Parket houdt vrijlating voor brandstichting in Oostende tegen

De Brugse raadkamer wilde een 43-jarige Oostendenaar onder voorwaarden vrijlaten in een dossier van opzettelijke brandstichting. De Brugse afdeling van het parket West-Vlaanderen gaat echter in beroep tegen die beslissing, waardoor G.V. toch minstens twee weken langer in de gevangenis blijft.

De lokale politie van de zone Oostende kreeg op 13 mei rond 22 uur een melding over een man die vermoedelijk met een mes stond te zwaaien aan een hotel in de Hofstraat. Ter plaatse ontdekte de politie een brand in een appartementsgebouw op de hoek van de Boekareststraat en de Hofstraat. Een viertal bewoners werd snel in veiligheid gebracht, waardoor er geen gewonden vielen. De brandweer wist de brand op de eerste verdieping van het gebouw ook snel te blussen. Door de brand zijn de twee benedenverdiepingen van het pand wel onbewoonbaar verklaard.

Dankzij camerabeelden van het hotel werd de man met het mes snel geïdentificeerd. G.V. (43) woonde bovendien in het getroffen appartement. De Oostendenaar zou zich hevig verzet hebben tegen zijn arrestatie. Na zijn arrestatie moest hij voor verzorging overgebracht worden naar het ziekenhuis. De Brugse onderzoeksrechter heeft hem uiteindelijk aangehouden op verdenking van opzettelijke brandstichting bij nacht, gewapende weerspannigheid en verboden wapenbezit.

Niet opzettelijk

De verdachte erkende dat hij verantwoordelijk was voor de brand. Anderzijds staat het volgens de verdediging niet vast dat V. opzettelijk handelde. Volgens meester Mathieu Langerock kampte zijn cliënt door zijn druggebruik immers met psychoses. De gerechtspsychiater oordeelde echter dat de Oostendenaar wel degelijk toerekeningsvatbaar is.

Het onderzoek naar de feiten is ondertussen zo goed als afgerond. In die omstandigheden vroeg meester Langerock dinsdagochtend met succes om de veertiger onder voorwaarden vrij te laten. Tegen die beslissing van de raadkamer heeft het Brugse parket echter beroep aangetekend. Dat betekent dat de Gentse kamer van inbeschuldigingstelling (KI) binnen twee weken de knoop zal moeten doorhakken. V. blijft minstens tot aan die zitting in de gevangenis.