Dit is de West-Vlaamse keizer van de beenhouwers: Geert Ally zette 35 jaar geleden schouders onder Buurtslagers

Geert Ally: “Vandaag boeken we jaarlijks 250 miljoen euro omzet en hebben we 1.600 mensen in dienst.” © JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Bijna 35 jaar geleden zette Geert Ally zijn eerste stapjes in wat nu tot een slagersimperium is uitgegroeid. Met 120 Buurtslagers en 45 Bon’Aps is de Ruiseleedse landbouwerszoon alomtegenwoordig in Vlaanderen. “Onze sterkte? Dat we ons altijd opnieuw weten heruit te vinden”, zegt hij.

Toen Geert Ally (59) in 1990 zijn eerste Buurslagers in de toenmalige AD Delhaize van Aarsele opende, had hij nooit durven dromen dat zijn geesteskind 34 jaar later overal in Vlaanderen het straatbeeld mee zou kleuren.

Anno 2024 telt Meat & More, zoals het overkoepelde bedrijf heet, 120 Buurtslagers bij vestigingen van Delhaize en Carrefour, naast 45 Bon’Ap-filialen, het traiteurluik van Ally. “Het is inderdaad ongelooflijk hoe ons verhaal gegroeid is. Vandaag boeken we jaarlijks 250 miljoen euro omzet en hebben we 1.600 mensen in dienst, waarvan er een goeie 600 op onze centrale site in Aalter aan de slag zijn.”

“De komst van Lidl naar ons land betekende voor ons een kwantumsprong”

Ally heeft destijds flink moeten vechten om zijn droom waar te maken. “Mijn ouders runden in Ruiselede een landbouwbedrijf met varkens en gemengde akkerbouw. Aan Ter Groene Poorte in Brugge behaalde ik mijn A3-diploma als slager, maar ik wilde nog voor bio-ingenieur studeren. Het heeft me wel wat overtuigingskracht gekost, maar uiteindelijk studeerde ik af met een thesis over de kleurstabiliteit van salami.”

Vertrouwen opwekken

Zijn eerste job vond hij bij de intussen verdwenen Vleesgroep Wauters, dat toen om en bij de tweehonderd slagerijen in het hele land telde. “Ik werd er eerst verantwoordelijk voor de snijzaal en later verkoopdirecteur voor de hele groep. Daar zag ik een werkwijze die me meteen aansprak. Wauters werkte met een centrale werkplaats en leverde van daaruit aan de slagerijen. Alleen gebeurde dat daar niet erg efficiënt. Dat kon beter, vond ik.”

Het zette Ally ertoe aan om een eigen verhaal uit de grond te stampen. “Ik ben gestart met een eerste eigen slagerij in de toenmalige AD Delhaize van Aarsele. De naam had ik snel gevonden. Die moest duidelijk omschrijven wat we deden én vertrouwen opwekken. In april 1990 was Buurtslagers geboren. Niet veel later openden we nog twee vestigingen in de Profi van Sleidinge en de Edi van Destelbergen.”

© JOKE COUVREUR

Al snel trok Geert in Aalter een centraal atelier van 1.000 vierkante meter op. “Het plan was om van daaruit twintig slagerijen op toplocaties te bedienen. Ik volgde begin jaren 90 bij de businessschool Vlerick een managementopleiding en maakte als eindwerk een verhandeling over de inefficiëntie in de slagerijsector.”

“Met Luc De Bruyckere (toenmalig ceo van vleesverwerker Ter Beke, nu What’s Cooking, red.) en Ardo-topman Philippe Haspeslagh als promotoren. Dat heb ik uiteindelijk in de praktijk omgezet. Ons centraal atelier beslaat nu 40.000 vierkante meter.”

De kwantumsprong kwam er toen de Duitse supermarktgigant Lidl in 1995 in België neerstreek. “Er zou een filiaal naast onze winkel in Destelbergen komen en ik besloot mijn stoute schoenen aan te trekken. Uiteindelijk konden we in Oost- en West-Vlaanderen veertig Buurtslagers bij Lidl onderbrengen. Dat zorgde voor een kwantumsprong.”

500.000 kilo per week

Vandaag is het Lidl-hoofdstuk afgesloten – de laatste vestiging sloot vorig jaar in Aalst de deuren – maar het Buurtslagersconcept leeft meer dan ooit. Samen met onze Bon’ap-winkels hebben we één grote missie: de Vlaming ontzorgen en hen heerlijke, gezonde en evenwichtige maaltijdoplossingen voorschotelen. Supervers en van topkwaliteit.”

Een beeld uit de absolute beginperiode van Buurtslagers: het allereerste filiaal in de AD Delhaize van Aarsele.
Een beeld uit de absolute beginperiode van Buurtslagers: het allereerste filiaal in de AD Delhaize van Aarsele. © GF

Na bijna veertig jaar in de sector zag Geert Ally de slagerswereld stevig evolueren. “Kant-en-klaar neemt een steeds groter segment in, iets waar we met Bon’Ap gericht op kunnen inspelen. Het traditionele drieluik vlees-groenten-aardappelen is niet langer onaantastbaar. We verkopen 500.000 kilo voedingswaren per week, dertig procent daarvan is niet-vleesgerelateerd.”

“We speuren constant de markt af en luisteren naar onze klanten. Wat zij willen, dat brengen wij. Onze sterkte? Dat we ons altijd opnieuw weten heruit te vinden”, zegt hij.

“Het traditionele drieluik vlees-groenten-aardappelen is niet langer onaantastbaar. Dertig procent van onze omzet is niet-vleesgerelateerd”

De komende jaren wil Geert zijn geesteskind organisch laten verder groeien. “We mikken op een vijftal nieuwe Bon’Aps per jaar en ook thuislevering behoort op termijn tot de mogelijkheden, zeker in stedelijke gebieden. Ik ben best trots op het parcours dat we tot nu toe afgelegd hebben, maar ons verhaal is allesbehalve af. Onze zoon William (33) is al enkele jaren in het bedrijf actief, de opvolging is dus verzekerd. Maar ik blijf nog heel graag een pak jaren aan het roer.”

En wat eet Geert nu zelf het liefst? “De eenvoudige en lekkere (groot)moeders keuken. Exact waar wij voor staan. Ons rundergehakt vind ik echt top, net als het witloof in hespenrolletjes. Culinaire waw-ervaringen bij je thuis, daar staan wij voor.”