Jeugdschrijfster Tine Lefebvre: “Mijn altijd volle hoofd, daar haal ik veel voldoening uit”
Tine Lefebvre ademt letters, woorden en zinnen. Ze leest zelfs terwijl ze haar tanden poetst. Een scène die zo geplukt zou kunnen zijn uit ‘Voor de nieuwe maan’, het wonderlijke verhaal waarmee de Kortrijkse schrijfster onlangs debuteerde en dat door jong én minder jong warm ontvangen wordt. Haar eerste maar vast niet laatste boek, want “er zitten alweer een heleboel feitjes en ideetjes klaar in mijn hoofd, die zich vast opnieuw een weg zoeken naar elkaar”.
Tine Lefebvre heeft iets met letters. Veel meer dan iets eigenlijk. In haar verste herinneringen hangt ze al aan de lippen van haar moeder die Tine en haar broertje graag verhalen voorlas. Dat ze dat net zo goed zelf kon, vond Tine op haar vijfde, dus leerde ze toen al lezen. Letters lieten haar sindsdien nooit meer los. Nog enkele jaren en een computer later schreef ze haar eerste eigen verhalen. Dat ze Nederlands en Engels ging studeren was niet meer dan logisch. Net zo min als dat ze vandaag deel uitmaakt van Letterzetter, het collectief stadsdichterschap dat Kortrijk in 2015 in het leven riep en dat allerlei creatieve initiatieven rond woord uitwerkt. Daar kwam ze in contact met uitgeverij Pelckmans waar ze haar manuscript wilden publiceren. Sinds kort ligt haar debuutVoor de nieuwe maan in de winkel.
Dat er ooit een boek zou komen, zat al heel lang in haar achterhoofd. Maar de zoektocht naar een job schoof dat plan op de lange baan. “Ik denk dat ik een nogal naïeve puber was, ik wilde werken voor televisie”, lacht ze. “Niet om bekend te worden, integendeel! Het was de wereld achter de schermen van Studio 100 die me aansprak. Daar scripts voor mogen schrijven of meewerken aan producties, leek me geweldig.”
Ik ben positief ingesteld, en probeer die eigenschap ook bewust te behouden
Maar dat bleek moeilijker dan verwacht. Haar diploma’s taal- en letterkunde en bedrijfscommunicatie brachten haar wel bij verschillende jobs waarin ze creatief met woorden kon zijn. Vandaag is ze communicatieverantwoordelijke bij Hogeschool Vives.
Maar daar komen voor jou alsnog te weinig woorden bij te pas? Je wilde ook écht schrijven?
“Inderdaad, schrijven zoals ik dat helemaal zelf wil doen, is iets wat al lang aan me trekt, mijn hoofd is er constant mee bezig. Toen de uitgeverij me in 2021 de kans gaf om mijn verhaal uit te werken, heb ik die meteen gegrepen.”
En dat moest een jeugdboek worden?
“Ja. Ik heb altijd geweten dat ik voor kinderen wilde schrijven. Omdat dat een heel dankbaar doelpubliek is, kinderen gaan mee in een verhaal. Het hoeft ook allemaal niet zo realistisch te zijn. De rauwheid van veel volwassen romans zoals die vandaag worden geschreven, ligt me als schrijver minder. In een verhaal voor kinderen mag alles wat meer verbloemd worden.”
Hoe moeilijk is het voor een bijna dertiger om voor kinderen te schrijven?
“Je eigen schrijfstijl ontdekken en ontwikkelen is sowieso iets wat je moet leren. Maar wat mij vooral helpt daarbij is dat ik zelf graag en veel kinder- en jeugdboeken lees. Nog altijd. Ik denk wel dat ik een onderwerp zo kan verpakken dat kinderen begrijpen wat ik bedoel.”
Volwassenen blijken het boek ook graag te lezen. Bewuste keuze?
“Ik schrijf met het oog op kinderen, maar inderdaad: ook voor volwassenen die denken dat ze te oud zijn om een jeugdboek te lezen. Ik vind het leuk om die grens af te tasten en er voor iedereen iets in te steken. In Noorwegen bijvoorbeeld bestaat er al een boekencategorie expliciet voor ‘alle leeftijden’. Daar zou ik graag bij horen.”
In ‘Voor de nieuwe maan’ groeit Bores op op een eiland dat zijn ouders zelf bouwden. Alles gaat goed, tot een nieuw zusje Bores’ wereld overhoophaalt. Wat volgt is een spannende en fantasievolle zoektocht naar hoe het is om een broer te zijn. Hoe ontstond dat idee?
“Het verhaal groeide door de jaren heen, vanuit verschillende invalshoeken. Zo baseerde ik het eiland waarop de ouders wonen op een docu die ik op YouTube zag, over een Canadees koppel dat daadwerkelijk zelf een eiland bouwde. Twee jaar terug was ik gedurende enkele maanden mijn kat kwijt, dat leverde dan weer inspiratie voor het verdwijnen van Bores’ hond. Al de rest groeide er gewoon omheen.”
Ik ben een enorme fan van Jelle Cleymans, hij schrijft fantastisch mooie teksten
Dat klinkt alsof een boek schrijven een fluitje van een cent is.
“Natuurlijk zette ik wel enkele verhaallijnen uit, maar soms gingen die dan toch weer een eigen leven leiden. Op die manier is het boek zelfs voor mij een verrassing geworden.”
“Ik denk dat het te maken heeft met de manier waarop ik de wereld rondom mij zie en met hoe ik alles binnenkrijg. Daar wordt mijn hoofd voortdurend mee gevoed. Maar het vraagt wel degelijk ook veel en gedisciplineerd werken. Op dat vlak bleek een uitgever die achter mijn veren zat om de deadlines te halen dan weer heel efficiënt te zijn.”
Fantasie genoeg in jouw hoofd, zo blijkt in elk geval uit je boek. Vertaalt die zich ook in het dagelijkse leven? Ga jij als een soort Pippi Langkous door het leven?
“Ik ben van nature vrolijk en optimistisch, dat wel. Maar het is niet dat ik altijd overal impulsief in vlieg. Ik ben positief ingesteld, en probeer die eigenschap ook bewust te behouden. Er is veel miserie in de wereld, maar ik zoek toch vooral naar wat mooi en prettig is om ons heen.”
Heb je doorheen het verhaal specifieke thema’s willen aansnijden?
“Niet bewust. Ik denk ook niet in ‘grote thema’s’ of zo. Ik verzamel eerder allerlei kleine feitjes, maak personages op basis van karaktertrekken van mensen die ik ontmoet, onthoud kleine gebeurtenissen… En uit de puzzel die ik daarmee leg, komt dan soms wel een thema naar voren. Maar sommigen vinden er thema’s in die ik er niet bewust heb in gestopt. Maar dat is ook het leuke aan schrijven en lezen: iedereen vindt er wel iets in wat hem of haar aanspreekt.”
“Als ik terugkijk op wat ik de voorbije jaren heb geschreven, komt daarin het gegeven ‘opgroeien’ wel heel vaak terug. Hoe word je volwassen in deze wereld, zonder jezelf kwijt te geraken: dat is ook een evolutie die Bores doormaakt.”
Hoe voelt het eigenlijk, debuteren met een boek?
“Maf! Ik heb altijd wel gedacht dat er een boek zou komen, en zeker de voorbije twee jaar volgde de ene concrete stap uit de andere. Ik kon dus wel wennen aan het idee van een eigen boek in de winkel. En toch vind ik het heel raar dat mijn naam nu op een boekenkaft staat. En dat mensen die ik nog nooit ontmoette dat boek vastpakken en lezen.”
En dat smaakt naar meer?
“Ik heb de voorbije maanden geprobeerd om het wat rustiger aan te doen. Maar mijn hoofd staat nooit stil. Ik heb dus nog geen groot plot voor ogen, maar er zitten alweer een heleboel feitjes en ideetjes klaar, die zich een weg zoeken naar elkaar.” (lacht)
Je dankt achterin je boek een hele reeks mensen, onder meer ‘mijn mededuifjes, die als de beste begrijpen hoe het is om altijd ‘aan’ te staan’. Slaat dat op dat nooit stilstaande hoofd van je?
“Zeker! Mijnmededuifjes zijn de mensen uit het Letterzettercollectief, een ludieke naam die we elkaar geven. Maar het doet mij inderdaad echt deugd om deel uit te maken van een groep mensen die stuk voor stuk zo begeesterd zijn door taal. Dat voortdurend opslorpen van alles wat rond me gebeurt, en dat ook constant proberen te vertalen: zij snappen dat.”
“Ik heb een warme familie en lieve vrienden, maar zij begrijpen dat niet zo goed. Dat ik daarover wel kan praten met anderen die ook zo’n vol hoofd hebben, dat zij met mij meedenken en omgekeerd, dat is heel fijn.”
Vermoeiend, dat volle hoofd?
(lacht luid) “Ah, dat gebeurt. Maar door wat ik ermee kan maken, door de verhalen die ik ermee kan vormen, geeft het mij vooral veel voldoening.”
Wat en wie lees je zelf graag?
“Bart Moeyaert natuurlijk, maar ook Tom Lanoye of Dimitri Verhulst om er maar een paar te noemen. En veel verschillende genres: klassiekers, hedendaagse romans, strips… Maar de liefde voor taal vind ik niet alleen in boeken, ook in muziek. Zeker als het om Nederlandstalige teksten gaat. Taal en cultuur zijn nauw met elkaar verbonden, teksten geschreven in je moedertaal zijn daardoor nog altijd het meest herkenbaar. Artiesten als Jelle Cleymans, Pieter Embrechts, Het Zesde Metaal en Bart Peeters staan er net om bekend om die kleine, herkenbare alledaagsheid weer te geven in hun nummers. Om het omgekeerde voorbeeld te geven: als zij hun teksten in het Engels zouden vertalen, zouden mensen buiten onze landsgrenzen zichzelf daar veel minder in herkennen. Ze snijden vaak wel een groot thema aan, maar ze doen dat aan de hand van scènes die wij als Vlamingen als de beste herkennen.”
Ga je dan ook naar hun optredens of andere voorstellingen kijken?
“Ik ben gek op de musicals van Studio 100, zoals onlangs Red Star Line. Daar geniet ik dan op zich van, maar het zorgt er ook voor dat ik telkens weer iets nieuws ontdek. Zo’n voorstelling zorgt dat ik wil weten wat destijds echt gebeurd is. Eigenlijk ga ik dus wel bewust op zoek naar inspiratie: in nieuwe series, concerten, een bezoek aan een museum, een stadswandeling… Inspiratie zit echt overal.”
Je draagt je debuut op aan je jongere broer, ‘de boekenhater’.
“De evolutie die Bores doormaakt, is een beetje gebaseerd op de relatie tussen mijn broer en ik, ja. Niet dat we vroeger vechtend over de vloer rolden, maar we zijn heel verschillend. Mijn broer is heel impulsief, zegt altijd zijn gedacht, ziet er ook stoer uit met zijn baard en tattoos. Je zou niet denken dat we uit hetzelfde nest komen. Maar nu we ouder zijn, komen we heel goed overeen. Ik kan om niemand zo hard lachen als om mijn broer.”
En? Heeft hij het boek al gelezen?
“Hij is er bíjna doorheen.” (lacht)
‘Voor de nieuwe maan’ door Tine Lefebvre, Uitgeverij Pelckmans, 256 blz., 19,50 euro.
Wie is Tine Lefebvre?
• Tine Lefebvre (29) groeide op en woont in Bissegem.
• Ze studeerde taal- en letterkunde en bedrijfscommunicatie, en werkte onder meer als copywriter. Momenteel is ze communicatieverantwoordelijke bij Hogeschool Vives.
• Ze maakt ook deel uit van het Letterzettercollectief van Kortrijk.
• Sinds enkele weken ligt haar debuut Voor de nieuwe maan in de winkel.
Meer op http://www.bvre.been @ tinelefebvreTips van Tine
• “Lampje van Annet Schaap is een boek dat zowel kinderen als volwassenen met plezier lezen. Annet slaagt erin om een gevoelig maatschappelijk thema op een heel kleine, bevattelijke manier te vertellen, in een prachtige taal. Een aanrader!”
• “Ik heb alle musicals van Studio 100 van de voorbije tien jaar gezien. De beste was voor mij tot nu toe 14-18, die helaas niet meer opgevoerd wordt. Maar de huidige voorstelling Red Star Line is ook een topper: mooi verhaal, goed geacteerd, indrukwekkende muziek en decors.”
• “In de podcast Bende van het boek zetten de vriendinnen Sara en Trees telkens een gezellige babbel op over een boek, met thee en taart. Ik heb nog geen aflevering gemist.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier