Bob Savenberg treedt op in West-Vlaanderen, maar was ooit werkzaam bij Roularta in Roeselare én vindt dat de mooiste vrouwen in Brugge wonen

Bob Savenberg werkte in de jaren tachtig zelfs voor ons bedrijf Roularta. © PADI/Daniël
Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

Wat weet jij allemaal van Bob Savenberg? Inderdaad, hij was oprichter én drummer bij Clouseau, maar dat is al 25 jaar geleden. Hij is ook dé man met rugzakken vol successen. Van ‘Alleen met jou’ tot ‘Breek de stilte’ over ‘Brandweer’, ‘Afscheid van een vriend’ en ‘Swentibold’. Het zijn allemaal zijn eigen nummers met passende verhalen, die hij tijdens zijn optreden brengt. Wij wisten al veel over Bob Savenberg, maar tijdens onze babbel bij House of Entertainment in Aalst kwamen we nog heel wat West-Vlaamse weetjes te weten, die Bob in ’t verleden nog nooit aan ons verklapte. “Ik was studiemeester-opvoeder in Alsemberg, maar in de periode 1982-1983 werkte ik als verkoper voor Roularta. Ik deed mijn opleiding in het hoofdkantoor in Roeselare en werd dan verkoper voor de regio Asse-Dilbeek-Ternat. En wat Brugge betreft: daar wonen de mooiste vrouwen, vind ik toch. Geeft dat te maken met hun Spaanse voorgeschiedenis? Ik weet het niet”, glimlacht Bob.

Je stond vele jaren – ik denk zelfs 25 jaar – niet op een podium. Hoe voelt het om terug op een podium te staan als artiest?

Bob: “Geweldig, maar dat heeft ook te maken met de drie jonge muzikanten die zo gedreven zijn. We vormen een bandje dat verder leeft buiten de optredens en repetities. We hebben een Whatsapp-groepje en daar worden allerlei plannen gesmeed. Die optredens, dat is super om te doen. Je voelt de respons. De mensen vinden het tof van de verhalen achter de liedjes te horen. Eén springt eruit, namelijk ‘Afscheid van een vriend’. Ik leg een kwartier uit hoe wij aan dat liedje zijn gekomen. De mensen kijken dan raar op, want ze hadden zo’n verhaal niet verwacht rond dat liedje. Een tipje van de sluier? Awel, er waren twee liedjes nodig om tot ‘Afscheid van een vriend’ te komen, maar meer verklap ik niet.”

Je praat voortdurend over ‘de broers’ en ‘dat populaire bandje’, zonder iedereen met naam en toenaam te noemen in jouw voorstelling. Is dat bewust?

Bob: “Neen… Ik ben al veranderd van aanpak. Ik kreeg daarover een opmerking na de première. Beschaamd of ruzie? Neen, ik vond dat gewoon grappig. Als we vroeger bij Clouseau spraken ‘over de jonge zanger’, dan was dat om te lachen: ‘Vraag het aan de jonge zanger’. Ik was mij daar niet van bewust. Het was precies of er iets fout was tussen Clouseau en mij. Daarom dat ik dat nu zeg tijdens mijn optredens. Spreek ik over ‘de jonge zanger’, dan spreek ik over Koen. Ik praat echter ook over Kris of over Clouseau. De mensen mogen er echter niet een verkeerd idee over krijgen. Het is niet dat ik niet mag over Clouseau spreken hé. De mensen moeten echter niet komen kijken om smeuïge verhalen van Clouseau te horen, want ik vertel gewoon over het verhaal achter de song en dat heeft niets met Clouseau te maken. Er is maar één liedje ‘Geef het op’ waar Clouseau aan te pas komt, omdat dit liedje in opdracht werd geschreven. Dat is een ander verhaal. En de andere liedjes, daar heeft Clouseau dus niets mee te maken. Het enige wat ze deden was dat ze het zongen.”

Hoeveel liedjes komen er aan bod in je theatervoorstelling?

Bob: “Dat hangt er van af…”

Hoeveel ze betalen?

Bob (lacht hevig): “Dat is een goeie! Dat hangt ervan af van de avond en wat er allemaal kan gebeuren. Soms praat ik langer, maar we proberen het binnen de twee uren te houden. Meestal zijn dat zestien liedjes en al de rest is gepraat.”

Ik herinner mij een artieste die optrad in de Lotto Arena en veel sprak tussen haar liedjes, waardoor het optreden telkens omlaag werd getrokken. Is veel praten tijdens een voorstelling geen nadeel?

Bob: “Ik speel niet in de Lotto Arena, zoiets kan ik daar zelfs niet brengen. Ik treed vooral op in culturele centra, waar dat wel kan en mag. Ik vertel verhalen. Ik ga het misschien onbeleefd zeggen, maar ik breng een stuk stand-up comedy, gemengd met liedjes. Ik spaar mezelf niet. Ik veeg met m’n eigen de vloer aan. Ik denk dat de mensen die verhalen graag horen. Je kan lang praten over een liedje zoals in de Lotto Arena, maar daar heb je een show op te bouwen en zoiets past daar niet. Maar ik breng een theatervoorstelling en daar gaat het over de verhalen achter de liedjes.”

Wat is de drijfveer voor je achter deze voorstellingen? Eens iets anders doen?

Bob: “Recent las ik dat Eric Van Looy in een interview zei dat hij op een leeftijd komt waarin hij bepaalde dingen nog wilt doen en waar hij voor bepaalde zaken wordt gevraagd. Ik moest een stap zetten om terug onder het publiek te komen, want ik was door die Clouseau-periode wat mensenschuw geworden. Nu is dat over. Ik vind het heel fijn om op te treden en om nadien de reacties van de mensen te vernemen. Ik krijg vaak de opmerking van mensen dat ik bepaalde songs schreef, zoals ‘Afscheid van een vriend’. Terecht, want Koen schreef die tekst, maar het verhaal erachter weten ze niet. Ik was maar de drummer van Clouseau, maar ze beseften niet dat ik heel veel songs schreef. Na de voorstelling ga ik direct naar de mensen aan de bar om even bij te praten en te luisteren wat ze vonden van de voorstelling. Ook de culturele centra wisten niet wat ze van mijn optreden konden verwachten, maar als nadien een programmator zegt dat het toffer was dan hij had verwacht. Ja, zoiets hoor ik graag. Die liedjes van Clouseau en mezelf zijn nodig om dat theaterstuk te brengen. Eigenlijk draait het rond die verhalen. Hoe kom ik aan ‘Brandweer’, hoe kom ik aan ‘Swentibold’. Komt dat door een tankstation langs de autostrade? Neem, daar komt het niet van. Ik vertel ook niet altijd dezelfde verhalen. Roept er iemand iets uit het publiek, dan ga ik daarop in en dan weten ook mijn muzikanten niet direct wat er zal gebeuren en hoe ze moeten reageren. Op het eerste optreden was mijn oudste dochter aanwezig. Dan vertelde ik over onze moeilijke band en dat ik opa zal worden. Als mijn jongste dochter Jade er is, dan praat ik dat zij de aansteker is dat ik terug ben beginnen zingen. Op de gastenlijst van Aarschot zag ik mijn zoon Nino Savenberg staan. Ik belde naar de muzikanten dat we een ander liedje gingen zingen. Dan ga ik eens de vloer met mijn zoon vegen, want zijn schoonfamilie zit erbij. Maar zoiets maakt het leuk en op die manier kan je een ander optreden geven.”

Je theatervoorstellingen breng je met drie jonge muzikanten. Hoe heb je die geselecteerd of werk je er al lang mee?

Bob: “Manu ken ik als gitarist bij Mathias Vergels, waar ik lang het management van deed. Bram leerde ik eveneens kennen via Mathias. Oorspronkelijk gingen we dat met ons drie doen. Ik bracht ‘Tranende loop’ uit. Daar zit een viooltje in. We moesten een videoclip opnemen. Daar kwam plotseling een dame opdagen, die meespeelde op de viool. Ik vond dat schitterend. Dus nodigden we Vanessa ook uit voor een repetitie en we besloten haar te betrekken in onze theatertournee. Vanessa is een Poolse en dan vegen we ook de vloer tijdens het optreden met die Poolse (lacht). Iedere keer is er wel iets waardoor de voorstelling anders wordt.”

Je speelt met die theatertournee op 12 maart in Waregem en op 3 april in Zedelgem. Hoe belangrijk is voor jou West-Vlaanderen?

Bob: “Heel belangrijk! Als je een toer doet, dan doe je een toer en dan probeer je op zoveel mogelijk plaatsen te geraken. Ik zou nog veel meer plaatsen willen aandoen, maar dat moet groeien. Er moet over gepraat worden. Als de mensen erover praten, dan bestaat de kans dat we volgend jaar op nog meer plaatsen komen. West-Vlaanderen is ook belangrijk voor mij, omdat ik een watermens ben en water vind je enkel aan de zee. Dat trekt mij aan. Anders moet je al vlug naar het buitenland gaan. Met Clouseau speelden we vaak aan de kust. Van Knokke tot Oostende en Blankenberge. We speelden ook veel in Brugge. Ik vond dat leuk. West-Vlamingen hebben een andere manier van reageren op wat je vertelt. Met Clouseau deden we een theatertour en de respons dat we daar kregen was totaal anders dan in andere provincies. De ene mop lukt in West-Vlaanderen, maar in Limburg niet meer.”

Bob: “Ik sta twee uren op het podium, werk als stand-up comedy en zing liedjes.”
Bob: “Ik sta twee uren op het podium, werk als stand-up comedy en zing liedjes.” © PADI/Daniël

Maar als ik West-Vlaanderen zeg, wat is dan het eerste waar deze man uit Sint-Genesius-Rode aan denkt?

Bob: “Als het met vrouwen te maken heeft, dan zeg ik direct Brugge waar er uitzonderlijk veel keimooie vrouwen wonen. Heeft dat te maken met de Spaanse invloeden uit het verleden? Ik had er ook een zestal maanden een relatie met een fijne dame, waarvoor ik iedere avond van Brussel naar Brugge reed. Ik ontdekte op die manier meer de stad, met de restaurantjes. Die binnenstad is nog zo middeleeuws. Een vriend van vroeger van mij verhuisde van Halle naar Brugge. We gaan dan eten, dichtbij die reien. Dat is zo zalig. Ik ben verkocht aan Brugge. Ik denk ook altijd terug aan Roeselare. Waarom? Ooit werkte ik in mijn leven. Jawel, ik heb ook nog gewerkt (lacht). Ik was studiemeester-opvoeder in Alsemberg en daarna werkte ik anderhalf jaar voor Roularta als verkoper van reclame. Ik volgde een opleiding in het hoofdbureau in Roeselare en verhuisde dan naar het kantoor in Halle. Ik werd verantwoordelijk voor Asse-Dilbeek-Ternat. Dat was de periode 1982-1983. Ik deed dat maar twee jaar, want toen was ik al bezig met muziek. Hoe meer ik verdiende, hoe meer ik investeerde in muziek. Ik had nooit een plan B. Mijn plan A was wereldberoemd worden. ’t Lukte mij enkel in Vlaanderen (lacht). Werken was voor mij een noodzakelijk kwaad om mij beter te kunnen uitrusten. Later kwam Roeselare terug, omdat we met Natalia heel veel speelden in Schiervelde en in die prachtige zaal De Spil, dichtbij Roularta. Qua akoestiek is die zaal werkelijk de max.”

Wat maakt spelen in een theater voor jou zo uitdagend?

Bob: “Dat je juist kan vertellen. Als het geen grote theaters zijn, kan je ingaan op de repliek van de mensen. Ik maakte ooit mee dat er iemand recht stond, die naar ’t toilet ging. Awel, terwijl die mevrouw opstond om te gaan plassen, legden we de show stil en vertelde ik over iets anders (lacht). Recent deed ik dat in Herzele ook. De voorstelling duurt twee uren en dus zei ik: Als er iemand moet plassen, dan is het belangrijk dat je nu gaat of anders kan Bram zijn laatste single al spelen. Bram wist van niets, maar hij zou het wel gedaan hebben. Grappig toch! Zoiets kan je niet doen met een liveband, maar dat staat wel nog op mijn bucket list. Wat ik ooit nog wil doen, is inderdaad optreden met een live-band, maarja… wel met de mensen waarmee ik nu samenwerk. Maar Bram (Van Den Berghe) heeft het zo druk met Bram & Lennert, met zijn solo-project, met Niels Destadsbader, enz. Ik wil met hen spelen en leute maken, want ook achter de schermen is het bij ons plezant. Ik maakte andere dingen mee in mijn leven, waar de bandleden met moeite tegen elkaar spraken. Dat is niet tof. Manu speelt bij Mathias, bij Rik De Leeuw, is tourmanager van De Kreuners. Vanessa heeft haar eigen projecten. Mijn muzikanten weten wat te doen en dus doen we dit jaar geen live-optredens, omdat ze niet vrij zijn. Het is met hen of niet.”

Je bent eind vorig jaar zestig geworden. Hoe blik je terug op jouw voorbije jaren?

Bob: “Ik werkte enkele jaren om te kunnen doen wat ik wou doen. Dat is dan als een stoomtrein vertrokken. Ik kon van mijn hobby mijn beroep maken. Door corona kwam ik in een rustiger vaarwater terecht. Mijn bedrijf is al twee jaar dicht. Ik was 24 op 24 uren bezig, en plots was het nul en begon ik mij met Netflix bezig te houden. Ik ben nu 60. Wat erbij komt, is een extra. Mijn hobby is nu de theaters doen. Ik investeerde om te kunnen theater maken en ik vind dat leuk. Ik heb vier toffe kinderen en ik word opa. Ik vind dat wel leuk. Mijn dochter heeft lang getwijfeld om kinderen te krijgen, omdat ze een zwakke gezondheid heeft en veel pijn lijdt, maar sinds ze zwanger is voelt ze die pijnen niet meer. Ligt dat aan de hormonen? Dat zorgde dat de band tussen ons sterker is geworden. Dit sinds pas vijf jaar, want we hebben een moeilijk verleden achter de rug. Ik dacht altijd dat mijn zoon Nino vroeg vader zou worden. Hij spreekt er al vijf jaar over. Wat de leeftijd van mijn kinderen is? Mijn oudste dochter Talle is 32, Nino 25, Jade 15 en Leon 11. Dat houdt mij jong. Ik heb vier kinderen bij drie vrouwen. Dat is echt waar. ’t Geeft zijn voor- en nadelen. Als je spreekt over techniek. Ik dacht dat ik veel wist over sociale media, maar als ik dan Jade bezig zie… ja, dan krijg ik nog lessen bij hoor. Ook qua muziek leert Jade mij van alles kennen, denk maar aan TikTok. Die maakt dat de kinderen van nu de vroegere vedetten kennen hé.”

Was die band met je oudste dochter een lange periode moeilijk?

Bob: “Zeker en vast. Talle is nu 32 jaar en ’t is maar vijf jaar dat we terug een goed contact hebben. Dat kwam door de scheiding hé. Ik vertel daar ook over in m’n theatertour. Ik noem mezelf een expert in scheidingen, ik maakte er drie mee. Een vechtscheiding kan ik afraden. Als je kinderen hebt, moet je uw verstand op nul zetten en je kinderen op de eerste plaats zetten. Tijdens ‘Vrijdag vandaag’, vertel ik dan dit verhaal. In Herzele waren mijn jongste twee kinderen met mijn ex in de zaal. Ik zei dan: mijn twee jongste kinderen zitten hier in de zaal, samen met hun mama. We wonen 400 meter van elkaar we hebben een keigoede band. We hadden het ook moeilijk. Uit elkaar gaan is niet plezant, maar na twee jaar was alles opgekuist. Nadien kwam ze backstage en vertelde ze haar visie over de show. Onze Leon werkte met de roadies backstage mee en vroeg om naar de show in Wetteren terug te mogen komen.”

Heb je nu een relatie of ben je eenzaam en alleen op deze wereld?

Bob: “Mijn hond zit in de auto. Ik kocht een puppy aan om gezelschap te hebben, maar die gaat overal mee, zelfs naar de optredens. Ik heb meer materiaal mee voor hem, dan voor mijn instrumenten. In de extra kleedkamer worden er matten gelegd, zijn eten en drinken… Hij slaapt daar.”

Zorgt ouder worden voor meer rust in je hoofd en je leven?

Bob: “Neen! Ik maak mij soms wat zorgen over het feit dat ik last heb van mijn geheugen. Dat is niet enkel mijn teksten niet kennen, maar ook iets vergeten dat ik al ooit vertelde aan iemand. Ik krijg opmerkingen van mensen dat ik al ooit iets vertelde, zonder dat ik het nog wist. Ik keek tv, er vroeg iemand wat ik die avond deed en ik wist niet meer naar wat ik had gekeken. Dat baart mij zorgen. Is dat een gevolg van de corona die ik ooit had? Ik weet het niet, maar ik vroeg aan mijn huisarts om even een test te mogen doen. Is dementie erfelijk, want dat zit in mijn familie. Maar anders zie ik nog naar zoveel om uit te kijken.”

Je spreekt vaak vol lof over het mooie Zweden, waar jouw poulain Staf Coppens een camping uitbaat? Ging je al langs?

Bob: “Natuurlijk, zelfs met mijn zoon Leon. We waren allebei betoverd door de rust, het wondermooie landschap. Ik was van plan om in 2023 te verhuizen naar Zweden. Ik zou een ‘huisje’ kopen bij Staf en daar vooral genieten, maar nu wil ik eerst zekerheid over mijn gezondheid. Als ik in Zweden woon, dan zit ik alleen hé. Zit ik in de nabijheid van Staf, dan is dat toch op 50 km. Je hebt niet direct een ziekenhuis dichtbij hé. Stel dat de dementie bij mij op komst is, dan zou ik daar wel kiezen voor een vakantieverblijf, maar niet definitief wonen.”

Breng je nog nieuwe muziek uit?

Bob: “Ja, maar ik moest dat uitstellen omdat ik te weinig adem heb, met dank aan corona. Zolang mijn longen nog niet goed zijn, begin ik daar niet aan. Maar ik hoop om begin april toch een nieuwe song uit te brengen.”

Een laatste vraag: hoe ziet het ideale, toekomstige leven van Bob Savenberg er de komende maanden uit? Maar als ik je hoor praten over weinig adem of een begin van dementie, dan ziet je toekomst er precies toch niet zo goed uit?

Bob (lacht): “Ik heb nog veel plannen. Ik wil graag nog één keer toeren met een volledige liveband. Het zal een helse prestatie worden om Bram, Mahieu, Vanessa, een drummer en bassist bij elkaar te krijgen. Ik ben nog altijd aan het werk hé. Ik ben nog altijd manager, doe nog altijd veel consulting. Dat wil ik blijven doen, zolang dat kan en omdat ik dat graag doe. Maar of er dingen gebeuren waarover ik mij wat zorgen maak? Ja, dàt is die dementie… Maar het Zweden-verhaal hangt vast aan eerst de uitslag van mijn gezondheid. Komt dat goed, dan kunnen mijn plannen vlug veranderen. Ik zie dat daar al in Zweden voor mij: water, een boot.. Ik moet naar niemand meer kijken. Dat hangt ook af of er nog andere dingen mijn pad kruisen. De liefde? Neen, niet dat ik er niet voor open sta, maar ik kan maar moeilijk tegen een nieuwe liefde zeggen: ik ga weldra naar Zweden. Als dat een vrouw is met tieners, dan gaat dat dan al niet. Maar ik heb gezelschap, mijn hond. Ik maak helemaal geen eenzame avonden mee.” (PADI)

Bob Savenberg toert en komt ook naar West-Vlaanderen: op zaterdag 12 maart staat hij in CC De Schakel in Waregem en op zondag 3 april in de Sint-Elooiskerk in Zedelgem. Info en tickets vind je via www.maandacht.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier