Alfons Denys brengt in zijn oorlogsdagboek het verhaal van drie Duitse officieren die getroffen werden door een Engelse granaat.
‘…Deze avond te 8 uur keren alle drie terug… als lijken op een kar geladen. Een Engelsche granaat had hen afschuwelijk verminkt. Hun aangezicht was grauw-groen uitgeslagen en de openstaande verglaasde ogen hadden een gruwelijke uitdrukking. De lijken waren reeds dermate gezwollen dat de soldaten die deze lijken in de kisten uit licht hout moesten stoppen, genoodzaakt waren met hun knieen op de deksels te duwen om deze te kunnen toenagelen…. ‘s Morgens gezond heen en ‘s avonds als vertakkeld lijk terug. IJselijke tijden!’.
Koning Albert reikt eretekens uit aan manschappen van het 12de Linieregiment en van het 4de Jagers te Voet.
Er vallen meer dan 130 bommen op de stations van Kortrijk, Roeselare, Menen en Torhout.
De Groote Oorlog Dag op Dag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier