Lien Vansteenbrugge vertelt over haar leven in Tielt.
Zaterdag 31 augustus schrok ik mij nu toch een ongeluk. Toen ik het licht aanknipte, verscheen op enkele centimeters onder mijn hand, een zwartig gedrocht uit de duisternis. Normaal beginnen die beesten pas in september aan het paarseizoen, maar dit exemplaar had zijn agenda duidelijk niet gecontroleerd.
Gelukkig kan ik er met de jaren beter mee om, met deze doorgaans onzichtbare huisgenoten. Van mij mogen ze duchtig spleten en kieren bewonen en vliegen en ander grut verorberen, zolang ze zich niet te veel plotsklaps aan mij vertonen op witte muren, lavabo’s of gootstenen. Dat is niet goed voor mijn hart en gemoedsrust.
“Bronstige achtpotigen zijn niet goed voor mijn hart”
Naast de bronstige spinnen voel ik ook aan andere kleine dingen dat we midden in de overgang van zomer naar herfst zitten. ’s Ochtends hangt er een lichte kilte in huis, de mais staat torenhoog, de nacht palmt meer dag in, het gebladerte begint zo langzaam te kleuren in vijftig tinten bos en mijn twee poezen hebben meer nood aan mijn gezelschap en flemen erop los.
Ik dij mee op deze natuurlijke flow. Ik krijg weer zin om plaatjes te draaien, puzzels te maken, sjaals te haken, puree te maken, mijn fluffy sloefen aan te trekken en rode wijn te drinken. De zomer is zo fel, zo druk, zo ongebreideld levendig. De winter te kil, te donker en te dood. Dat ik in deze gezapige tussendagen ook mijn eigen overgang van dertiger naar veertiger mocht maken, maakt deze septembermaand alleen maar beter.
Opinies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier