Zes beklaagden hebben zich dinsdag voor de correctionele rechtbank van Kortrijk moeten verantwoorden voor heroïnehandel. Een van de hoofdbeklaagden, een 41-jarige man uit Menen met een mentale beperking, riskeert een celstraf van drie jaar. Zijn moeder riskeert 16 maanden gevangenis.
De politie kwam eerst de moeder en haar inwonende zoon op het spoor. Door uitgebreid telefonie-onderzoek ontdekten de speurders dat er nog minstens vijf anderen die bij de handel waren betrokken. Bij huiszoekingen werd in een kluis 154 gram zuivere cocaïne aangetroffen.
“De tweede, vierde en vijfde beklaagde leverden de drugs, de zevende bewaarde het geld en deed de boekhouding”, aldus de procureur. Het parket berekende dat de zeven samen niet minder dan 183.000 euro aan de drugshandel verdienden. De procureur vroeg de verbeurdverklaring van die drugswinsten, waarvan het merendeel werd toegeschreven aan de eerste twee beklaagden, twee mannen uit Menen. Voor hen werd een celstraf van drie jaar geëist.
Ook de derde en vierde beklaagde zouden stevig verdiend hebben aan de handel, voor hen eveneens drie jaar cel gevraagd. “Mijn cliënt is al sinds zijn zestiende zwaar verslaafd aan drugs”, zei de advocaat van de eerste beklaagde. “Hij is mentaal beperkt en gemakkelijk te manipuleren. Hij zit nu al een celstraf uit in een ander drugsdossier en er staan 54 maanden celstraf open.”
De advocaat van de moeder van de hoofdbeklaagde zei dat de vrouw weliswaar wist dat haar zoon drugsverslaafd was, maar dat de gevraagde straf van 18 maanden veel te streng was. “Als ze schuld treft omdat ze haar zoon de deur heeft gewezen, dan is ze inderdaad schuldig. Maar verder heeft ze niets met de handel te maken.”
Vonnis op 16 maart.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier