Vanaf 3 september wordt de West-Vlaamse rechtbank van eerste aanleg geleid door Bruggeling Paul Dauw (60). Deze voormalige leerling van het Onze-Lieve-Vrouwecollege in Assebroek volgt in die functie Bernadette Vandeputte op, die met pensioen gaat.
“Bij een voltallige bezetting telt de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen 69 magistraten, 74 griffiers, 4 referendarissen en 103 administratieve personeelsleden. De rechtbank is echter sterk onderbezet”, stelt Paul Dauw.
“Elke dag opnieuw zorgen die mensen er plichtbewust voor dat voor iedere rechtszoekende kwaliteitsvol werk wordt afgeleverd. Ik ben dan ook heel blij dit team van enthousiaste medewerkers te mogen leiden”, zegt de nieuwe voorzitter, die een mandaat voor vijf jaar heeft.
De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen heeft vier afdelingen. Dit zijn de vroegere rechtbanken van eerste aanleg Brugge, Ieper, Kortrijk en Veurne. Elke afdeling wordt geleid door een afdelingsvoorzitter en, wat de griffie betreft, door een afdelingsgriffier. Het directiecomité van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen is naast de voorzitter van de rechtbank samengesteld uit de hoofdgriffier en de afdelingsvoorzitters.
Brugse balie
“Ik ben geboren in het oude ‘moederhuis’ Sint-Anna op een grote 500 meter van het gerechtsgebouw te Brugge”, stipt Paul Dauw aan. Hij is opgegroeid in Sint-Kruis waar hij naar de lagere school ging. Hij had er zijn advocatenkantoor en is er tot op vandaag blijven wonen. Zijn vader Louis Dauw had er een mazouthandel. Hij is de jongste telg van zeven kinderen uit het huwelijk van vader Louis en moeder Camilla Ameel”.
“Al heel vroeg tijdens mijn middelbare studies aan het Onze-Lieve-Vrouwe-College in Assebroek, waar ik Latijn-Wetenschappen volgde, had ik mijn studiekeuze gemaakt. Vorig weekend hadden we nog een klasreünie met de laatstejaars: 6LWe wordt 60.”
Paul Dauw studeerde rechten aan de universiteit in Gent en kwam in 1985 aan de balie van Brugge. Meester Etienne D’hont was zijn patron. “Ik deed voornamelijk burgerlijke zaken en handelszaken en werd geregeld aangesteld als curator. In 1993 werd ik benoemd tot plaatsvervangend vrederechter van het tweede kanton Brugge waar ik de smaak voor de magistratuur te pakken kreeg”.
In 1998 maakte hij de overstap naar de magistratuur en werd hij rechter in de rechtbanken van koophandel in Brugge en Kortrijk. In 1999 werd hij rechter in de rechtbank van eerste aanleg in Brugge.
“Ik was er ook beslagrechter en stond er met beslagrechter Dirk Huygebaert aan de wieg van de wet op de collectieve schuldenregeling”.
Raadsheer
In 2005 werd hij raadsheer in het hof van beroep in Gent om vervolgens in 2013 vrederechter te worden van het derde kanton Brugge en tenslotte in 2017 opnieuw aan de slag te gaan als raadsheer in het hof van beroep in Gent. “Je mag me gerust ‘de mobiele rechter’ noemen. Ik begrijp dat collega’s verkiezen jarenlang op dezelfde plaats te werken. Afwisseling en werken op veel plaatsen en in veel rechtscolleges biedt je gedifferentieerde ervaring en doet je bij het rechtspreken alles in perspectief stellen.”
De focus wordt sinds jaar en dag gericht op de doorlooptijden in de rechtbanken en op de digitalisering. “Dit is heel terecht”, zegt de nieuwe voorzitter. Hij vindt dat de kwaliteit van de dienstverlening en van het vonnissen minstens evenveel aandacht verdienen. “In West-Vlaanderen zijn de doorlooptijden trouwens heel goed en is er geen gerechtelijke achterstand.”
In het kader van de zogenaamde ‘maatschappelijk effectieve rechtspraak’ – een uit Nederland afkomstige term die kan omschreven worden als de rechtspraak die voor de rechtszoekenden en de maatschappij efficiënte resultaten oplevert – wil de nieuwe voorzitter inzetten op een verdere activering van de kamers voor minnelijke schikking in de familierechtbank.
Drugsbehandeling
Hij wil ook een kamer voor verzoeningen in burgerlijke zaken op gang brengen en hij wenst het drugsbehandelingstraject voor drugsdelinquenten dat in één afdeling bestaat een doorstart te geven en uit te rollen over de hele provincie. “Als je drugsverslaafden meteen in een traject en begeleiding steekt in plaats van daarmee te wachten totdat er een vonnis is dat gelijkaardige voorwaarden oplegt, speel je veel korter op de bal en is de kans op resultaten veel groter”, aldus Paul Dauw. De Bruggeling was trouwens één van de medeoprichters en voorzitter van ‘JEP’. Dit staat voor ‘Joint Effort Project’ en is een project voor de Brugse jeugdbewegingen rond drugspreventie.