Justitieminister Van Quickenborne zat vier dagen in cel voor nieuw tv-programma: “Naaktfouilles heb ik niet ondergaan”
Voor het nieuwe Play4-programma ‘Recht Naar De Gevangenis’ vloog minister van Justitie Vincent Van Quickenborne zelf vier dagen lang achter de tralies. Het maakte hem nog meer vastberaden om het huidig gevangenisssysteem helemaal te veranderen. “Mijn voorspelling: in elk dorp, in elke stad komt een detentiehuis. Veurne, Ieper, Roeselare, Oostende, Zedelgem, Menen, overal!”
We ontmoeten de minister in de gevangenis van Haren, een gloednieuw complex op een zucht van de Brusselse ring, waar momenteel 300 gedetineerden en evenveel begeleiders aan het werk zijn. “Tegen het eind van dit jaar hopen we hier aan volle capaciteit te kunnen werken, met 1.200 gedetineerden en 750 cipiers. We werven volop aan. Wie zin heeft, kan zich altijd opgeven”, glimlacht gevangenisdirecteur Henk Mortier, met roots in Torhout.
Hij loodst ons door heel wat deuren tot bij de minister. “Er zijn er 5.800 om precies te zijn”, grijnst Mortier. Veelal toegankelijk met een badge, waar opvallend ook de gevangen over beschikken. “In principe kunnen ze zich vrij bewegen, binnen bepaalde uren en volgens bepaalde afspraken. Maar dan nog worden ze goed gemonitord, door de 2.000 camera’s en met meer dan 100.000 kilometer aan datatransmissiekabels.”
Beangstigend
“Het is een blij weerzien met de gevangenis”, grijnst minister van Justitie Vincent Van Quickenborne, die er eind september vier dagen verbleef en meteen gedreven van wal steekt. “Ik heb niet getwijfeld om mee te doen aan dit programma. Ik kan het elke politicus aanraden. Heel blij ook dat dit soort programma’s gemaakt worden. Het hoeft niet altijd de glitter en glamour te zijn van The Masked Singer. Ik wist wel niet dat ze mij zwaarbewapend zouden arresteren op mijn kantoor. Zeer beangstigend en intimiderend.”
“Het was pittig, maar ik moet er meteen wel bij zeggen dat het niet hetzelfde is als in een klassieke gevangenis terecht te komen”, aldus de minister. “Er waren geen naaktfouilles, opstanden of gevallen van agressies. Al hadden we ook een codewoord – Terminus – als we het niet meer zagen zitten. Maar het was niet nodig, want ik heb heel wat boeiende dingen geleerd én deugd gehad van een digitale detox. Vier dagen lang geen journalisten of gsm… Man, dat deed deugd. Bovendien heb je in deze gevangenis vensters in plaats van tralies, kleuren en kleinschalige entiteiten.”
“Ik ben heel blij dat ook dit soort programma’s gemaakt worden, het hoeft niet altijd de glitter en glamour te zijn van The Masked Singer”
“Ik heb ook een dag in Vorst gezeten en dat was een verschil van hemel en aarde. Daar zat je met vier man in een cel van 8 vierkante meter, moest je je behoefte doen op emmers, was er geen stromend water en zag je letterlijk de ratten lopen. Die gevangenis is intussen gesloten, maar het is wel een toonvoorbeeld van zaken die anders moeten. En waarom? In ons land komt 99 procent vrij. Zo’n 70 procent daarvan hervalt, en in Finland is dat maar 4 op de 10. Omdat ze daar inzetten op kwaliteitsvolle en zinvolle detentie. Dat betekent: werken, opleiding, psychologische begeleiding, maar ook kleinschaligheid. Zoals hier in Haren.”
Detentiehuizen
De gevangenis van de toekomst dus. “Ja en nee. Ik wil op termijn naar 80 procent detentiehuizen gaan en 20 procent gevangenissen. Op termijn komen er in Ninove, Olen, Zelzate en Brussel, waarbij mensen overdag kunnen werken, met detentiebegeleiders die meer bezig zijn met structuur dan bewaken. Een nieuwe vorm van cipier als het ware. We gaan die straks ook opnieuw zoeken op metalfestival Alcatraz in Kortrijk en misschien de festivalweide van Werchter. Veel gedetineerden hebben geen strikte, strenge bewaking nodig. Zeker nu we na 50 jaar eindelijk de korte gevangenisstraffen onder de drie jaar uitvoeren.”
“Mijn voorspelling: in elk dorp, in elke stad komt een detentiehuis. Veurne, Ieper, Roeselare, Oostende, Zedelgem, Menen, overal! Zelfs burgemeester De fauw van Brugge was enthousiast. Moedig, hé? De grootste uitdaging? Tijd. We zijn nu al 2,5 jaar bezig, en de tanker van justitie keren vergt tijd. De visie is duidelijk, maar mijn tijd in de gevangenis heeft geleerd om daar nu een turbo op te steken. Tijd is mijn grootste vijand. Maar binnen 20 jaar wil ik daar wel staan”, aldus de Kortrijkzaan
Al zal het wellicht ook een uitdaging zijn om dat verkocht te krijgen aan de lokale overheden én bevolking, als je merkt hoe stroef tijdelijke asielcentra op poten worden gezet. “Net daarom ben ik begonnen met een detentiehuis in Kortrijk, en ga ik naar zo’n volksvergadering met veel energie. Ik zeg het elke keer: ‘ik begrijp dat je er tegen bent, maar binnen zes maand ben je er vrijwilliger!’ Want niemand kent een gedetineerde. Vaak komen ze ook uit gebroken gezinnen. Dat praat niets goed voor alle duidelijkheid, maar… (blaast) Ik heb soms heftige dingen gehoord. En wat elementair is in omgaan met mensen, is respect en zelfwaarde. Als je mensen als een dier opsluit en behandelt, krijg je een dier terug. En dat was met die oude gevangenissen zo. En om dat anders te doen, heb je moedige politici nodig. Ik ben ervan overtuigd dat ze binnen 20 jaar gaan zeggen: ‘hij heeft het gedurfd en gelijk gehad’. En natuurlijk zijn er lokale mandatarissen van pakweg Vlaams Belang, die zeggen: ‘niet in mijn achtertuin! Doe maar in het dorp hiernaast!’ Maar daar hoor ik weer hetzelfde.” (op dreef)
“Kleinschalige zinvolle detentie is mijn levenswerk, nog meer dan mijn strijd tegen drugscriminelen”
“Het gevangeniswezen is failliet geweest. Kijk naar Brugge. Dat is dramatisch, ook qua onderhoud. Een gevangenis van 1991, en je komt er precies terecht in de 19de eeuw. Er is maar één manier om onze maatschappij weer veiliger te maken en dat is door te investeren in het gevangeniswezen. Ik noem een gevangenis als dit de stille revolutie ervan. Lange tijd hebben we gedacht dat we misdadigers moesten pakken, opsluiten en dat ze uit zichzelf beter zouden worden. Maar dat helpt niet. We moeten investeren in mensen, veel meer dan in beton. Psychiatrie, ontwenning, re-integratie, een job. Haren is een schuldbekentenis van 173 jaar gevangeniswezen. Maar het probleem is dat de politiek daar niet graag in investeert. Je kan hier ook geen enkele stem mee winnen, maar daarvoor doe ik het niet. Ik doe het echt vanuit een overtuiging. En daarom heb ik zoveel vuur in mijn sloffen. Dit is mijn levenswerk, die kleinschalige zinvolle detentie, nog meer dan mijn strijd tegen de drugscriminelen.”
Safehouse
Die gaat naar eigen zeggen onverbiddelijk voort. “We zijn ze aan het pakken, slagen aan het uitdelen. We krijgen er ook terug. En we gaan er vast nog krijgen. En ik sluit niet uit dat mijn gezin en ik nog zullen moeten onderduiken in een safehouse, maar ik ben ervan overtuigd dat we ze op de hielen zitten.” Opvallend: in dezelfde week dat hij terug uit de gevangenis mocht, moest Van Quickenborne onderduiken.
“Dat laatste was heftiger, maar ik wil dat ook in perspectief plaatsen. Als er een onschuldig kind gedood wordt in Antwerpen, dan is dat veel erger. Al moet ik wel zeggen dat ik tranen in mijn ogen had toen mijn vrouw en kinderen mij kwamen bezoeken in de gevangenis. Vooral omdat zoiets achter glas gebeurde. Dat was het moeilijkste, samen met het gebrek aan privacy. Je hebt geen enkel moment voor jezelf. Al moet ik zeggen dat ik wel goed omkon met de isoleercel. Anderen moesten wenen, maar ik was blij dat ik kon lezen. Eén van die boeken beschreef een reis door Australië, eentje die ik imaginair als kind ook deed. Toen ik het laatste blad had gelezen, ging de cel weer open. Soms moet je een beetje geluk hebben in het leven.”
Over de motivatie om verder te blijven doen, hoeft de minister tot slot niet lang na te denken. “Dat beeld van die maffiabaas die onlangs na tientallen jaren werd opgepakt in Italië, en het volk dat staat te applaudisseren in de straat. Dáárvoor doe ik het. Elke dag weer.”
Recht naar de Gevangenis, vanaf 28 februari op Play4 en GoPlay.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier