving iets trachten bij te brengen over politiek, boeken en columns schrijven, een vakgroep van een honderdtal medewerkers managen en tegelijkertijd in West-Vlaanderen een UGent-plan trachten te ontrollen.”

De briefschrijvers verwerpen ook het beeld van Devos als een machtswellusteling. “Carl Devos als een machtswellusteling neerzetten, wringt heel erg met onze ervaring.” Ze beschrijven de werksfeer als volgt: “In de wonderjaren van wat wij, niet zonder zelfspot, het Gentse Instituut der Politieke Studieën hadden gedoopt was er heel wat kameraadschap.”

Volgens hen waren de groepsbanden toen hecht en werd bijtende humor breed gedeeld. “Dat kan, maar had wellicht te maken met het uit de voegen barsten van het instituut waarbij relaties minder hecht werden en bijtende humor sneller als kwetsend kon ervaren worden.”

Tot slot pleiten ze voor nuance en wijzen ze op het vermoeden van onschuld. “Iemand is onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Zo gaan wetenschappers te werk, zo functioneert de rechtstaat.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content