In Roeselare droppen Engelse vliegtuigen enkele bommen op de stad. Een bom komt terecht in de Ooststraat en doodt er 7 burgers, 2 soldaten en 2 paarden.
Alfons Denys schrijft: ‘Het zicht van die lijken van menschen met uiteengereten lichaamsdeelen in bloedplassen uitgestrekt, was een allergruwelijkst schouwspel. De zwaar- en lichtgekwetsten werden seffens van de plaats des onheils verwijderd. Daarna werd hand aan ‘t werk geslagen om de lijken te bergen…
Hier volgen de namen der slachtoffers van dien vreeselijken aanval: Mathilde Demeester (1871) winkelierster, Maria Demeester (1873) winkelierster, Alfred Descamps (1902) bakker, Hubertine Descamps (1909) schoolkind, David Goddyn (1893), Celina Huytens (1908) schoolkind, Cecilia Dewachter (1871) huishoudster.’
In Loppem verliest een inwoner twee vingers door de ontploffing van een handgranaat En het dorp moet al het resterende graan, aardappelen en bieten inleveren.
De Groote Oorlog Dag op Dag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier