Quinoa uit West-Vlaamse velden

Twee jaar geleden zaaide de jonge Gijverinkhoofse landbouwer Hans Gheldof voor het eerst quinoa, een gewas dat van oorsprong uit Zuid-Amerika komt en sinds enkele jaren ook op allerlei manieren in onze keukens verwerkt wordt. Dit jaar kon hij voor de derde keer oogsten en is zijn ‘West-Vlaamse’ quinoa exclusief verkrijgbaar bij warenhuisketen Colruyt.

Samen met zijn vrouw Leen Vanoverbeke (35) kocht Hans Gheldof (36) in 2003 een landbouwbedrijf in Gijverinkhove. Zowel Hans als Leen komen uit landbouwmiddens en alle twee hebben ze een bachelordiploma agro-industrie in Roeselare behaald. Ze startten hun zaak als prille twintigers, maar breidden die gaandeweg uit tot een groot, modern, gesloten varkensbedrijf met 400 zeugen, dat ze aanvullen met akkerteelt. Intussen is ook het gezin uitgebreid met zoon Thibeau (9) en de tweeling Anouck en Victor (7).

Nieuwe uitdaging

“We beschikken over 35 hectare land. Een deel verhuren we, op een ander deel verbouwen we de klassieke gewassen zoals maïs, tarwe,…”, vertelt Hans. “Maar ben nogal nieuwsgierig en sta open voor nieuwe uitdagingen. Quinoa hadden we al eens geproefd in hapjes, en na wat research hebben Leen en ik besloten om in 2015 vijf hectare aan quinoa te wijden, bij wijze van experiment.”

“Quinoa telen vraagt eigenlijk niet zo veel meer zorg dan andere gewassen. De plant is alleen vrij bodemgevoelig. Ze heeft een luchtige, niet verdichte, fijne grond nodig en wordt ondiep gezaaid. Voor de rest is het zoals bij alle gewassen: hopen dat de natuur haar werk doet, en het af en toe laat regenen. Dit jaar was de oogst door de droogte van mei en juni wat minder. Quinoa wordt tussen eind augustus en eind september geoogst, met een gewone maaidorser. Dit lukt perfect mits een paar instellingen te wijzigen. Na de oogst voeren wij de quinoa naar een drooginstallatie. Daarna wordt alles een tijdje bij ons gestockeerd, waarna het naar een firma gaat, die het ‘kaf van de quinoa’ scheidt”, aldus Hans.

“Wij gebruiken niets van onkruidverdelgers, zodat wij een puur product afleveren”, vult Leen aan. “Voor ons betekent dit dat we tijdens de groei eens door het gewas gaan om de grootste onkruidstalen te verwijderen. Dat is meteen ook het meest intensieve onderdeel van de quinoateelt. Vandaar dat er na de oogst nog wat zwarte onkruidzaadjes tussen de witte quinoakorreltjes zitten. Net voor de quinoa verpakt wordt, maakt een optische sorteerder een laatste selectie.”

“Onze quinoa is een puur product, heel voedzaam en rechtstreeks van het veld”

Korte keten

Vele mensen zullen quinoa met Zuid-Amerika associëren. In de meeste winkelrekken vinden we dan ook Peruviaanse quinoa. Hans en Leen telen een andere soort. “Aan de universiteit van Wageningen werden enkele soorten geselecteerd, die het beste in Europa aarden. Bovendien moeten de soorten saponinevrij zijn, wat betekent dat ze geen bitterstoffen bevatten. De soort die wij telen heeft een goede bite, die niet papperig is, maar prettig in de mond voelt.”

“Verder wordt quinoa ook nog in Nederland, Frankrijk, Duitsland en in Wallonië geteeld. En nu ook bij ons, want voor zover ik weet, zijn we een van de weinigen in Vlaanderen die quinoa telen”, weet Hans.

Hans en Leen leveren aan de warenhuisketen Colruyt, waarbij het principe van ‘korte keten’ wordt toegepast. Colruyt is de eerste supermarkt die de Belgische quinoa in de rekken heeft staan. “Onze quinoa is een puur product en dat kan men perfect nagaan. Het is een heel voedzaam gewas dat van ons veld, na drogen en sortering, rechtstreeks in de rekken komt.”

Toekomst

Gaan Leen en Hans met de teelt van quinoa verder? “Heel graag. Eén hectare levert tussen de 500 en 3.000 kg quinoa op, afhankelijk van de weersomstandigheden. Het blijft een teelt met uitdagingen, maar wij vinden het de moeite waard om deze uitdagingen aan te gaan”, zegt Hans.

“Bovendien doet het mij iets als ik in de Colruyt een zakje van onze eigen quinoa vasthoud. We zijn daar best wel trots op”, krijgt Leen het laatste woord.