Louise Carton: “Ik wou dit verhaal niet schrijven zonder mijn vader”

Louise Carton: "Ik denk niet dat ik in een zwart gat zou vallen, mocht ik morgen stoppen." (Foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Jasmien Aernout
Jasmien Aernout Medewerker KW

Louise Carton stootte vier jaar geleden Veerle Dejaeghere van de troon in het veldlopen. Het leven was daarna helaas niet zo lief voor haar: de dood van haar vader, een mislukte Olympische Spelen, ontslag bij Sport Vlaanderen. Vandaag wil de 24-jarige Oostendse vooral opnieuw plezier vinden in haar sport.

“Wat een unieke setting voor een interview”, lacht ze enthousiast bij aankomst op de Mercator. “Hoewel ik van Oostende ben, voelt dit toch speciaal aan. Vroeger was ik wel eens op het schip, met mijn ouders. Maar dat is vele jaren geleden. Het is tijd dat ik de geschiedenis nog eens opzoek.” Ze vraagt of ze foto’s mag nemen in de hut van de commandant, waar we het interview doen. Het typeert Louise Carton. De nummer een van het Belgische veldlopen is méér dan een atlete. Ze is trouwens net terug van een avontuurlijke reis doorheen Sri Lanka. “Een groepsreis met allemaal mensen die ik niet kende. Het is supergoed meegevallen. Ik heb zeventien dagen lang geen loopschoenen aangeraakt. Ik heb dat nodig om mijn hoofd even leeg te maken.”

Van wat was je meest onder de indruk?

“Van de natuur, zonder twijfel. In connectie met de natuur kan ik helemaal zen worden. We zijn de Adam’s Peak opgeklommen om 2 uur ‘s nachts. Toen we boven kwamen, zagen we de zonsopgang. Dat was indrukwekkend. Dat kan me écht raken, veel meer dan een stad of een gebouw. Ik was altijd al een avontuurlijk type. Vroeger trokken wij met de tent op reis. Dat was heel leuk.”

Stel: ik geef je dit schip in handen. Waar vaar je naartoe?

(blaast) “Waar zou ik niet naartoe varen? Dat is misschien een betere vraag. (lacht) Ik wil álles zien. Maar eerst zou ik een lange tocht maken op de oceaan, volledig afgesneden van de wereld. Geen telefoon, geen sociale media, geen verwachtingen van buitenaf. Dat mag met vrienden en familie, dat hoeft niet. Ik zou me sowieso af en toe afzonderen. Ik heb dat nodig.”

En lezen?

“Zeker. Ik heb boeken nodig in mijn leven. Dat hoeft niet altijd zware literatuur te zijn. Dat kan ook een makkelijke roman zijn. Ik wil meer in mijn leven dan atletiek. Boeken zijn ook belangrijk voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik lees bijvoorbeeld veel over het belang van mentale gezondheid. Als iets fout loopt, moet je naar jezelf kijken. Jij bent de enige die macht heeft over je eigen leven.”

“Ik wil meer in mijn leven dan atletiek. Ook het leven na de sport moet waardevol zijn”

Spelen omgevingsfactoren geen rol?

“Jawel. Ik durf ook hulp vragen aan mijn omgeving als ik het moeilijk heb. Ik heb enkele zware jaren achter de rug (2016 en 2017, red). Ik heb toen een psychologe geconsulteerd. Dat heeft mij ook geholpen. Maar uiteindelijk ben je zelf verantwoordelijk voor het resultaat. Jij moet aan de slag met wat daar verteld wordt.”

Je vader is vier jaar geleden overleden aan hartfalen tijdens het lopen. Speelde dat mee in die dip?

“Ik denk van wel, ja. Ik heb dat wellicht lange tijd onderschat. (zwijgt even) Ik besef nu pas welke impact zijn overlijden op mij heeft gehad. Van de ene dag op de andere was hij er niet meer, mijn vader, die zo belangrijk voor mij was. Ik was op stage in Frankrijk. De dag voordien hadden we nog gepraat via Skype.”

Hij heeft je ook op het pad van de atletiek gebracht, niet?

(knikt) “Hij is op zijn veertigste beginnen lopen, soms tot vijf keer per week. Hij was goed, hoor. Hij zag ook dat ik talent had. Hij heeft mij een eerste keer proberen te overtuigen toen ik zeven was. Tevergeefs. (lacht) Een jaar later luisterde ik wel naar hem, en sloot ik me aan bij een club. Vandaag kan je zeggen dat hij mijn talent goed ingeschat heeft. Lopen werd uiteindelijk onze gedeelde passie.”

Is dat zo, dat tijd de wonden heelt?

(blaast) “Ik twijfel daaraan. Ik denk niet dat ik ooit zal kunnen wennen aan een leven zonder hem. Natuurlijk: het eerste jaar is het meest intense jaar. Dat was vooral overleven, voor de hele familie. De eerste keer Kerst zonder hem, zijn eerste verjaardag, noem maar op. Na dat jaar voelde je toch even wat opluchting. Oef, we hebben dit al overleefd. (even stil) Ik ben toen écht doorgebroken als atlete. Dat heeft altijd wrang aangevoeld. Ik vond dat niet juist. Ik wou dit verhaal eigenlijk niet schrijven zonder hem. Dit was ons gezamenlijk verhaal. Maar je moet verder. Je kan niet anders.”

Heeft zijn overlijden je kijk op het leven veranderd?

“Zeker. Je kan beter relativeren. Je beseft ook heel goed dat je iets moet doen in je leven dat je leuk vindt. Als het voor mij ook gedaan zou zijn op mijn vijftigste, wil ik een leven geleid hebben dat waardevol is.”

“Mijn vader was heel belangrijk voor mij. Ik besef nu pas welke impact zijn overlijden heeft gehad”

Geniet je vandaag van je leven?

“Meer en meer. Ik heb geleerd uit de fouten die ik in 2016 en 2017 maakte. Toen liet ik me leiden door de externe verwachtingen en de prestaties. Ik was voortdurend bezig met mijn tijden, met mijn volgende wedstrijd, met mijn contract. Dat werkte destructief. Ik wil me voortaan focussen op de essentie. Sport is mijn passie, mijn leven. En ook al heb ik sinds dit jaar geen contract meer, ik wil toch gaan voor die passie. Maar ook naast de sport wil ik me blijven ontwikkelen. Ik heb een bachelor kinesitherapie op zak. Ik volg afstandsonderwijs personal coaching, ik volg taallessen. Ik wil klaar zijn voor het leven na de sport. Ook dat moet waardevol zijn.”

Hoe overleef jij zonder contract?

“Ik krijg een werkloosheidsuitkering dankzij een nieuwe samenwerking tussen Sport Vlaanderen en de VDAB. Ik ben ook vrijgesteld van sollicitatieplicht. Dat helpt om mijn huur en onkosten te betalen. Ik hoop natuurlijk dat ik binnenkort een nieuwe kans krijg van Sport Vlaanderen. Maar ik wil daar niet te veel op focussen. Wie een contract heeft, moet voortdurend voldoen aan hoge normen. Ik vind dat ergens spijtig. In die zin was mijn Europese titel in 2015 (veldlopen, beloften, red) misschien een vergiftigd geschenk. Dat was natuurlijk het mooiste moment in mijn carrière. Alles klopte die dag. Maar wie prestaties levert, krijgt daarna een contract, en moet vervolgens elk jaar diezelfde prestaties leveren. Ik vind dat er ook rekening moet gehouden worden met de persoonlijke evolutie van iemand. Ik was toen amper 21 jaar, ik had net mijn vader verloren. Maar goed, laat me eerst maar weer plezier vinden in mijn sport. Dat is het hoofddoel deze winter. Ik kijk er alvast naar uit. Ik ben blij dat ik opnieuw kan deelnemen aan de CrossCup, want veldlopen is nog altijd wat ik het liefste doe.”

De Olympische Spelen van Tokio in 2020, is dat het doel op lange termijn?

“Absoluut. Rio was een ontgoocheling. Ik voelde mij niet klaar toen. Dat was ook een vreemde ervaring. Ik was heel hard onder de indruk van de omstandigheden en de sfeer. Anderzijds zal dat ook wel een goede ervaring geweest zijn. Ik weet nu wat dat is, een Olympische Spelen. Ik hoop dat ik dat kan meenemen naar Tokio.”

Waarom blijf je in Leuven wonen, nu je gestopt bent met studeren?

“Mijn mama vraagt dat ook. (lacht) In Leuven zijn alle faciliteiten aanwezig om goed te trainen. Dat is de voornaamste reden. Dat is ook waarom ik in Leuven heb gestudeerd, en niet in Gent. Maar ik keer elk weekend terug naar Oostende. Ik kan mijn familie niet missen. Ik heb hier ook altijd graag gewoond. Ik had een mooie jeugd.”

Heb jij tijd voor de liefde?

(blaast) “Ik ben daar niet al te fel mee bezig. Dat ligt moeilijk. Een atleet heeft een aparte levensstijl, hé. Ik ga nooit feesten, ik let voortdurend op mijn voeding, ik ga elke avond vroeg in bed. Het is moeilijk om iemand te vinden die dat allemaal oké vindt. Bovendien leer je weinig mensen kennen als je zelden of nooit uitgaat. Op vakantie heb ik wel gefeest de laatste avond. En ik vond het leuker dan verwacht. (lacht) Dat is misschien geen goed teken.”

Je kan geen leven leiden zoals andere twintigers. Wringt dat soms?

“Ja, toch wel. Ik heb daar vorig jaar veel over nagedacht. Wil ik dit leven nog leiden? Wil ik nog alles opofferen voor deze sport? Ik heb ook andere interesses. Ik denk niet dat ik in een zwart gat zou vallen, mocht ik morgen stoppen. Ik zou ook graag eens meer op pad gaan met vriendinnen. Dat mis je wel. Maar lopen is gewoon wat ik het liefste doe. Ik zou dat niet willen inruilen om meer uit te gaan. Ik ben niet iemand om de dag nadien tot de middag in bed te liggen.” (lacht)

Een volk apart, die topsporters. Kunnen we daarmee afsluiten?

“Ja, dat is goed. Zet er maar bij dat ze allemaal een hoek af hebben. Wellicht zou het anders niet lukken.” (lacht)

(Paul Cobbaert)

Wat mist Louise van Oostende?

Familie: “Mijn mama en mijn twee zussen wonen nog altijd in Oostende. Hen mis ik natuurlijk ongelooflijk veel. Daarom keer ik elk weekend terug van Leuven, zeker sinds mijn papa gestorven is. Wij hebben veel aan elkaar. Mijn oudste zus heeft trouwens twee kindjes. Ik vind het ook heel leuk om met hen bezig te zijn.”

Ons huis: “Dat klinkt misschien vreemd, maar toch. Ik mis ons huis. Wij wonen in een oud herenhuis dat mijn ouders helemaal gerenoveerd hebben. Mijn papa was architect. Hij heeft zijn stempel gedrukt op die renovatie. Misschien is het daarom dat ik zoveel hou van dat huis. Ik voel zijn aanwezigheid daar. Alles doet aan hem herinneren. Er hangt ook altijd een gezellige sfeer. En de stilte, dat ook. Als ik in Oostende slaap, kan ik in mijn bed minutenlang genieten van de stilte. Dat is onmogelijk in Leuven. Ik woon daar in een appartement aan de rand van de stad. Altijd valt er wel iets te horen.”

De zee: “Na mijn familie zal de zee wellicht de tweede belangrijkste reden zijn waarom ik graag terugkeer naar Oostende. De zee geeft mij een gevoel van vrijheid, van openheid. Leuven is een heel mooie stad. Maar op een of andere manier voel je je daar gevangen tussen die gebouwen. Oostende is anders. Dat heeft te maken met de zee en de horizon. Ik ben nochtans geen waterrat. Ik hoef niet in de zee te zwemmen. De zee zien, is voldoende.”

IJsjes: “De ijsjes van Gelato Maxzim, die mis ik ook. (lacht luid) Die zijn zó lekker. Dat wordt ook uitgebaat door vriendelijke, authentieke Italianen. Is dat mijn guilty pleasure? Ik zou dat zo niet uitdrukken. Ik hoef me niet schuldig te voelen omdat ik af en toe een ijsje eet. Vroeger was ik daar veel fanatieker in. Vandaag eet ik waar ik zin in heb, met mate natuurlijk. Ik wil mezelf niet alle lekkere dingen onthouden. Ik train genoeg, dus dat moet wel kunnen.”

Bio

Privé: geboren op 16 april 1994 in Oostende. Is de dochter van Jan Carton (overleden in 2014) en Martine Brackx en de jongere zus van Ann en Margo. Groeide op langs de Plantenstraat. Volgde lager onderwijs in Basisschool Vogelzang en middelbaar onderwijs in het Koninklijk Atheneum Pegasus. Behaalde een bachelor in de Kinesitherapie en Revalidatiewetenschappen aan de KU Leuven.

Loopbaan: professioneel atlete. Pakte goud op het Europees veldloopkampioenschap voor beloften in 2015 en zilver op de 5.000 meter voor beloften, eveneens in 2015. Heeft drie Belgische titels in het veldlopen. Nam deel aan de Olympische Spelen van Rio in 2016.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier