Nicolas Cherlet: “Soms moet je ‘ja’ durven te zeggen tegen wat je voelt”
Nederland ging eerder al voor de bijl voor wat met een brede zwaai Americana heet, met bandnamen als DeWolff en Elephant. Vlaanderen volgt schoorvoetend en ontdekt pas sinds kort de muziekstijl die wortelt in country, folk en blues, en bij ons door een band als Nick Noel & The Red Rose Rogers een eigentijds kleurtje krijgt. Frontman Nicolas Cherlet werkt aan zijn carrière zoals hij leeft: liever langs kleine, onbekende paden dan via de autosnelweg. Want daar valt zoveel meer te zien en te beleven.
Op vrijdag 21 april brengen Nick Noel & The Red Rose Rogers de single Tiber uit, een voorsmaakje van wat hun eerste full album eind deze zomer moet brengen. Dé aanleiding om zanger, gitarist en niet onopvallende verschijning Nicolas Cherlet te vragen naar hoe de band aan zijn toch wel mondvullende naam komt. Het verhaal begint bij zijn eigen bijnaam Nick waar hij zijn tweede naam – ontleend aan de vader van zijn moeder – achteraan plakte. Bekt beter dan Nicolas Cherlet, vindt hij. Rosa, zoals de moeder van zijn vader heette, leidde hem naarred rose en daar kon dan net zo goed nog haar man Roger bij. Enter The Red Rose Rogers, een naargelang de bezetting tot zeven man tellende band met muzikanten uit Brugge en Gent. En een hommage aan zijn grootouders die kan tellen.
Ook Nicolas groeide op in Brugge. Een bezig baasje; scouts, muziekschool, alleen de schoolbanken zelf schuurden een beetje. Pas toen hij grafische vormgeving ging studeren, ging er een wereld voor hem open: “Ik ontdekte er de schoonheid van letters, maar ook hoeveel andere mogelijkheden er bestonden om mijn creatief ei in kwijt te geraken. Ook muziek boeide me enorm, maar ik botste opnieuw op de manier waarop in scholen muziek wordt gemaakt: met het hoofd, niet vanuit het hart. En daar knapte ik op af. Nu begrijp ik het beter: wat je op school in enkele jaren leert, leerde ik allemaal zelf uit ervaring. Maar ik heb er wel veel langer over gedaan. Misschien stond ik nu een stuk verder als ik die opleiding had gevolgd. Maar ik kom er ook wel langs de nodige omwegen. Life is about the journey, not the destination”, lacht hij.
Met mijn grootvader naar ‘Bonanza’ kijken, daar is het ergens begonnen
De filmopleiding aan LUCA, School of Arts, werkte hij wel af, om nadien een eigen productiehuis op te richten. “Ik maakte films en presentaties op bestelling, voor bedrijven, maar dat verveelde me algauw. Te commercieel, voor storytelling stond de bedrijfswereld toen ook nog niet open. Bovendien stond het snobisme in die wereld me tegen. Kortom, ik kon opnieuw mijn ei niet kwijt en ben er dus mee opgehouden, ik vind het leven te kort om tegen mijn zin te werken.”
Nicolas verdient zijn boterhammen vandaag als fotograaf en muzikant. “Samen goed voor een inkomen. Een droom voor mij, ik kan mijn eigen agenda regelen en doe wat ik wil.”
Is een leven als muzikant dan niet dé droom?
“Ik zou niets liever willen. Maar zoals wij dat doen, op onze eigenzinnige manier en met zijn zevenen, lukt dat vandaag moeilijk. Elk bandlid heeft een job, muziek maken doen we daarnaast, puur uit passie. We zijn ook al een hele tijd bezig, maar pas nu lijkt een groter publiek warm te lopen voor wat we doen. Er komt ook interesse vanuit muziekmaatschappijen en van concertorganisatoren, maar die wachten af wat ons eerste album zal doen. Het is eigen aan deze tijd, denk ik: eerst moet je jezelf bewijzen, ook als muzikant, dan pas kan er overwogen worden om in een project te investeren.”
Vind je dat jammer?
“Eigenlijk niet. Constant hetzelfde doen lijkt me ook maar vervelend. (lacht) Hoewel, ik zag toevallig het filmpje waarin Frank Deboosere bij zijn pensioen onlangs door zijn collega’s onder minutenlang applaus werd uitgewuifd: daar werd ik echt door geraakt. Dus ja, ik kan inderdaad ook jaloers zijn op mensen die zo gepassioneerd en met empathie voor hun omgeving hun hele leven hetzelfde doen…”
Maar neem me eens mee in je leefwereld. Je muziek, je kledingstijl… Niet bepaald mainstream toch? Het heet zelfs dat je ooit het plan opvatte om een westernfilm te draaien?
“Juist. (lacht) Dat plan is blijven steken. Maar ik ben altijd al zot geweest van alles wat western ademt. Daar zit mijn grootvader ook weer voor iets tussen, we keken samen naar de televisiereeks Bonanza, hij ging vissen in Alaska en vertelde daar verhalen over die me als jongen fascineerden.”
“Pas op, die film, daar droom ik nog altijd over: een spaghettiwestern in een modern jasje, de clichés maar dan vanuit nieuwe invalshoeken, de intensiteit uit die films ook… Het heeft sowieso invloed gehad op de soundtracks die ik begon te maken, en sijpelde zo door naar wat we nu met The Red Rose Rogers doen, in de studio maar ook live.”
Of in de clip van jullie nummer ‘The Fool’?
“Daar spelen we inderdaad met dat westerngenre. Maar dan vooral omdat het paste bij het nummer, het is niet iets wat we elke keer gaan doen. Bij Tiber, dat nu uitkomt, hoort dan weer een clip waarvoor ik met een VHS-cameraatje alles wat ik op mijn weg tegenkwam, filmde: tijdens het uitgaan, thuis bij mijn vriendin… Een oefening in mezelf blootgeven. Want gemakkelijk vind ik dat dus niet, mezelf en mijn leven delen met de buitenwereld. Maar misschien is het ook geen toeval, en is het juist iets waarnaar ik nu op zoek ben. Een mens evolueert voortdurend toch?”
Gemakkelijk vind ik dat niet, mezelf ‘delen’ met de buitenwereld
In een eerder interview vertelde je al dat je songteksten dan wel “autobiografisch zijn, maar ook bijgekleurd, om jezelf niet al te veel bloot te geven”.
“Echt? Heb ik dat gezegd? (lacht) Wel kijk, ik ben er duidelijk mee bezig… Dat doet me denken aan het laatste nummer dat ik voor ons album wilde schrijven. We hebben veel songs maar die werkten niet goed met wat er al op het album stond. Ik wilde een soort kers op de taart, maar dat gaf me zo veel stress dat er gewoon helemaal niets meer kwam. Er speelde een liefdesliedje door mijn hoofd, iets wat refereert aan hoe ik mijn vriendin leerde kennen, maar daarvoor moest ik diep in mijn gevoelens graven. De gedachte dat ik dat dan later ook live zou moeten zingen, voor mensen die ik vaak niet eens ken, maakte me bang. Misschien zou ik daarmee ook ons verhaal kapotmaken? Ik heb het toch gedaan. Mijn vriend Pelle Mächs, met wie ik nummers schrijf, en Pablo, zanger van de Nederlandse bluesrockband DeWolff, met wie ik ook bevriend geraakte, trokken me over de streep. Gewoon schrijven vanuit wie ik ben, zonder gêne, alle twijfels overboord gooien. Het leerde me dat je zo’n nummer dan ook op een manier kunt schrijven die voor interpretatie vatbaar is, een vorm van poëzie. Een verhaal waarin niets verstopt, maar ook niet alles letterlijk gezegd moet worden. Het werd Lay it on the line, en ik ben er trots op.”
Maar hoe ging het verhaal van ‘Lay it on the line’ dan?
“Van hoe ik Katarina ontmoette? (lacht) Voor een video-opdracht reisde ik in het zog van een autorally van Brussel naar Boedapest. Onderweg hielden we onder meer halt in een gehucht in het binnenland van Kroatië. Katarina werkte daar, haar schoonbroer baatte er een zipline uit. En toen ik haar zag, was ik op slag smoorverliefd. We geraakten aan de praat, de hele nacht door, tot de zon opkwam, maar de dag nadien reisde ik samen met het gezelschap door, weliswaar helemaal over mijn toeren. Er ging een jaar overheen, en toen kreeg ik de vraag om de rally opnieuw te volgen. Toen ik op diezelfde plek aankwam, stond ze uit te kijken door het raam van de houten toren van waaruit de zipline vertrekt, met de ondergaande zon op de achtergrond, een sigaretje tussen haar knalrode lippen… Puur film! (lacht) Enfin ja, die keer ben ik gebleven, een jaar lang. En daarna zijn we samen hier komen wonen.”
“Weet je, ik heb nooit geloofd in liefde op het eerste gezicht. Maar sinds ik dat meemaakte, kan ik niet anders. Dat heb ik dus ook geleerd: dat je soms gewoon ja moet durven te zeggen tegen wat je voelt, hoe onzinnig het ook lijkt.”
Maar je zingt niet alleen over de liefde?
“Ik schrijf over wat me bezighoudt, en dat kan van alles zijn. Meestal vertrek ik trouwens vanuit de muziek. Muziek is pure emotie voor mij, en die duwt me in een bepaalde richting. Bij Pelle werkt het omgekeerd, hij schrijft een verhaal en vertaalt het gevoel dat dat bij hem oproept naar muziek.”
“Voor mij zal het altijd wel een zoeken blijven, dat schrijven. Ik kan Bob Dylan niet aanhoren, maar zoals die man schrijft… Damned!”
Je houdt van vintagekleren, maakt muziek op oldskool materiaal… Gevoel voor nostalgie ook?
“Misschien, al wil ik daar zeker niet in overdrijven. Ik hou van die kledingstijl, al ben ik er nu veel minder mee bezig dan vroeger. Een goed gesneden broek, mooi hemd, schoenen gepoetst… Mijn pa had een herenkledingzaak, daar is iets van blijven hangen.”
“En wat dat oude materiaal betreft, daar is vroeger prachtige muziek mee gemaakt. En ik werk gewoon graag op een analoge tafel. Zou het ook digitaal kunnen? Natuurlijk. En maar goed ook, het maakt muziek maken voor iedereen haalbaar. Maar voor mij gaat bij digitale opnames altijd wel iets verloren, een echtheid. Wat het precies is, is moeilijk uit te leggen. Maar het is precies dat stukje magie dat mij bij de keel grijpt als ik naar een opname luister.”
Droom je wel eens van optreden voor een vol stadion?
“Wat komt, komt. Maar zoiets hebben we zeker niet voor ogen. Optredens waarbij we voelen dat onze muziek mensen iets dóét, en daar zelf ook energie uithalen: daar is het ons om te doen. Zo’n arena bomvol volk? Je moet al Freddy Mercury heten om daarin écht iets los te maken.” (lacht)
Wie zijn jouw muzikale helden?
“Van The Rolling Stones zal ik altijd onder de indruk blijven, maar er zijn zo veel namen, zo veel genres ook. Op YouTube kun je het kanaal GemsOnVHS vinden, waarvoor muzikanten van de meest verschillende pluimage muziek maken. Daar zitten heel gewone mensen bij, onbekend, met tonnen talent. Dáár moet je eens naar luisteren!”
We zijn al weg!
Wie is Nicolas Cherlet?
• Nicolas Cherlet (32) groeide op in Brugge en woonde een tijdlang in Moerkerke. Samen met zijn vriendin Katarina woont hij sinds een jaar in Gent.
• Nicolas – zeg maar Nick – maakt al jaren muziek, samen met muzikanten uit de streek, onder wie Pelle Mächs en Michiel Claeys. Samen vormden ze eerder al de bluesrockband Calling Susan.
• In 2019 richtte hij The Red Rose Rogers op, met hun eigen Fuzzyopolis Studios als uitvalsbasis. De band werkt er aan een full album dat eind deze zomer wordt uitgebracht. In afwachting lanceren ze op vrijdag 21 april de single Tiber.
• Op maandag 1 mei treden Nick Noel & The Red Rose Rogers op tijdens het gratis festival Red Rock Rally in Brugge.
Tips van Nick
• Love, Death & In Between van DeWolff: “In plaats van op te nemen in zijn eigen studio reisde de band voor dit album af naar de Kerwax Studio in Bretagne, een studio met louter analoge opnameapparatuur. Werkelijk het volledige productieproces gebeurde analoog. Doet dat alles het eindresultaat beter klinken? Allesbehalve! Maar je voelt de emotie, de energie, de fouten… Koop de plaat in plaats van die te streamen, zo komt er tot en met de luisterervaring geen computer aan te pas.”
• Hotel Chevalier (2007), een kortfilm van Wes Anderson: “Anderson is misschien een cliché, maar Hotel Chevalier is een vergeten parel. De film gaat over twee gescheiden geliefden, hun verlangen naar wat ooit was en hun diepe verdriet over wat nu is. In zekere zin is het ook een verhaal over hun afhankelijkheid van elkaar. Ik denk nu eenmaal graag na over liefde als de ultieme vorm van delen.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier