Russische straaljager maaide 35 jaar geleden huis neer: “Bellegem was even wereldnieuws”

De Rode Ster prijkt op de staart van de straaljager (Foto Patrick Holderbeke)
Rémi Bruggeman
Rémi Bruggeman Medewerker KW

Op 4 juli 1989 werd het anders zo vredige Bellegem even wereldnieuws. Een Russiche MiG-straaljager crashte er namelijk op het huis waar de toen achttienjarige student in de informatica Wim Delaere in lag te slapen na een drukke examenperiode. Er bleef haast niets van het huis over en Delaere overleefde het niet.

Die vierde juli zal voor persfotograaf Patrick Holderbeke altijd een van de belangrijkste en meest pakkende dagen van zijn lange carrière blijven. “Ik weet nog dat ik in de late voormiddag werd gebeld door de dienst 900. Er zou een ‘vliegtuigje’ neergestort zijn in Bellegem”, neemt de ondertussen gepensioneerde KW-persfotograaf ons terug mee.

Rode Ster

“Ik ging er meteen naartoe en eens aangekomen bleek dat de politie al een grote perimeter had ingevoerd. Zelfs de pers mocht niet langs de barricade. Van op die afstand konden we wel al de grote rookpluim zien van het gebouw dat aan het uitbranden was. Een paar uur later mochten we er dan langs. Ik trof er een neergemaaid huis aan met de straaljager erop.”

“We hadden al vernomen dat het om een Russisch gevechtsvliegtuig ging, maar toch tartte het de verbeelding. Op de staart zag je nog heel duidelijk de Rode Ster. Dat dit gebeurd was in het landelijke Bellegem, was toch wel iets heel bijzonders. Bovendien was het huis volledig omringd door platteland. Waarom stortte de straaljager dan net daar neer?”

Automatische piloot

Later bleek dat de Russisiche kolonel Nikolaj Skouridine een paar uur eerder was vertrokken vanuit de Poolse luchtmachtsbasis Kolobrzeg. Een van de straalmotoren zou uitgevallen zijn. Skouridine gebruikte zijn schietstoel en het vliegtuig ging verder op automatische piloot. De bedoeling was om in de Oostzee te landen, maar de werkelijkheid lag daar ver vandaan.

De straaljager klom tot op twaalf kilometer hoogte en vloog tegen meer dan 700 kilometer per uur het westerse luchtruim binnen. Vanuit een Nederlandse luchtmachtbasis stegen twee Amerikaanse F15’s op en die stelden tot hun eigen verbazing vast dat er geen piloot in de Mig-23 zat. Omdat werd gevreesd dat er bommen aanwezig waren, kon de NAVO het niet zomaar uit de lucht schieten. Er werd ondertussen gehoopt op een landing in de Noordzee, maar door een tekort aan kerosine werd Bellegem de eindbestemming.

Wereldnieuws

“Het was echt onvoorstelbaar”, zegt Holderbeke. “Bellegem was toen echt even wereldnieuws, tijdens de Koude Oorlog nota bene. Dit was sowieso een van de hotste items uit mijn carrière. Het liet ook een serieuze indruk op me na. Dat die ouders hun zoon op die manier kwijtraakten (zoon Wim Delaere liet het leven, red.), liet niemand echt onberoerd.”

In de dagen die volgden kwamen verschillende politici naar Bellegem: gouverneur Olivier Vanneste, binnenlandminister Louis Tobback en zijn kabinetschef Johan Vandelanotte om er maar enkele te noemen. Een delegatie van de Sovjetoverheid met onder andere een luitenant-generaal kwam een week later langs. De familie werd uiteindelijk door de Sovjets vergoed voor het dramatische voorval. Het duurde in totaal veertien dagen voor de buurt weer werd opengesteld.

Alle hoge piefen kwamen in de nasleep naar Bellegem afgezakt (Foto Patrick Holderbeke)
Alle hoge piefen kwamen in de nasleep naar Bellegem afgezakt (Foto Patrick Holderbeke)

‘t Fort

Patrick Holderbeke maakte als persfotograaf van alles mee in de ruime regio rond Kortrijk. Hij noemt dit voorval, samen met de instorting van een deel van de school ’t Fort, de meest pakkende gebeurtenis uit z’n carrière: “Dat andere voorval was op 21 november 1984. Die dag werd Kortrijk opgeschrikt toen er twee klassen van de basisschool ’t Fort instortten. Er waren werken aan de gang en die klassen waren volledig gevuld met kinderen. Er vielen twee doden en dertig gewonden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier