Bent Van Looy: “Vader zijn bezorgt me elke dag geluksmomenten”
Alles wat Bent Van Looy doet – muziek of radio maken, kunst schilderen, een toeristische gids bijeen pennen of een kledingcollectie ontwerpen – ontstaat vanuit zijn drang om verhalen te vertellen. Daarmee maakt hij anderen graag enthousiast voor wat mooi en creatief is in deze wereld, en zo ook wil hij de nieuwsgierigheid van zijn dochters naar het leven prikkelen. “Ik denk wel dat ik een goeie vader ben, ja”, blikt hij net voor Vaderdag op de jongste jaren terug.
Het voorbije jaar bracht Bent Van Looy grotendeels door in zijn atelier in hartje Antwerpen, waar hij na jarenlang niets geschilderd te hebben, de verfkwast weer opnam. Maar hij schreef er ook een boek over Parijs waar hij samen met zijn vrouw Martena Duss tien jaar woonde, en ontwierp er een nieuwe collectie hemden. Een man van veel interesses, en dat bevalt hem uitstekend. “Ik kan me voorstellen dat het voor velen verwarrend is, want wat doe ik nu eigenlijk allemaal”, glimlacht hij. “Maar ik ben nu eenmaal nieuwsgierig. Ik krijg al meteen honger als iemand nog maar een leuk idee oppert. Van mij krijg je sneller een ja dan een nee . Ik ben een maker . Ik schrijf muziek, treed op, heb schilderkunst gestudeerd… En daar voel ik me goed bij.” Niet dat de wereld buiten het culturele leven hem niet interesseert, integendeel. “Sport is een blinde vlek voor mij; daar snap ik gewoon niets van. Maar verder kun je me voor gelijk wat warm maken.”
En dat leidt tot soms verrassende resultaten, zoals zopas een nieuwe, eigen hemdencollectie. Bents passie voor kledij is dan wel bekend, maar eerder uitgebrachte collecties – een samenwerking tussen Das Pop en het Franse merk Le Mont Saint Michel en nadien een – eigen lijn The Jante Law – leerden hem dat de investeringen om een merk op te bouwen zwaar wegen. “Het leek me uiteindelijk toch leuker om muziek te maken.”
Maar toen de zaakvoerders van SCHAAP Tailors, bij wie hij zijn kleding laat maken, hoorden dat Bent opnieuw schildert, stelden ze voor om voor hem een echt ‘schilderspak’ in elkaar te zetten. “Een pak op maat, waar ik ‘s morgens in stap en dat helemaal onder de verf mag komen te zitten. Bovendien gemaakt uit hetzelfde linnen als dat waarop ik schilder, uit de ateliers van Libeco in Meulebeke. Dat familiebedrijf, met heel wat traditie, intrigeerde me. Daar worden prachtige, kwaliteitsvolle producten gemaakt, die bekend zijn tot in Japan. In hun ateliers bleek nog restlinnen te liggen, ooit gefabriceerd voor een Japanse klant, en dat bracht ons op het idee om er vier zomerhemden mee te ontwerpen.
Waar ontstond jouw fascinatie voor kledij ooit?
“Als kind al verkleedde ik me graag. Voor mijn verjaardag vroeg ik mijn moeder niet om speelgoed, maar wel of ze een boerenpak voor mij wilde maken. Tot in detail zoals ik het in mijn kinderboeken zag staan. Dat deed ze dan ook, en ik kon me geen mooier geschenk voorstellen. Zo trok ik dan naar school, me volledig één voelend met mijn personage.”
“Die kleren gaven me het gevoel dat ik kon zijn wie ik wilde. Nu was dat boerenpak wel vrij extreem, maar tot vandaag is het nog altijd hoe ik naar kleding kijk: als iets magisch, zoals de cape van Superman. Kleren kleuren mijn dag. En zijn tegelijk een vorm van bescherming, in de juiste kledij doet niemand mij wat.”
De hemden uit jouw collectie worden geproduceerd uit restlinnen. Hoe belangrijk is voor jou dat duurzaamheidsverhaal?
“We kunnen er niet meer omheen, maar spullen en materialen met een verleden hebben mij sowieso altijd al geboeid. Zulke objecten dragen een geschiedenis mee, een lading , en dragen daar de sporen van. Bovendien zijn ze veelal beter gemaakt. Als kledij of een meubel of object dus een nieuw leven kan krijgen, moeten we die kans niet laten schieten. Ik doe mijn best om bewust te leven op dat vlak, al weet ik ook wel dat ik dikwijls faal.”
Ik beschouw mezelf nu als een beginnend kunstenaar die aan de weg timmert
En dan heb je zonder nadenken toch weer een paar sokken bij H&M gekocht?
“Nooit. Fast fashion vind ik verschrikkelijk. Droevig ook. Het is kledij die veelal gekopieerd wordt van deze van hardwerkende ontwerpers, uit stoffen van slechte kwaliteit en geproduceerd in slechte omstandigheden. En dat om hoogstens één seizoen gedragen te worden. Een goed kledingstuk kost dan wel het dubbele, maar gaat twintig jaar mee. Dat haal je er in geen tijd uit.”
Dat vraagt van een mens dan wel een duidelijk idee van wat hij of zij de volgende twintig jaar wil dragen.
“Klopt. En daar moeten we dan ook opnieuw naar op zoek. Van een goed gekozen stuk dat je perfect past heb je zoveel meer plezier dan van zo’n losse flodder . Het gaat voor alles op natuurlijk, ook voor muziek. Ik dreig nu als een oude man te klinken, maar ik herinner me hoe we urenlang in platenbakken zochten naar die ene specifieke band en nu stroomt het gewoon uit onze smartphones. Ik zeg niet dat dat allemaal fout is, maar het zorgt toch voor een heel andere beleving: als je naar iets hebt moeten zoeken, er moeite en geld in geïnvesteerd hebt, dan apprecieer je het resultaat veel meer.”
De vier hemden verwijzen naar plaatsen waar je eerder was: de pastelstreepjes brengen je naar het mondaine Zürich, de blauwe ruitjes naar een kasteel nabij Parijs… Het verleden zit in alles wat je doet?
“Ja. De broek die ik nu draag kocht ik in een tweedehandswinkel in Parijs. Als ik die aantrek, heb ik het stukje Parijs van toen bij mij, en dat vind ik geweldig.”
Wat zette jou na jarenlang hoofdzakelijk muziek maken opnieuw aan het schilderen?
“Dat heeft weer te maken met verhalen, mijn verhaal ook, willen vertellen. Vanuit de drang om iets te maken, opnieuw een poging om de wereld te vertalen naar hoe ik die zie. Een romantisch idee eigenlijk.”
Hoe belangrijk is de appreciatie voor wat je maakt?
“Ik maak geen schilderijen voor mezelf, wel in de hoop dat ze een eigen leven kunnen gaan leiden. Dat geldt ook voor songs. Als iets af is, wil ik het laten zien aan anderen, en dan kan ik zelf weer verder.”
“Maar ik doe geen toegevingen opdat mijn schilderijen in de smaak zouden vallen. Met mijn muziek heb ik dat wel eens gedaan. Ik heb wel eens een producer of mixer gevraagd omdat ik dacht dat dat ons op grotere radiostations zou brengen. Maar achteraf gezien blijken de dingen waar ik zelf echt achterstond toch meestal de beste.”
Je wil serieus genomen worden als kunstenaar.
“Absoluut. En dat is niet altijd evident als je al wat naam als muzikant hebt. Sommigen blijven je toch bekijken als die zanger die ook wat wil schilderen of zo. Daarom was ik blij toen een Parijse galeriehouder die niet eens wist dat ik muzikant ben, me vroeg of hij een tentoonstelling met mijn werk mocht opzetten vorige zomer. Hij vroeg het om de juiste reden. Ik beschouw mezelf nu als een beginnend kunstenaar die aan de weg timmert.”
En intussen schreef je een gids voor Parijs bij elkaar, de stad waar je tien jaar woonde. Een lofzang?
“Ja, hoewel ik vroeger niet eens zo gek was op de stad. Ik kende Parijs van een occasionele schoolreis of een optreden, en zag er vooral de bombast, de gebouwen die iedereen gezien moet hebben… Tot we er gingen wonen voor Martena’s werk en ik een Parijs ontdekte dat ik nog niet kende. Dat soort plekjes en adresjes zorgden ervoor dat ik wel van de stad ging houden, en die heb ik gebundeld in een boek. Op die manier was ik in mijn hoofd zelfs tijdens de lockdown elke dag een beetje op reis. Ik zou het wel zien zitten om dat ook voor andere steden te doen.”
Mijn dochters doen me met nieuwe ogen naar de wereld kijken
Maar je kwam wel terug naar Antwerpen.
“Omdat we intussen een dochter hadden, en dat viel moeilijk te combineren met onze jobs waarvoor we vaak op reis zijn. Omdat een atelier huren in Antwerpen goedkoper is ook. Bovendien hadden we het gevoel dat we Parijs wel zo’n beetje gezien hadden.”
Vader worden stond aanvankelijk niet op de planning. Wat bracht je op andere gedachten?
“Ouder worden misschien? Ik was vroeger altijd onderweg, op tournee. We leidden een energiek en druk leven. En ik had niet gedacht dat ik dat ooit zou willen opgeven. Tot er een tijd aanbrak waarop het allemaal niet meer zo nodig hoefde , en ik Martena vroeg om toch eens over kinderen na te denken.”
“We hebben nu een totaal ander leven inderdaad, veel gerichter. Ik moet nu overdag goed doorwerken omdat ik de meisjes na school ga ophalen en dat ándere leven dan begint.”
Wat voor meisjes zijn ze? Hoe ervaar je het om hun papa te zijn?
“Ze zijn heel verschillend. Harper is nu zes en heel dromerig, verfijnd, heel erg into verhalen ook. Tosca die nu anderhalf is, is eerder een wilde leeuw, intens en grappig. En ik vind het verrijkend om met hen om te gaan. Een leven zonder kinderen had ook gekund en was zeker niet minder waardevol geweest, wel anders.”
“Vader zijn bezorgt me elke dag een paar pure geluksmomenten. Met Tosca ‘s morgens uit het raam kijken waarbij ze gek wordt omdat er een duif zit: geweldig is dat. Mijn dochters doen me met nieuwe ogen naar de wereld kijken, en dat vind ik heel mooi.”
“Het heeft me zeker minder hard gemaakt, flexibeler ook. Minder vastgeroest. Je kunt wel altijd je zin willen doen, maar met kinderen gaat dat niet. Je moet je aanpassen aan hen en aan de situatie.”
Ben je de vader die je wil zijn?
“Ik wil een vader zijn die zijn kinderen mooie verhalen vertelt en hen benieuwd maakt naar het leven en de wereld. En ik denk wel dat ik daarin slaag.”
Wie is bent Van Looy?
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier