Provincie evalueert grootschalige oefening Ieperse gevangenis: “Communicatie als struikelblok”

Vlak voor de heropening van de Ieperse gevangenis in december werd het Bijzonder Nood- en Interventieplan in de Ieperse gevangenis uitgetest. Uit de evaluatie blijkt nu dat communicatie het struikelblok was tijdens die grootschalige oefening. “Daarnaast blijkt een grote nood aan opleiding over noodplanning en crisisbeheer”, zegt provincieraadslid Kurt Himpe (N-VA), die informatie inwon bij gouverneur Carl Decaluwé.

De politie, brandweer, het Jan Yperman Ziekenhuis en medewerkers van het gevangeniswezen namen op 12 december deel aan een grootschalige oefening in de Ieperse gevangenis, die na een twee jaar durende renovatie in januari heropende. Er deed zich zogezegd een ontploffing voor, waarna er brand uitbrak.

Evaluatie

Alle deelnemende partners aan de grootschalige oefening maakten eerst een interne evaluatie, waarna de dienst noodplanning een multidisciplinaire evaluatie maakt waarbij vooral de onderlinge samenwerking onder de loep genomen wordt.

“Zoals in de meeste oefeningen van noodplannen bleek ook deze keer de communicatie bij heel wat partners een struikelblok”, weet provincieraadslid Kurt Himpe uit de evaluatie. “Daarnaast blijkt dat bij verschillende hulpdiensten een grote nood te zijn aan opleiding of bijscholing over noodplanning en crisisbeheer en over het nationaal veiligheidsportaal.”

Unieke kans

“Bij de oefening in Ieper werd onmiddellijk uitgegaan van een zwaar incident”, vervolgt Himpe. “Idealiter wordt eerst het noodplan op punt gezet en dan getest, maar in deze situatie werd omgekeerd te werk gegaan. Een oefening organiseren als er gevangenen aanwezig zijn, is immers niet haalbaar. Daarom was het een unieke kans om de oefening te organiseren in een leegstaande gevangenis.”

De diensten van de gouverneur zullen nu verder inzetten op opleidingen en bijscholingen zodat de werkpunten aangepakt worden. “Dat is immers het doel van het uittesten van een noodplan. Oefenen om bij te sturen waar nodig en de interne werking van de hulpdiensten te verbeteren”, besluit Kurt Himpe. (TOGH)