Maak een moestuinplan met onze tuinman Angelo Dorny
Het nieuwe jaar is nog maar pas begonnen en het is alweer uitkijken naar de zomermaanden. Zaaien, planten en uiteindelijk oogsten, het hoort er allemaal bij. Maar hoewel het grote werk nog even uitblijft, is het wel noodzakelijk om nu al plannen te maken. Plannen om je bestaande moestuin optimaal te laten renderen of om er een aan te leggen. Maar hoe doe je dat en waar moet je rekening mee houden?
Als de plek waar jouw moestuin komt te liggen meteen goed zit, dan is een groot deel van je oogst al geslaagd. Want wie met succes groenten, kruiden en fruit wil kweken heeft zon nodig. Minimaal vier uur, het liefst zes uur per dag. De zon warmt de bodem van je moestuin op. Daardoor kun je in het voorjaar vroeger aan de slag in een tuin waar de zon vaker schijnt. Kies ook gerust voor een plek waar het af en toe waait, dat koelt de omgeving af, maar werkt ook efficiënt in de strijd tegen schimmels. Hoe vaker het waait, hoe sneller een gewas na een stevige regenbui opdroogt.
Het jaar rond instappen
Theoretisch gezien kun je het hele jaar rond starten met een moestuin. Je moet er alleen voor zorgen dat je de juiste gewassen op het juiste moment teelt. Idealiter begin je vanaf nu plannen te maken. De grond zaai- en plantklaar maken doe je begin maart en later die maand gaan de eerste planten al de grond in. Toch is het belangrijk om elk jaar het weer te evalueren. Een warm en droog voorjaar laat je toe sneller te starten, bij een nat en koud voorjaar stel je de werkzaamheden beter een paar weken uit.
Hagen en bomen
Hagen en bomen zorgen niet alleen voor een beschutte moestuin, ze betekenen ook voedsel en nestgelegenheid voor de vogels. Een goede zaak dus, voor elke moestuinier. Maar te veel bomen en te hoge hagen kunnen je moestuinavontuur ook flink tegenwerken. Ze nemen immers veel zonlicht, water en voedingsstoffen weg. Vermijd vooral coniferen in de nabijheid van je moestuin. Ze verzuren je bodem, hebben een grote wortelontwikkeling en putten je grond ontzettend snel uit.
De ideale bodem
Behalve een goede ligging is ook de bodem allesbepalend voor een geslaagde oogst. Over welke bodemsoort je beschikt, is afhankelijk van waar je precies woont. Er zijn gebieden waar uitsluitend zandgronden voorkomen en er zijn plaatsen waar ze het met natte klei moeten zien te redden. Elke bodem bestaat uit hoofdzakelijk drie grondsoorten zand, leem en klei en alles daartussen. Zandleem is de meest geschikte bodem om gewassen op te telen. Het warmt sneller op in het voorjaar en houdt water en voedingsstoffen net lang genoeg vast. Maar niet iedereen heeft het geluk om over die grond te beschikken. Elke bodemsoort kent voor- en nadelen, het gaat erom hoe je met die bodem omgaat. Jaarlijks compost toevoegen is aangewezen bij zowat elke grondsoort, zand laat je aanrukken als de bodem te veel klei bevat.
“Kies voor je moestuin een zonnige plek waar het af en toe eens waait”
Een goed moestuinplan
Moestuinieren is vooraf plannen. Je kunt niet zomaar zaden of planten in de grond stoppen en hopen dat ze goed zullen groeien. Door je stukje grond onder te verdelen in vakken, minimaal zes, kun je elk jaar aan teeltrotatie of teeltwisseling doen. In elk vak komt dan een groep te staan en elk jaar schuif je die groep met een vak op. In theorie is het zo dat je volgens dit principe maar één keer om de zes jaar op dezelfde plek terugkeert met een teelt. Dat voorkomt een heleboel bodemziekten, inclusief bodemmoeheid.
Selecteer zaden
Je moestuin is er helemaal klaar voor. Nu is het van belang de juiste zaden te selecteren. Maak een lijst met wat je lust en wat je graag straks wil oogsten. Zet alleen gewassen die jij en je gezin graag eten. Verspil geen tijd en ruimte aan planten die je met zijn allen niet graag eet. Kies voor ideale startersgroenten- en kruiden. Erwten, bonen, radijsjes, sla, courgettes en pompoenen behoren tot die groep. Stel de moeilijke gewassen, die vaak meer verzorging van je vergen, heel even uit. Tot je affiniteit krijgt met de planten en hoe je ze kunt telen.
Een serre?
Een serre is de kers op de taart voor zowat elke tuinier. Het is een plek waar je kunt voorzaaien, waar je zuiderse planten kunt houden en waar je in het najaar iets langer kunt blijven oogsten. Niets dan voordelen dus. Er zijn plastic serres, maar ook glazen exemplaren. Een glazen serre is duurder, maar vaak wel duurzamer. Kies trouwens meteen de juiste afmetingen. Een serre wordt al snel te klein. Ga na hoe groot ze mag worden en ga voor het meest haalbare model.
Zaaien en planten h2>
p>
Een aantal gewassen zaai je ter plekke, meteen in de moestuin, en een aantal zaai je voor in potjes of bakken, om ze later hun definitieve plek te geven in de moestuin. Informeer vooraf goed naar welke gewassen je teelt, zo kun je prima nagaan waar je het best kunt starten. Tomaten, pepers, paprika’s en aubergines moeten worden voorgezaaid, erwten, bonen en zelfs courgettes kun je meteen in de vollegrond zaaien. p>
Water geven als het moet h2>
p>
In een pot of bak geef je water zodra de grond droog aanvoelt. In een vollegrondsmoestuin doen de planten vaak een beroep op waterreserves in de bodem. Toch is het aan te raden om ook in de vollegrond af en toe water te geven, bij extreem droge periodes. Droogte en warmte kunnen je planten namelijk doen opschieten. Radijsjes, sla en spinazie zijn daar gevoelig voor. p>
Op het ritme van de seizoenen h2>
p>
Het voordeel van een eigen moestuin is dat je kunt leven op het ritme van de natuur. Je eet wat er op dat moment in je tuin te vinden is. Probeer daarom zoveel mogelijk seizoensgebonden producten te telen én te eten. Al dwingt een moestuin je daar hoe dan ook toe. Je oogst pompoenen in het najaar, wanneer ze rijp zijn, en erwten in het voorjaar, het liefst voor de zomer begint. p>
In de grond of in bakken? h2>
Als je over een traditionele moestuin beschikt, waarin de grond goed bewerkbaar is, dan kun je in de vollegrond tuinieren. Maar misschien heb je weinig plaats en wil je alles onderhoudsvriendelijk houden. Kies dan voor moestuinbakken. Ze bestaan uit hout en zijn vaak niet groter dan een vierkante meter. De grond warmt sneller op en je hebt minder last van onkruiden. p>
Zaaien en planten h2>
p>
Een aantal gewassen zaai je ter plekke, meteen in de moestuin, en een aantal zaai je voor in potjes of bakken, om ze later hun definitieve plek te geven in de moestuin. Informeer vooraf goed naar welke gewassen je teelt, zo kun je prima nagaan waar je het best kunt starten. Tomaten, pepers, paprika’s en aubergines moeten worden voorgezaaid, erwten, bonen en zelfs courgettes kun je meteen in de vollegrond zaaien. p>
Water geven als het moet h2>
p>
In een pot of bak geef je water zodra de grond droog aanvoelt. In een vollegrondsmoestuin doen de planten vaak een beroep op waterreserves in de bodem. Toch is het aan te raden om ook in de vollegrond af en toe water te geven, bij extreem droge periodes. Droogte en warmte kunnen je planten namelijk doen opschieten. Radijsjes, sla en spinazie zijn daar gevoelig voor. p>
Op het ritme van de seizoenen h2>
p>
Het voordeel van een eigen moestuin is dat je kunt leven op het ritme van de natuur. Je eet wat er op dat moment in je tuin te vinden is. Probeer daarom zoveel mogelijk seizoensgebonden producten te telen én te eten. Al dwingt een moestuin je daar hoe dan ook toe. Je oogst pompoenen in het najaar, wanneer ze rijp zijn, en erwten in het voorjaar, het liefst voor de zomer begint. p>
In de grond of in bakken? h2>
Als je over een traditionele moestuin beschikt, waarin de grond goed bewerkbaar is, dan kun je in de vollegrond tuinieren. Maar misschien heb je weinig plaats en wil je alles onderhoudsvriendelijk houden. Kies dan voor moestuinbakken. Ze bestaan uit hout en zijn vaak niet groter dan een vierkante meter. De grond warmt sneller op en je hebt minder last van onkruiden. p>
Zaaien en planten h2>
p>
Een aantal gewassen zaai je ter plekke, meteen in de moestuin, en een aantal zaai je voor in potjes of bakken, om ze later hun definitieve plek te geven in de moestuin. Informeer vooraf goed naar welke gewassen je teelt, zo kun je prima nagaan waar je het best kunt starten. Tomaten, pepers, paprika’s en aubergines moeten worden voorgezaaid, erwten, bonen en zelfs courgettes kun je meteen in de vollegrond zaaien. p>
Water geven als het moet h2>
p>
In een pot of bak geef je water zodra de grond droog aanvoelt. In een vollegrondsmoestuin doen de planten vaak een beroep op waterreserves in de bodem. Toch is het aan te raden om ook in de vollegrond af en toe water te geven, bij extreem droge periodes. Droogte en warmte kunnen je planten namelijk doen opschieten. Radijsjes, sla en spinazie zijn daar gevoelig voor. p>
Op het ritme van de seizoenen h2>
p>
Het voordeel van een eigen moestuin is dat je kunt leven op het ritme van de natuur. Je eet wat er op dat moment in je tuin te vinden is. Probeer daarom zoveel mogelijk seizoensgebonden producten te telen én te eten. Al dwingt een moestuin je daar hoe dan ook toe. Je oogst pompoenen in het najaar, wanneer ze rijp zijn, en erwten in het voorjaar, het liefst voor de zomer begint. p>
In de grond of in bakken? h2>
Als je over een traditionele moestuin beschikt, waarin de grond goed bewerkbaar is, dan kun je in de vollegrond tuinieren. Maar misschien heb je weinig plaats en wil je alles onderhoudsvriendelijk houden. Kies dan voor moestuinbakken. Ze bestaan uit hout en zijn vaak niet groter dan een vierkante meter. De grond warmt sneller op en je hebt minder last van onkruiden. p>
Zaaien en planten h2>
p>
Een aantal gewassen zaai je ter plekke, meteen in de moestuin, en een aantal zaai je voor in potjes of bakken, om ze later hun definitieve plek te geven in de moestuin. Informeer vooraf goed naar welke gewassen je teelt, zo kun je prima nagaan waar je het best kunt starten. Tomaten, pepers, paprika’s en aubergines moeten worden voorgezaaid, erwten, bonen en zelfs courgettes kun je meteen in de vollegrond zaaien. p>
Water geven als het moet h2>
p>
In een pot of bak geef je water zodra de grond droog aanvoelt. In een vollegrondsmoestuin doen de planten vaak een beroep op waterreserves in de bodem. Toch is het aan te raden om ook in de vollegrond af en toe water te geven, bij extreem droge periodes. Droogte en warmte kunnen je planten namelijk doen opschieten. Radijsjes, sla en spinazie zijn daar gevoelig voor. p>
Op het ritme van de seizoenen h2>
p>
Het voordeel van een eigen moestuin is dat je kunt leven op het ritme van de natuur. Je eet wat er op dat moment in je tuin te vinden is. Probeer daarom zoveel mogelijk seizoensgebonden producten te telen én te eten. Al dwingt een moestuin je daar hoe dan ook toe. Je oogst pompoenen in het najaar, wanneer ze rijp zijn, en erwten in het voorjaar, het liefst voor de zomer begint. p>
Angelo
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier