‘Vis’ maakt voor één avondje comeback in café Metropol (nu Plectrum) waar hij 20 jaar de patron was: “Ik kijk er naar uit”

Jean-Claude ‘Vis’ Villez met Juri Rommens die nu het café uitbaat en op enkele foto's uit de oude doos.
Wouter Vander Stricht

Jean-Claude Vilez, in het Izegemse uitgaansleven genoegzaam bekend als Vis, keert voor één avond terug op de stek waar hij jarenlang furore maakte als cafébaas van het toenmalige café Metropol. Nu runt Juri Rommens er ’t Plectrum en inviteerde die Vis om eens een avondje terug te keren. En dat gebeurt op vrijdag 1 juni.

De jongere generatie zal Jean-Claude Vilez misschien niet kennen, maar al wie ouder is dan 30 zal allicht nog eens aan zijn toog gezeten hebben. Heel wat jongeren bezochten toen ook café Metropol. Het verhaal van Vis start er in 1992. “Op donderdag 7 mei om precies te zijn, een dag later was het al Kroegentocht, ik was meteen gedoopt”, lacht hij. Ervaring in de horeca had hij toen al zat. “Ik werkte al in verschillende zaken en toen ik na mijn shifts nog iets ging drinken, was dat in Pataya van Paul Berlamont. Dat was tot ’s morgens vroeg open. Omdat ik daar altijd in kelnerskostuum zat, sprak Paul me eens aan. Hij had wat hulp nodig en zo begon ik ook daar te werken. Toffe tijden, gelukkig dat daar geen ramen in die kelder zaten…”

Horeca-ondernemer Paul Berlamont had zijn oog laten vallen op de herberg op de hoek van de Grote Markt en de Hallestraat. “Paul deed de investeringen, want het café werd helemaal omgebouwd. Ik heb twee jaar als gerant voor hem gewerkt, daarna kon ik de zaak overnemen.”

Van café naar de truck

Als verwijzing naar ‘Pol’ verloor café Metropol de ‘e’ achteraan en ging voortaan zo door het nachtleven. “Ik had hier altijd een divers publiek. In de vooravond waren dat wat anciens die iets kwamen drinken, maar ik had ook veel schoolgaande jeugd op vrijdag- en zaterdagavond.”

Jean-Claude woonde wel een tijdje boven het café, maar is altijd Lendeledenaar gebleven. Ook nu woont hij daar nog. Hij was er een tijdje politiek actief, maar nu geniet hij van zijn pensioen. “Ik heb 20 jaar café gehouden, ik wilde voor mijn 50ste een andere job. Ik was 49 jaar toen ik hier stopte, ik ben dan met de vrachtwagen gaan rijden.”

“Juri moet niet denken dat ik hier al het werk zal doen…” (lachende Vis)

Na Jean-Claude was het aan Lothar Feys. Samen met zijn partner Joyce Opsomer, die nog bij Vis had gewerkt, runden ze de zaak van januari 2012 tot januari 2016. Mitch Dejonckere en Kelly Vermeulen waren er anderhalf jaar actief, medio 2018 nam Hein ‘Hoppie’ Dekiere de uitbating over. Juri Rommens werkte een tijdlang voor Hoppie die ondertussen ook in l’Abattoir gestart is en op 1 december 2023 werd Juri er de uitbater. En het was Juri die Vis aansprak om eenmalig terug te keren. “Ik zag dat meteen zitten”, bekent Vis. “Ik kom hier nog sporadisch. Ik woon natuurlijk in Lendelede, maar als ik eens naar de markt kom, dan spring ik binnen. En dan loop ik altijd wel nog oude bekenden tegen het lijf. Weet je dat hier nog klanten komen van toen ik hier begon?”

Nacht van jeugdcafés

En dan komen ook de oude verhalen weer boven. “Het waren nog andere tijden natuurlijk. Maar als cafébazen kwamen we goed overeen en organiseerden we ook samen zaken. Zoals de nacht van de jeugdcafés, onder meer samen met Herbert Herreman en Pol van ’t Vlaams Huis. We hadden moeite om Raf van Olympia te overtuigen, maar uiteindelijk ging hij overstag. En om middernacht waren we al bij hem in zijn bureau uitgenodigd om champagne te drinken. Die avond kreeg ieder jeugdcafé een uur tijd om ‘hun’ muziek te draaien. Het zat daar dus vol met al die jonge gasten die eigenlijk zelden naar een dancing gingen. Maar die waren het wel gewend om wat pintjes achterover te slaan. De recette die avond was er eentje om u tegen te zeggen. Op de Grote Markt heb ik ook nog twee keer, de eerste maal voor de 15de verjaardag van het café, een grote stoeltjesdans met wel tot 100 deelnemers gehouden. Maar er gebeurde ook veel spontaan, zoals toen we hier met enkele cafébazen nog een hongertje hadden en begonnen te barbecueën op de markt. De mensen gingen alweer naar hun werk toen ze ons bezig zagen…”

Dag na verjaardag

Hoe hij aan zijn bijnaam Vis geraakte, heeft hij al tot in den treure moeten uitleggen. “Vilez lijkt wat op ‘filet’ en van daaruit kwamen ze uit bij Vis. En eens dat in zwang is, dan krijg je dat er niet meer uit. Veel mensen kenden mijn echte naam ook niet. Toen mijn moeder hier eens op bezoek was en ze riep naar Jean-Claude dan keken veel klanten raar op.”

Op vrijdag 1 juni keert men in ’t Plectrum even terug naar Café Metropol. “De dag ervoor vier ik mijn 61ste verjaardag. Ik zal hier met plezier nog eens een handje toesteken, maar Juri moet niet denken dat ik hier al het werk zal doen”, grinnikt hij.

1 aprilgrappen

Ook muzikaal gaat men terug naar die tijd. “DJ Stijn haalt de cd’s nog eens boven en zal louter met schijfjes draaien”, verklapt Juri. Met de anekdotes uit die bijna 20 jaar kan Vis een boek vullen. “We hadden hier een spaarkas hangen. Je moest minstens 500 frank per maand sparen, wie dat niet deed, kreeg 50 frank boete. Maar het gebeurde vaak dat veel spaarders niet wisten of ze wel voldoende gespaard hadden, dus staken ze op het einde van de maand vlug nog wat geld in de spaarkas. Hun verbazing was dan ook groot toen ze op het einde van het jaar veel meer gespaard hadden dan vereist. Maar het bijhorende feest was telkens een leuke avond. Ze vochten toen bijna om te kunnen trakteren.”

Ook op 1 april werd er vaak wat uitgestoken. “Er zat hier een klant aan de toog en ik deed alsof mijn biertapkraan los stond. Hij vroeg of hij kon helpen, ik beweerde dat het enkel kon opgelost worden met een Coca Cola-sleutel. En enkel Hoppie had er zo eentje beweerde ik. Die man trapte daar met de ogen open in en trok naar Hoppie. Die belde om te vragen welke sleutel dat wel was… Ik zei dat het 1 april was en uiteindelijk is dat mopje die avond van café tot café gegaan.”

Mes versus knuppel

Voor zijn eigen veiligheid had Jean-Claude ook een honkbalknuppel staan in de deuropening achter de toog. “Ik heb die maar één keer moeten uithalen. Er zaten nog vijf man aan de toog toen hier een jongeman met een steakmes dreigde. Ik moest de kassa leegmaken en het geld afgeven. Ik haalde die knuppel te voorschijn en die gast, allicht een junk, zette het op een lopen. En de klanten, die hadden nauwelijks iets gemerkt.” Op vrijdag 1 juni komen ook wat oude elementen, van tapdiploma over tal van foto’s tot de oude terrasstoelen terug. “Ik kijk er alvast naar uit.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier