Na relatiebreuk en hersentrombose: roeiduo Niels Van Zandweghe en Tibo Vyvey klaar voor topprestatie in Parijs

Niels Van Zandweghe en Tibo Vyvey zijn klaar voor de Spelen: “We mikken op de A-finale.” © TOM GOYVAERTS BELGA
Tom Vandenbussche

Niels Van Zandweghe (28) en Tibo Vyvey (23) vormen op de Olympische Spelen een Brugs roeiduo in de lichte dubbeltwee. Twee jaar geleden leek Parijs voor beiden nog een ver-van-hun-bedshow. Van Zandweghe ging privé door een moeilijke periode en Vyvey werd getroffen door een hersentrombose, maar opgeven kennen ze niet. “Het kan snel gedaan zijn, nu genieten we van elk moment.”

Zondagvoormiddag is het zover met de reeksen van de lichte dubbeltwee in het Stade Nautique Olympique d’Île-de-France in Vaires-sur-Marne. Op 28 juli. Weinigen die erbij stilstaan, maar vooral voor Tibo Vyvey wordt dat een heel speciaal moment. De jonge Bruggeling maakt niet alleen zijn debuut op de Olympische Spelen, het zal ook dag op dag twee jaar geleden zijn dat hij op het WK voor beloften in Italië getroffen werd door een hersentrombose.

“Ik ben vooral dankbaar dat ik er in Parijs bij kan zijn”, benadrukt Tibo. “Het was de voorbije twee jaar geen evidente weg, maar ik ben superblij dat ik erin geslaagd ben.” Ook Niels Van Zandweghe houdt geen fijne herinneringen over aan 28 juli 2022. “Twee dagen ervoor liep mijn relatie op de klippen. Dat was al niet leuk, maar toch deed ik die 28ste mijn best om er een toffe avond van te maken. Ik ben iets gaan eten bij een vriendin, tot ik telefoon kreeg van collega-roeier Marlon (Colpaert, red.) en het nieuws vernam. Dat was verschrikkelijk. Vanuit België waren onze gedachten bij Tibo.”

Hoe kijken jullie nu terug op die periode?

Vyvey: “Ik heb mezelf vooral fysiek beter leren kennen. Ik ben heel intens beginnen samen werken met Jan Bourgeois, professor inspanningsfysiologie. Hij heeft me een paar zaken duidelijk kunnen maken. Dat rust bijvoorbeeld minstens even belangrijk is als training. Ook mentaal ben ik een stuk sterker geworden. De samenwerking met de psychologe was heel intens. Ik probeer nu veel meer van de trainingen te genieten. Dat besef is er wel gekomen: zo snel kan het dus gedaan zijn.”

Van Zandweghe: “Zelf ben ik vooral na Tokio veel bewuster met bepaalde zaken beginnen omgaan. Ik wil genieten van het proces. Het is nu niet meer: ik moet naar de Spelen. Wel: ik wil naar de Spelen. Energie eruit putten in plaats van mezelf mentaal leeg te zuigen. Parijs moet nog beginnen, maar het is nu al een veel aangenamere periode dan voor Tokio geweest, al moeten we er wel aan toevoegen dat er ditmaal geen coronapandemie aan de gang is.”

Niels, jij werd vijfde in Tokio met Tim Brys. Welke ervaringen van toen kan je aan Tibo meegeven?

Van Zandweghe: “Sowieso zal het anders zijn dan elke andere wedstrijd die Tibo ooit al gedaan heeft. Op de Spelen zijn er zoveel extra factoren: de randbeleving, de hele weg ernaartoe, de media-aandacht die veel groter is dan wat we gewoon zijn… Als je zoiets nog nooit meegemaakt hebt, vergt dat toch wel wat aanpassing. Plus: op de Spelen gebeuren er altijd vreemde dingen. In Tokio vielen de Noren plots weg en stond Uruguay, een land dat we niet verwacht hadden, plots in de finale. Op een WK gebeurt zoiets zelden, op de Spelen blijkbaar wel. Dat zijn allemaal factoren waar je jezelf best op voorbereidt.”

Vyvey: “Zelfs voor Niels zal Parijs helemaal anders zijn, want in Tokio waren er door corona geen toeschouwers toegelaten.”

“Het is niet meer: ik moet naar de Spelen. Wel: ik mag naar de Spelen” Niels Van Zandweghe

Voor mij staan de Olympische Spelen synoniem voor jeugdnostalgie: Patrick Stevens in Atlanta 1996, Tia Hellebaut in Peking 2008… Hoe zit dat bij jullie?

Vyvey: “De eerste keer dat ik de Spelen als kind bewust meemaakte, was in 2012. Tim Maeyens, iemand uit mijn eigen club, streed mee voor de medailles. Als beginnend roeier keek ik erg op naar Tim en dat ik nu zelf aan de Spelen deelneem, is heel speciaal. Misschien zullen jonge kinderen straks door mij beginnen met roeien.”

Van Zandweghe: “Ook voor mij was Londen de eerste keer dat ik de Spelen bewust heb meegemaakt. Vooral de Britse vier zonder stuur, met sterke roeiers als Andrew Triggs en Pete Reed, blijft me bij. Die ploeg was zo sterk en dynamisch.”

Tim Maeyens kwam al ter sprake, maar de Brugse roeisport heeft een uitgebreid olympisch verleden. Hoe goed zijn jullie daarvan op de hoogte?

Vyvey: (glimlacht) “Heel goed, al leeft dat in Brugge niet zo. In mijn roeiclub (Koninklijke Roeivereniging Brugge, red.) kent wel iedereen zijn pappenheimers. De ouderen vertellen daar regelmatig over in de kantine.”

Van Zandweghe: “Ik ben de laatste Bruggeling die naar de Spelen mocht. In Rio hadden we Hannes Obreno (vierde, red.)…”

Vyvey: “…en daarvoor had je Tim Maeyens, die drie keer naar de Spelen ging. In Athene 2004 waren Justin Gevaert en Wouter Van der Fraenen erbij. Als je nog verder terug in de tijd gaat, kom je uit bij Tom Symoens, Marie-Anne Vandermoere, Wim Van Belleghem, Ann Haesebrouck, Dirk Crois en Pierre-Marie De Loof.”

Van Zandweghe: “Dirk en Pierre-Marie behaalden in Los Angeles 1984 zilver, Ann Haesebrouck brons.”

Het roeiduo geniet nu meer van de trainingen.
Het roeiduo geniet nu meer van de trainingen. © TOM GOYVAERTS BELGA

En nu trekken jullie zelf als Brugs duo naar de Spelen. Hoe goed kennen jullie elkaar eigenlijk?

Van Zandweghe: “In 2019 is Tibo voor de eerste keer met mij en Tim Brys naar een groot kampioenschap meegegaan, het WK in Linz. We konden ons daar kwalificeren voor Tokio. Sindsdien was Tibo er altijd bij. Nu, met de roeiers vormen we zo’n klein team dat je elkaar tijdens stages sowieso leert kennen. We zijn niet met zoveel, maar hangen vrij goed aan elkaar.”

Typeer elkaar eens als mens en als topsporter.

Vyvey: “Niels is een emotioneel persoon, maar kan door een muur gaan en als hij zijn zinnen op iets heeft gezet, zal hij volharden. Hij zal nooit te weinig doen en moet soms wat getemperd worden.”

Van Zandweghe: “Tibo is meer gesloten, dus je zal niet altijd weten wat er zich in zijn hoofd afspeelt. Hij is een rastalent. Als je ziet vanwaar hij terugkomt, bewijst dat hoeveel talent hij heeft. Ik ben iemand die vooral meer wil doen. Tibo niet. Hij zal het vooral beter willen doen.”

Jullie waren met drie voor twee plaatsen in de Belgische lichte dubbeltwee. Waarom is de keuze op jullie gevallen en viel Marlon Colpaert, ook een West-Vlaming overigens, uit de boot?

Van Zandweghe: “Vooral in 2023 heeft dat toch wel voor wat stress gezorgd, maar dit jaar wisten we al heel vroeg dat Tibo en ik een duo zouden vormen. Dat is beslist op basis van ons gewicht en op basis van wat we vorig jaar hebben laten zien. In februari was er ook nog een testmoment waarop we moesten aantonen dat we als duo progressie hadden geboekt. Dat is ook gebeurd.”

Vyvey: “Ik denk dat het voor Marlon moeilijk moet zijn om te zien dat de twee anderen hun olympische droom wel kunnen beleven. Marlon heeft de pech dat hij net iets minder goed is dan Niels en ik, maar ik vind dat hij dat op zijn manier aanvaard heeft en de motivatie eruit geput heeft om zich in de individuele skiff te bewijzen. Dat is geen olympisch nummer, maar Marlon werd dit jaar toch maar mooi vice-Europees kampioen en krijgt de kans om later dit jaar naar het WK in Canada te gaan. En die kans pakt hij ook.”

“Hoe tof zou het zijn als jonge kinderen door mij zouden beginnen roeien” Tibo Vyvey

Niels, je sprak daarnet over gewicht. Ik herinner me dat jouw vroegere roeipartner Tim Brys serieus moest diëten om met jou te mogen roeien. Hoe zit dat nu?

Van Zandweghe: (grijnst) “Nu zitten we met exact hetzelfde evenwicht. In de lichte dubbeltwee moet je samen 140 kg wegen. Op wedstrijddagen weegt Tibo 72 kg. Dat is maar een halve kilogram verschil met Tim vroeger. Voor mij is dus alles ongeveer bij het oude gebleven.”

Vyvey: “Dat gewicht wordt vastgelegd door onze diëtiste Stephanie Scheirlinck. Alleen op die manier kunnen Niels en ik onze best mogelijke prestatie neerzetten. Twee uur voor de start worden we gewogen. Op dat moment mag je er geen 50 gram naast zitten. Anders start je gewoon niet.”

Ik kan me indenken dat jullie in die twee uur tussen weging en wedstrijd nog serieus wat eten en drinken.

Van Zandweghe: “Hydrateren is zeker noodzakelijk. Zo snel mogelijk drinken we een liter water met elektrolyten. Daarna eten we witte boterhammen met pindakaas, honing en banaan. Dat gaat vlotjes naar binnen, het geeft veel energie en het verteert vrij goed. 75 minuten voor de start beginnen we ons om te kleden en warmen we ons op het land al wat op. We hebben een vaste stretchingroutine en kruipen al even op de ergometer. Drie kwartier voor de start spreken we af aan de boot en gaan we het water op. Tibo en ik doen niet exact hetzelfde tijdens de opwarming. Hij heeft als diesel iets meer tijd nodig om 100 procent warm aan de start te staan. Ik heb dus tien minuten meer rust, maar ik heb wel meer tijd nodig om al mijn zaken op orde te krijgen. (grijnst) Dat compenseert dus.”

Wat zijn jullie kansen in Parijs?

Van Zandweghe: “In onze laatste wedstrijd in Luzern werden we zesde, op vijf seconden van het podium en op minder dan anderhalve seconde van de vierde plaats. Ik heb het gevoel dat we sindsdien conditioneel een stap vooruit gezet hebben, maar ik kan niet voorspellen wat dat zal opleveren. Tibo en ik gaan gewoon ons stinkende best doen om het de anderen zo moeilijk mogelijk te maken.”

Vyvey: “We willen de finale halen en daarin kan er van alles gebeuren. De weersomstandigheden kunnen veel bepalen. Hangt het meer af van techniek? Of is de kracht doorslaggevend? Ik denk dat Niels en ik het liefst een goede tegenwind met niet al te veel golven hebben.”

Van Zandweghe: “Klopt volledig.”

Vyvey: “Wij gaan in de eerste plaats voor een A-finale. Dan hebben we de top zes al bereikt en in de finale zien we wel wat er nog mogelijk is. Een medaille is een droom, maar we moeten realistisch zijn.”