“We hebben al influencers genoeg in de politiek”: Jeremie Vaneeckhout en Matti Vandemaele willen scoren met Groen

“Vlaanderen investeert één miljard euro in het kanaal Bossuit-Kortrijk. Is dat niet belachelijk? Als je één miljard euro hebt, kan ik wel andere prioriteiten verzinnen, hoor. Dat is dom beleid”, klinkt het.
Cobbaert & Casteleyn

Méér windmolens. Méér masteropleidingen. Méér dorpsscholen. Maar ook: géén luchthaven meer in Wevelgem, géén verlenging van de A19 én de oprichting van een Nationaal Park. Groen heeft ambitieuze (maar ook controversiële) plannen voor onze provincie. Wij gaan aan tafel met de heren-lijsttrekkers Matti Vandemaele en Jeremie Vaneeckhout. “We hebben al influencers genoeg in de politiek.”

Een toss heeft beslist waar dit interview zou plaatsvinden. De voorkeur van Matti Vandemaele, de federale lijsttrekker, ging naar het Guldensporenstadion in Kortrijk. De voorkeur van Jeremie Vaneeckhout, de Vlaamse nummer één, naar de Elindus Arena in Waregem. Die laatste won, en dus trekken we naar een van de vele fraai ingerichte skyboxen van Essevee dat dit jaar in tweede klasse speelt. Wat we eerst willen weten: of aan deze politici begenadigde voetballers verloren zijn gegaan?

Vandemaele: “Aan mij niet. (schatert het uit) Vroeger was voetbal horror voor mij. Ouders die aan de zijlijn staan te bulderen en te roepen. Tot mijn twee zoontjes zelf begonnen te spelen bij Heule. Geweldige sfeer daar heb ik het virus te pakken gekregen. Nu staan we elke week fanatiek te supporteren in de spionkop van KVK.”

Vaneeckhout: “Ik heb in heel mijn carrière één doelpunt gemaakt. Met de kop op het veld van Avelgem. Om maar te zeggen: ik was vooral goed voor de sfeer. (lacht) Ik heb zelfs ooit eens een penalty gemist tegen mijn broer. Hij lacht mij daar nog altijd mee uit. Op mijn veertiende ben ik wijselijk gestopt.”

De naam Jeremie Vaneeckhout doet allicht een belletje rinkelen. De 38-jarige Anzegemnaar is Vlaams parlementslid en sinds twee jaar ook nationaal covoorzitter van Groen. Matti Vandemaele is dan weer de grote verrassing als lijsttrekker. Vroeger was de 43-jarige Kortrijkzaan directeur van Peace Village in Mesen. Vandaag werkt hij op het kabinet van vicepremier Petra De Sutter.

Heren, was het niet de bedoeling dat Natacha Waldmann, schepen in Oostende, de federale lijst zou trekken?

Vaneeckhout: “Wij hebben de regel dat een schepen geen parlementslid kan zijn. Natacha heeft aangegeven dat zij haar werk in Oostende niet wil loslaten. Dat verdient alle begrip. Zij staat wel op de derde plaats, een duidelijk signaal dus dat ze onze lijsten volop steunt.”

Vandemaele: “Ik heb mij kandidaat gesteld en de leden hebben beslist. Ik ben heel fier dat ik deze lijst mag trekken. Dat heeft inderdaad consequenties. Als je verkozen wordt in het parlement, kan je geen schepen meer worden. En terecht, vind ik. Ik ga voluit voor het parlement.”

Laten we eens kijken wat u daar wil doen. Deze krant heeft tien prioriteiten opgesteld voor onze provincie. Welke zet u bovenaan, meneer Vandemaele?

Vandemaele: “We moeten de braindrain een halt toeroepen. Dat is iets wat mij echt bezighoudt. Dat zoveel jonge talenten onze provincie verlaten. (op dreef) We moeten dat omkeren en hoe? Eerst en vooral door het onderwijs uit te bouwen. In Limburg hebben ze zelfs een eigen universiteit. Ik zou al blij zijn als we hier meer Masters zouden aanbieden zodat jonge mensen hier hun volledige opleiding kunnen voltooien. Ten tweede moet je de koppeling maken met het bedrijfsleven. West-Vlaanderen moet een Green Valley worden, waar ook de hippe en creatieve technologische profielen aan de bak kunnen. Want het zijn vooral zulke profielen die tegenwoordig naar Antwerpen en Brussel vertrekken.”

Dat doet ons denken aan de droom van Flanders Language Valley.

Vandemaele: “Ik wist dat ik het woord valley beter niet had gebruikt. (lacht) Neen, ik vind dat wij meer ambitie moeten tonen. Wij moeten de koploper worden inzake ecologische transitie. Waarom niet? Wij zijn nog veel te braaf. Het potentieel van onze provincie is groter dan wat we vandaag laten zien.”

Vaneeckhout: “Wat Howest in Kortrijk doet met gaming, is een goed voorbeeld. Dat moeten we doortrekken naar andere domeinen.”

“Wij zijn nog veel te braaf. Het potentieel van onze provincie is groter dan wat we vandaag laten zien” – Matti Vandemaele

Wat kan de politiek doen?

Vandemaele: “De subsidies anders oriënteren. (windt zich op) Waarom geven wij nog elk jaar – hoeveel is het – twintig miljard aan fossiele subsidies? Bouw dat af en steun alleen nog groene bedrijven!”

Vaneeckhout: (knikt) “We zijn Europees kampioen bedrijfssubsidies, maar we koppelen daar veel te weinig richting aan. Je ziet die braindrain trouwens ook bij cultuurmakers. Zij verhuizen naar Gent om daar dan authentieke West-Vlaamse televisie en muziek te maken. Dat is toch een opmerkelijke vaststelling?”

“De dorpsschool is de motor van een gemeenschap. Maar tegenwoordig moeten deze sluiten als ze geen winsten maken. Dat is fout” – Jeremie Vaneeckhout

Wat is uw prioriteit, meneer Vaneeckhout?

Vaneeckhout: “Dat sluit daarop aan. Het is tijd om onze dorpen weer leven in te blazen. Dat is mijn absolute prioriteit. (op dreef) Wat zien we gebeuren in West-Vlaanderen? Het aantal bushaltes daalt. Het zorgaanbod daalt. Eenzaamheid piekt. Dorpsscholen sluiten de deuren. Dat is toxisch. Als we willen dat mensen in onze dorpen blijven, dan moeten deze aantrekkelijk zijn. De dorpsschool is daarin cruciaal voor mij: dat is dé motor van het leven in een gemeenschap. Maar tegenwoordig moeten deze sluiten als ze geen winsten maken. Dat is fout.”

Is dat niet vechten tegen de bierkaai? Moeten we op termijn niet allemaal naar de stad, zoals de Vlaamse Bouwmeester eens liet vallen?

Vaneeckhout: (feller) “Néén. Het zou waanzin zijn, mochten wij allemaal uit onze dorpen vertrekken. Het dorp dat ik voor ogen heb, is niet Het Dorp van Wim Sonneveld hoe mooi dat lied ook is. Ik heb een dynamisch dorp voor ogen dat bijvoorbeeld de draaischijf kan zijn van onze voedselregio’s.”

(lees verder onder de foto)

(foto Christophe De Muynck)
(foto Christophe De Muynck)

Wat zou u concreet doen om de leegloop om te keren?

Vaneeckhout: “We moeten afstappen van de neoliberale visie, waarbij winst altijd voorop staat. Een dorpsschool heeft meer belang dan enkel het aantal leerlingen. Het is vooral aan de tafel van de Vlaamse regering dat er een cultuurswitch moet komen. Dorpen zijn goed voor 91 procent van ons grondgebied en 75 procent van onze bevolking. (slaat op tafel) Het is niet normaal dat zij maar 40 procent van de middelen krijgen. De verhouding moet omgekeerd worden. Let op: ik zeg niet dat we minder moeten investeren in onze steden. De totale enveloppe moet groter worden.”

Dat bekt natuurlijk lekker, maar er is geen extra geld.

Vaneeckhout: “Neen? Ik kan wel enkele dingen op tafel leggen. Is het geen tijd om de verlieslatende luchthaven van Wevelgem te sluiten? Dat zou elk jaar vele miljoenen besparen. De luchthaven van Oostende? Neen, die zouden we openhouden, omdat die enkele specifieke functies heeft. Al moet je ook daar kijken naar de leefbaarheid voor de omgeving.”

Vandemaele: “Of de aanpassingen aan het kanaal Bossuit-Kortrijk, waar Vlaanderen één miljard euro in zal investeren. Is dat niet belachelijk? Als je één miljard euro hebt, kan ik wel andere prioriteiten verzinnen, hoor. Dat is dom beleid.”

Dat is duidelijk. Als u zelf nog één prioriteit mag toevoegen, welke zou dat zijn?

Vandemaele: “Ik ga verder op wat ik daarnet zei. West-Vlaanderen moet een Green Valley worden en dus ook de motor van groene energieproductie. We zijn dat al voor windenergie op zee, maar op land hebben we nog een weg te gaan. Ik ben voorstander van een nieuw windplan, waarbij de overheid uittekent waar de windmolens moeten komen. Er zijn mogelijkheden genoeg. In de buurt van Kortrijk bijvoorbeeld kan ik direct enkele locaties opnoemen waar niemand gestoord zou worden. Maar het mag niet omwille van dat onnozel luchthaventje.”

Vaneeckhout: “Wat ook belangrijk is: we laten de mensen mee profiteren van de opbrengst door het oprichten van coöperaties. Zo kan iedereen aandeelhouder worden. Dan zal ook de weerstand verdwijnen.”

Wat vindt u van de beslissing van de Vlaamse regering om geen windmolens meer toe te laten in de buurt van het oorlogserfgoed in de Westhoek?

Vandemaele: “Dat is een goede beslissing. Ik ken die streek heel goed, ik heb daar zeven jaar gewerkt. (fijntjes) Ik vind het wel opmerkelijk dat de mensen die geen windmolens in de Westhoek willen, wél de A19 zouden doortrekken. Want dat is wat N-VA zegt: geen windmolens, wel een verlenging van de autosnelweg. Ik vind dat weinig consequent. Wie gaat er trouwens beter worden van die verlenging? De West-Vlaming? Dat denk ik niet. Wij zijn voor alle duidelijkheid wél consequent.”

Wat zou u nog toevoegen, meneer Vaneeckhout?

Vaneeckhout: “Mag ik eens wegdromen? Stel u voor dat wij in West-Vlaanderen erin slagen om landbouw en natuur te verzoenen. Ik vind het hemeltergend hoe die twee tegen elkaar uitgespeeld worden. En hoe kunnen we dat doen? Door de échte problemen te benoemen. West-Vlaanderen is de bosarmste en natuurarmste regio van heel Europa. Dat moet veranderen. Tegelijk zien we dat het aantal landbouwers op twintig jaar tijd gehalveerd is. Dat de suïcidecijfers torenhoog liggen. Dat de boer te weinig krijgt voor zijn producten. Maar dáár wordt niet over gesproken. Neen, natuur moet blijkbaar de grote schuldige zijn. (benadrukt) Maar van alle landbouwgrond die de voorbije jaren is verdwenen, is amper vier procent naar natuur gegaan. De rest gaat naar industrie, beton en wonen. Wie is dan de grote schuldige?”

Als u meer ruimte wil voor natuur, zal u elders ruimte moeten halen.

Vaneeckhout: “Wij willen dat iedereen op maximaal driehonderd meter van zijn deur toegang heeft tot een groene zone. Dat kan een park of een bos zijn. Dat betekent inderdaad dat we nieuwe groene zones zullen moeten invullen. Maar we zeggen tegelijk aan onze landbouwers: wij raken niet aan agrarisch gebied dat herbevestigd is. Dat moet heel duidelijk zijn. En dus ook niet om golfterreinen aan te leggen. (windt zich op) Want dat is wat CD&V dan weer wel toelaat. En ten slotte, en dat zou de kers op de taart zijn, willen wij ook een Nationaal Park oprichten in West-Vlaanderen. Wij zijn vandaag de enige provincie die dat niet heeft. Waar? Er zijn verschillende locaties mogelijk. De Blankaart. Het Zwin.”

Vandemaele: “Het meest logische zou zijn om de bossen van Brugge en Beernem (onder meer het Bulskampveld, red) te verbinden met het Drongengoedbos in Aalter.”

Hier zal over gesproken worden. Laatste ding. U bent ook nationaal voorzitter, meneer Vaneeckhout. Wordt u intussen al overal herkend?

Vaneeckhout: “Dat begint te komen, zeker in West-Vlaanderen. Naar het schijnt heb ik sinds kort ook een uiterlijk kenmerk dat opvalt. Ik begin er maar zelf over. (lacht) Ik heb deze snor laten groeien voor Movember. Dat is een actie die mentaal welzijn bij mannen in de kijker zet. Ik doe daar graag aan mee. Wat mijn vrouw ervan vindt? Je mag niet liegen, dus ik zeg: geen commentaar.” (lacht)

Volgens modestylisten straalt u te weinig macht uit.

Vaneeckhout: “Hoe meer mensen dat zeggen, hoe minder ik mij daarnaar zal gedragen. Zo ben ik dan ook weer. (grijnst) Ik beschouw het zelfs als een compliment als mensen zeggen dat ik niet lijk op een klassieke machtspoliticus. Ik wil ook geen influencer zijn. We hebben er daarvan al genoeg in de politiek.”

Vandemaele: “Ik zou daar ook geen schrik van hebben. Ik ben wie ik ben. Wat anderen daarvan vinden, doet me weinig.”

De tijd is wel voorbij dat alleen vrouwen op hun uiterlijk beoordeeld worden. Is dat het goede nieuws?

Vaneeckhout: “Dat is een terechte vaststelling, maar ik zou dat geen goed nieuws noemen. Het zou beter de andere kant uitgaan: dat niemand beoordeeld wordt op zijn uiterlijk.”

Volgende week: Vincent Van Quickenborne en Jasper Pillen van Open VLD.