Fietsen van Oost- naar West-Amerika? Zelfs de meest doorgewinterde fietser begint al te zweten bij het idee. Wouter Deboot uit Meulebeke reist doorheen tien staten, goed voor 6.800 kilometer, in het ‘nieuwe’ Amerika van Trump, op zoek naar de gewone Amerikaan, verhalen en gastvrijheid. In zijn kielzog neemt hij Steven Claerhout uit Wielsbeke mee, voor de logistieke en mentale ondersteuning. Een heel jaar lang is zijn relaas ‘Dwars door Amerika’ te volgen in ‘Iedereen Beroemd’ én in dit magazine. “Na twee uur stond ik te bidden met wildvreemden en wist ik: dit komt helemaal goed.”
Wouter Deboot werkte voor Peter Live, toen ze bij VRT vijf jaar geleden vroegen of hij geen interesse had om mee te werken aan de opvolger voor Man Bijt Hond. In het eerste jaar maakte hij een reportage, waarbij hij fietste van De Panne naar Kessenich. Daar leerde hij naar eigen zeggen het metier van onderweg zijn, mensen aanspreken en op zoek gaan naar de verhalen. Zoals het zo vaak gaat, schuilden de mooiste en meest verrassende verhalen in de eenvoudigste ontmoetingen. Het leverde heerlijk eerlijke en hartverwarmende televisie op. Deze keer fietst hij het Amerikaanse vasteland door, in twee delen, met Steven Claerhout als partner. We ontmoeten de twee Gentse West-Vlamingen in café De Roos in Sint-Amandsberg, met een typisch Amerikaans truckerspetje op het hoofd en een frisse Duvel voor hun neus.
Waarom met de fiets?
Wouter: “Mijn vader rijdt elke dag met de fiets, en mijn grootvader had blijkbaar renner willen worden én had journalistieke aspiraties. Terwijl hij eigenlijk metser was. Het is dus iets dat me ongetwijfeld in het bloed zit. (lacht) Vorig jaar ben ik vanuit Gent met de fiets vertrokken naar het noorderlicht, een ongelooflijke ervaring. Deze nieuwe reeks ontstond op die bewuste novembermorgen vorig jaar, toen de wereld wakker werd met Donald Trump als president. Ik kon het niet geloven, maar dan begin je te beseffen dat dit niet zomaar uit de lucht komt vallen. Ik ben zelf drie keer naar de VS geweest en was telkens ontroerd door de gastvrijheid van die mensen, die ook interesse toonden en het altijd zagen zitten in het leven. Dat was het Amerika dat ik kende, terwijl hier in Vlaanderen de man in de straat opeens zijn mening moest spuien en alle Amerikanen als één pot nat beschouwen. Met die frustratie ben ik naar mijn hoofdredacteur gestapt en ik kwam uit bij de TransAmerica Trail, een fietsroute dwars door het land, die in 1976 werd ingehuldigd om 200 jaar onafhankelijkheid te vieren. Jaarlijks wordt die door een paar honderd mensen gereden.”
Hoe pas jij in dit verhaal, Steven?
Steven: “Ik ben van opleiding germanist, maar zat in de banksector. Na 15 jaar had ik het gezien en nam ik een sabbatjaar. Ik begon te reizen en besliste bij het terugkeren dat ik iets anders wilde doen. Toen ontmoette ik via via Wouter. Qua timing zat het perfect.”
Wouter: “Steven is mijn steun en toeverlaat. Hij rijdt mee met een camper en doet de logistiek, maar in principe doe ik alles alleen.”
“Voor veel Amerikanen waren we net buitenaardse wezens die geland waren”
Je hebt al een eerste deel gefietst…
Wouter: “Ik fiets in twee delen, puur praktisch, omdat het nu al op antenne gaat. Sowieso zou de fietstocht in één ruk wel overweldigend geweest zijn: het is drie maanden keihard werken, elke dag.”
Hoe reageren de mensen?
Wouter: “Ze vinden het idee op zich amazing, kunnen je naam niet uitspreken en weten meestal België niet eens liggen. (lacht) Voor hen ben je een soort alien die geland is. Maar als ze voelen dat er een ‘normale kerel’ interesse voor hen toont, dan krijg je hen mee in dat verhaal. Ik moet wel eerlijk zijn, we zijn met een heel klein hartje vertrokken. Je twijfelt opeens aan alles. Gaan we die verhalen zo makkelijk vinden? Zullen ze ook naar ons komen? We waren amper een paar uur op Amerikaanse bodem. Toen we de weg vroegen aan twee Amerikaanse dames, vroegen die zomaar of ik met hen wilde bidden. Toen heb ik een klik gemaakt in mijn hoofd en wist ik: dit gaat hier helemaal goed komen.”
Zolang je maar geen oogkleppen opzet.
Wouter: “Precies. Ik heb ook enkel een aan- en uitknop, ik heb daar niets tussenin. Ofwel smijt ik mij volledig ofwel interesseert het mij niet. En de Amerikanen vinden dat wel sympathiek. Aandoenlijk zelfs, als daar iemand wat knullig voor hun neus staat in een fietstenuetje. Dan mag je al eens sneller blijven slapen of eten. Op den duur gaat het al lang niet meer over die fiets, maar over de mensen die je ontmoet. Ik zou het de max vinden als de Vlamingen na deze reeks gewoon met andere ogen zouden kijken naar de Amerikanen, zien dat het niet allemaal wacko’s zijn en dat er een reden is dat het scheef zit. België is een puist in vergelijking daarmee en hier is het al zo moeilijk. Als ze ginder de mijnen sluiten en er is in bepaalde streken niets anders, dan kan ik begrijpen dat ze zeggen: fuck you, Washington. Als jullie onze job afpakken en het enige wat we nog hebben, is ons stemrecht, dan gaan we dat ook gebruiken. Velen hebben niet op Trump gestemd omdat ze hem een toffe kerel vinden, maar ze zagen het als de enige manier om ze in Washington enigszins wakker te schudden. Het is een volk dat opstaat, valt en weer opstaat. Die weerbaarheid, die is nauw verbonden met de Amerikaanse mentaliteit.”
Steven: “Maar we maken van de reeks bewust geen Trumpshow.”
Kijken jullie nu anders naar de VS?
Wouter: “Het werd alleen maar bevestigd dat het onterecht is om de Amerikanen alleen maar oppervlakkig te noemen. Stel dat je nu een café in Koekelare binnenstapt, dan kan je daar drie uur zitten zonder dat iemand iets zegt. Maar ginder? No way. Ik vraag dat ook tijdens voordrachten hier: als er een Zweed door België zou fietsen en bij jou zou aanbellen, zou je dan een bed of een maaltijd aanbieden?”
Steven: “Pas op, we hebben ook enorm veel bedenkingen bij wat we gezien en meegemaakt hebben. We willen nu ook niet overkomen als de superpositivo’s die Amerika zien als het land van melk en honing. Kijk maar naar die wapens.”
Wouter: “Ze konden ook niet geloven dat we nog nooit geschoten hadden. Zulke grote wapens, dat lijkt ons te gek voor woorden. Maar wat zouden wij doen als het twee uur duurt vooraleer de politie komt, vroegen ze ons. En wie zijn wij om hen te veroordelen? Ik wil weten wáárom ze het doen. Het is aan de kijker om een mening te vormen, niet aan ons.”
Steven: “Verfijnd kan je ze ook niet noemen, en al zeker niet als het over eten gaat. In een supermarkt in Illinois vonden we niet eens verse groenten. We zijn daarmee gestopt, klonk het droog.”
Wouter: “Trump is overigens niet altijd een gespreksonderwerp, God daarentegen… Zo hebben we AC ontmoet, een man die een boom op zich had gekregen en vier jaar in een rolstoel zat. De dokters hadden hem geen kans meer gegeven, maar hij haalde het met de kracht van God, zo verklaarde hij. Hij was de lokale held. En dat soort verhalen krijg je van figuren die er allesbehalve vriendelijk uitzien, maar wel hun verhaal doen omdat je hen beleefd vraagt of ze je banden willen oppompen en hoe het met hen gaat. Er stond daar overigens ook een fijn bord met we don’t call 911, met zo’n blaffer ernaast. Dan weet je bij welk volk je zit…”
En sportief gezien, viel dat mee?
Wouter: “Ja, die Appalachen… die zijn wel lelijk, hoor. Vergelijk het gerust met de Vogezen. Dat bleef maar duren vooraleer we daar over waren.”
Was er tijd voor ontspanning?
Wouter: “We hebben in Denver, voor we naar huis vertrokken, anderhalve dag genomen.”
(Steven lacht veelbetekenend)
Wouter: “Tja, één nacht eigenlijk, waar we zwaar doorgezakt zijn. Ik ben buitengegooid in een stripclub. Dat zegt genoeg, zeker? Ik wilde zelf ook eens dansen, maar dat was buiten twee kleerkasten gerekend. Decompressie heet dat, zeker?” (lacht)
Unieke reis ook in ‘KW Weekend’ h2>
Het grote avontuur van Wouter is vanaf maandag 28 augustus te zien in Iedereen Beroemd op Eén, en dat een heel jaar lang. Vanaf vrijdag 25 augustus schrijft Wouter ook een exclusieve wekelijkse column, te lezen in dit magazine. p>
Dwars Door Amerika
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier