Belgian Cat Julie Vanloo gaat los voor haar doel, en niemand zal haar tegenhouden. Zo omschrijft ze haar speelstijl op een basketveld, maar we mogen die lijn gerust doortrekken naar het leven naast het veld. Geen picture perfect evenwel: het is soms oorlog in haar hoofd, ze heeft niet élke dag zin om te trainen en ze voelt zich niet altijd helemaal goed begrepen. Maar uit tegenslag haalt Julie steevast ook een positieve noot, zelfs als die klinkt als Donald Muylle.
Na een jaar waarin ze zichzelf sportief weer helemaal op de kaart zette, deed een voetblessure dit voorjaar Julie Vanloo bijna alsnog de das om. Maar de voet herstelde en Julie zal er staan straks, samen met de andere Belgian Cats, op het Europees Kampioenschap basketbal én op de Olympische Spelen. Ze zal er hoe dan ook staan, verzekert ze ons via Zoom, terwijlze haar kat telkens opnieuw van het scherm plukt. Zelfs als de voet nog pijn zou doen. Er wordt nu al uitgevogeld hoe de druk verminderd kan worden met steunzolen. Haar verdere uiteenzetting wordt weggeblaft. “Typisch! Aandacht willen net nu ik met iets anders bezig ben”, zucht ze. En heft een hondje in beeld. “Schattig toch?”, klinkt het vertederd. De verwaarloosde kat vond ze in Italië op straat en nam ze dan maar in huis. Het gaat er nu veel beter mee. En toen Niels Destadsbader met wie ze bevriend is, haar meenam naar het asiel waar hij regelmatig met hondengaat wandelen, kwam ze thuis met Toby, het hondje dat haar daar vanachter de tralies van zijn hok met grote ogen aankeek. “Raar, maar sinds ik die twee in huis heb, leef ik veel meer georganiseerd. Ik geloof dat ze me verantwoordelijkheid hebben bijgebracht”, glimlacht ze.
Soms is het gewoon oorlog in mijn hoofd. Dan moet ik de remmen loslaten
Julie windt er geen doekjes om. Ze is passioneel, emotioneel, recht voor de raap ook, en ze weet dat ze die grote emoties in het verleden niet altijd helemaal onder controle had. Maar ze is geen kind meer, ze vindt zichzelf de voorbije jaren gegroeid als mens. “Ik heb mezelf beter leren kennen, ontdekt wat belangrijk voor me is en waarmee ik me beter niet meer bezighoud.” Het brengt haar wat meer tot rust ook. “Vroeger wond ik me te snel op over onnozelheden. En ik wilde altijd goed doen voor iedereen. Dat lukt dus niet. Ik weet nu wie mijn echte vrienden zijn, en voor hen ga ik door het vuur. En als ik merk dat iemand het minder goed met me voor heeft, steek ik daar geen energie meer in.”
Voor mij zit vandaag een vrouw met een plan?
“Zeker. Ook al heb ik vaak te horen gekregen dat ik zomaar iets deed, omdat ik bij veel verschillende clubs heb gespeeld. Ik heb dat zelf nooit op die manierbekeken. Ik ben iemand die van dag tot dag leeft, die springt als ze een kans ziet. Zo zit ik in elkaar. Ik vind het zelf fantastisch dat me dat al op zoveel verschillende plaatsen in de wereld heeft gebracht. Het is leuk om telkens opnieuw mijn plaatsje in een team te zoeken.Jarenlang bij eenzelfde ploeg spelen, stabiliteit zoeken… Dat zegt me niet veel.”
“In de basketsport is dat overigens ook niet ongewoon. Je mag niet onderschatten hoe moeilijk het is om je weg te vinden in die wereld. Er is veel geld mee gemoeid, je moet beslissingen nemen waarvan je de impact op voorhand niet kunt inschatten… Natuurlijk doe je dan wel eens iets wat je je nadien beklaagt. Maar sinds een jaar heb ik een agent die het echt goed met me voorheeft. Iemand die rekening houdt met hoe ik ben en hoe ik graag speel, en van daaruit mogelijkheden voor me zoekt. Ik heb er een goed gevoel bij, al valt het opnieuw af te wachten waartoe het allemaal leidt.”
Hoe ambitieus vind je jezelf?
“Heel ambitieus! Zonder ambitie heeft mijn leven geen zin. Het is de rode draad in mijn leven. Ik heb veel dromen,en ik wil ze allemaal verwezenlijken.”
“Ik kijk ook alleen maar vooruit. En kan heel snel de knop omdraaien na een mindere periode. Bij de pakken blijven neerzitten is geen optie. Het gebeurt hoor, dat ik mijn kop laat hangen omdat iets niet ging zoals ik het wilde.Of dat ik er zelfs even compleet onderdoor ga omdat ik de tijd niet nam om iets goed te verwerken. Maar dan word ik al snel kwaad op mezelf, zoek ik de oorzaak van wat misging – of ik nu vind dat ik gelijk had of niet – en herpak ik me. Een dag gezeur is een dag verloren, vind ik. Uit elke negatieve ervaring kun je iets positiefs halen. Uit een tegenslag put ik de energie om te zorgen dat zoiets me nooit meer zal overkomen.”
Een aangeboren instelling of heb je dat van een therapeut?
“Op mijn rapportjes als kind stond al dat ik het zonnetjein de klas was, altijd klaar voor een grap, sociaal… Zo ben ik dus ja, het is niet dat ik die instelling doorheen mijn carrière heb aangeleerd. Ze is alleen maar versterkt door de wereld rond te reizen.”
Dé droom is om ooit een eigen sportacademie voor meisjes te beginnen
Ging je graag naar school als kind?
“Dat niet. Studeren interesseerde me geen hol, ik wildealleen maar buiten zijn en spelen. Mijn ouders zagen dat gelukkig in, daar ben ik hen dankbaar voor. Als ze met mij in een winkel waren, wilde ik een bal, geen pop. Ik heb ook veel verschillende sporten geprobeerd: zwemmen, voetbal, tennis, turnen… Niet dat het me allemaal even goed af ging. Maar ik kon gewoon niet stilzitten. En mijn ouders steunden me in mijn sportieve ambities, en zaten achter mijn veren om me op dat vlak te bewijzen. Ze brachten me naar Ieper waar ik per se wilde basketten, omdat daar meisjes speelden met dezelfde ambitieuze instelling als ik. Maar dat was toch telkens een uurtje rijden vanuit Oostende. Zij hadden het ervoor over.”
Een hoger diploma behalen bij wijze van vangnet, vond je ook niet interessant?
“Neen, en ik lig daar ook niet van wakker. Er zijn zoveel mensen die een andere job uitoefenen dan die waarvoor ze studeerden. Ik weet zeker dat ik genoeg talenten heb om me na mijn basketcarrière op andere vlakken te bewijzen. Bovendien kan ik het allemaal goed uitleggen.” ( lacht )
Je toonde je overigens al van een ondernemende kant met een eigen kledingcollectie?
“Die startte ik vier jaar terug op samen met mijn mama.We brengen regelmatig een collectie uit, maar die is eigenlijk vooral bedoeld om er een boodschap in mee te geven die wij belangrijk vinden: een boodschap van vrijheid en gelijkheid, aanvaarding van iedereen zoals hij of zij is, en de kans krijgen om je dromen na te jagen.”
“Maar we organiseren ook sportkampen voor meisjes.Dé droom is om ooit een eigen sportacademie voor meisjes te beginnen, en daar maak ik samen met een vriendin nu al plannen voor. Ik stop nog lang niet met basketten, maar als het zover is, wil ik mijn ervaring kunnen doorgeven aan jongeren en vooral aan meisjes.Omdat ik echt vind dat vrouwen nog altijd minder kansen krijgen dan mannen. We gaan er de jongste jaren zeker op vooruit, maar er valt nog een hele weg af te leggen. Als ik dan merk dat jonge meisjes naar mij opkijken, dan wil ik die verantwoordelijkheid niet uit de weg gaan. Ik wil helpen om vrouwen meer eerlijke kansen te geven.”
Hoe hard ben je bezig met hoe je er voor komt?
“Dat vind ik best belangrijk, ja. En ik doe er ook moeite voor om er goed uit te zien, of me tenminste verzorgd te kleden. Zelfs naar een training ga je me nooit zien vertrekken als een sloddervos. Een mooie jogging met de juiste sneaker eronder: dat is mijn stijl.”
Geen glamourlook vereist om je vrouwelijk te voelen?
“Echt niet. Ik loop hoogstens één keer per jaar op hakken,en make-up heb ik zelden op. Ik heb één mascara en één fond de teint voor het geval ik een pukkel heb. Ik voel me daarom niet minder vrouwelijk. Eigenschappendie vaak aan vrouwen worden toegeschreven, zoals zorgen of met het huishouden bezig zijn, zitten wel in mij. Maar ik heb ook nogal wat mannelijke interesses. Ik speel graag Playstation, hou van mooie, flitsende auto’s en kijk doodgraag naar voetbalwedstrijden. Als diehardfan van Club Brugge mis ik geen match, als ik thuis ben in het stadion, maar desnoods ook op tv om drie uur ’s nachts in Australië. Toen binnensport niet mocht en ik dus niet kon trainen met de Belgian Cats, heb ik gewoon gevraagd of ik mee mocht trainen met de vrouwen van Club Brugge. Een prachtperiode, waarin ik niet alleen op menselijk maar bovendien ook op sportief vlak veel geleerd heb. Het is voor dat soort ervaringen van intens geluk dat ik leef, snap je?”
Het valt me op hoe hard je probeert uit te leggen waarom je iets doet of niet doet.
“Omdat ik heel vaak verkeerd begrepen word. Veel mensen zien in mij een flierefluiter, iemand die zich van niets of niemand iets aantrekt. En dat is zo fout! Ze weten niet hoe hard ik bezig ben met mijn sport, met mezelf fysiek én mentaal klaar te stomen. Ik basket enorm graag maar het is een hard leven, jezelf oppeppenom te trainen ook als je eens geen zin hebt, maanden ver van huis… Soms is het gewoon oorlog in mijn hoofd. Dus dan moet ik af en toe de remmen loslaten, en ga ik buiten coronatijd wel eens een pint drinkenof een frietje eten met vrienden. Als ik dan hoor dat ik het laat hangen, word ik opstandig. Leef eens een maand míjn leven, en kom dan nog eens praten! Ah, ik trek het mij nu al veel minder aan.”
Of ze dan op baaldagen, of gewoon om afleiding te vinden, wel eens een boek leest, wil ik nog weten. Of een film kijkt? Of een tentoonstelling bezoekt? Ze trekt een gezicht, écht niets voor haar allemaal. Ze gaat wél zitten voor typisch Vlaamse televisie, lacht ze: voor Blind Getrouwd , De Mol , The Voice van Vlaanderen … Niet in het minst als ze in het buitenland verblijft, omdat kijken naar die programma’s haar heimwee wat verzacht. Als ze dan tussendoor een stemmetje Dovy kéúkens hoort zingen, voelt ze zich weer even thuis…
Wie is Julie Vanloo?
Julie Vanloo (28) groeideop in Oostende. Ze is de enige dochter van Philippe Vanloo en Fabienne Vanthournout. Ze verhuisde op haar zestiende naar Waregem.
Ze is professioneel basketbalspeelster sinds haar negentiende. Ze debuteerde voor de Belgian Cats op 15-jarige leeftijd, waarmee ze deze zomer deelneemt aan het Europees Kampioenschap Vrouwen en de OlympischeSpelen.
Ze ontwerpt T-shirts en sweaters voor haar webshop www.julievanloostore.com en organiseert sportkampen voor jongeren.