Ik schreef enkele keren over Veurnse straten in deze column, maar niet eerder over de enige echte Veurnse boulevard. Het woord ‘boulevard’ komt van het woord ‘bolwerk’: boule (bol).
Waar vroeger vestingwallen lagen, kwamen in de 19e eeuw brede lanen of verkeerswegen omzoomd met bomen, veel winkels en horecazaken. Denk aan de Boulevard Anspach, Bd. du Jardin Botanique, Bd. de Waterloo, om enkele Brusselse grote lanen te noemen. In Nederlandse kustplaatsen herdoopten ze hun zeedijk vaak tot boulevard: Cadzand, Vlissingen en Scheveningen zijn daar goede voorbeelden van.
Maar we zouden het hebben over de Veurnse boulevard. Waar ligt hij?
Op stadsplannetjes staat hij niet eens vermeld. De kans is groot dat je er voorbij loopt, zonder de boulevard op te merken. Er hangt wel een keurig naambordje, witte letters op blauwe achtergrond bij de ‘Maud Boulevard’. Ja, de zevende en enige vrouwelijke ereburger is effectief naamgeefster van deze boulevard.
“Het is een steeg waar je liever niet wil komen als het donker is”
Bij de inhuldiging in 2018 vertelde Maud Vanhauwaert dat zij in deze doodlopende steeg, zijstraat van de Statiestraat, vaak kwam spelen met haar zus Julie. Dit onopvallend achterstraatje heeft niet de uitstraling van de grote lanen in Brussel of van boulevards aan zee in Nederland, helemaal niet. Het is een steeg waar je liever niet wil komen als het donker is. Het is er ook niet altijd heel proper. Achtergelaten vuilnis, onaangename rokerige geur. Maar nu is dit straatje al zeven jaar opgewaardeerd met een eretitel, dankzij Maud en het stadsbestuur.
Komen er nog andere straten in onze stad in aanmerking om boulevard te worden? Ik vind van wel: De Oude Vestingstraat en de Lindendreef zouden deze straattitel waard zijn. Mogen we ze omdopen tot: Oude Boulevard en Boulevard ter Linden?