‘Het leeft niet, het EK’, zei een voetbalminnende vriend onlangs. ‘Dat komt nog wel’, stelde ik hem gerust. ‘Het land heeft even tijd nodig om te bekomen van ruziënde politici en het lappendeken aan stembusgang-analyses.’ En ja hoor, toen ik maandag tegen kwart voor zes mijn stamcafé binnenstapte, zaten de supporters al in groten getale aan het scherm gekluisterd.
Zelf ben ik niet meteen een fanatieke voetbalfan, maar de sfeer tijdens grote tornooien kan me wel bekoren. Ik bedoel, beelden van hordes Schotten en zeeën Hollanders in de straten van Duitse steden die al het bier in een mum van tijd opconsumeerden, dat maken we niet elke dag mee.
“Nen euro voor wulder versus zulder”
Een inderhaast opgesteld cursusblad deed de ronde: wulder versus zulder, een pronostiekje voor een euro. Ik krabbelde ook vlug nog een voorspelling neer en zocht een plaatsje om van het schouwspel te genieten. Met schouwspel bedoel ik niet zozeer de match, als wel de reacties van het publiek. Het meeleven, de oooh’s en aaah’s, het recht springen, de collectief ingehouden adem, de uitzinnige vreugde gevolgd door pijnlijke teleurstelling.
De voelbaar stijgende spanning naarmate de klok verder tikt en het scorebord niet toont wat het zou moeten tonen. En uiteraard de opeenstapeling van torenhoge clichés. Het meest originele commentaar van de avond: ‘Lukaku zijn schouders zijn te breed.’ Dat scheelt bij het millimeterwerk dat buitenspel is, niet?
Het pronostiekpotje blijft voorlopig zonder winnaar. Zaterdag herkansing. Ik teken alvast present.
Opinies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier