Op de Mercator met koordirigente Louise-Marie Schollaert (24): “Meer mensen warm maken voor de muziek”

Louise-Marie Schollaert: “In een land als Zweden is de koorcultuur veel sterker dan bij ons.” © Davy Coghe
Hannes Hosten

Louise-Marie Schollaert is amper 24, maar ze dirigeert al het dameskoor Camerata Ostendia. Daarin zingen 16 dames, die bijna allemaal ouder zijn dan hun dirigente. Louise-Marie is ook muziekpedagoge en leerkracht aan het Conservatorium aan Zee. Ze ziet het als haar missie om meer mensen warm te maken voor muziek.

“Ja, ik heb iets met schepen”, vertelt Louise-Marie, als we haar treffen in de kajuit van de commandant. “Mijn papa deed zijn legerdienst bij de marine en mijn mama heeft op de jetfoil gewerkt. De liefde voor schepen gaven ze me mee. Ik ben niet echt genoemd naar Louise-Marie, de eerste koningin van België, die in Oostende overleed, maar mijn naam is wel geïnspireerd op het marineschip dat naar de koningin is genoemd. Later heb ik ontdekt dat koningin Louise-Marie op dezelfde dag geboren is als ik.”

Je komt uit een maritieme, maar ook een muzikale familie.

“Zeker. Een broer van mijn opa, Paul Schollaert, is priester en componist van vooral religieuze, maar ook andere muziek. Zo schreef hij een Ensorcantate die wij al zongen met ons koor. Hij is uit Hasselt afkomstig, net als mijn grootouders, die in Oostende zijn komen wonen. Mijn oma was muzieklerares, mijn mama speelt dwarsfluit en mijn papa bespeelt geen instrument, maar kent wel veel van muziek. Hij heeft een grote platen- en cd-collectie. Een zus van mijn papa is dan weer hobolerares in Leuven. Ik ben nooit verplicht geweest, maar voor mij was het een vanzelfsprekendheid om ook naar de muziekschool te gaan, net als mijn broer en zus. Vorig jaar studeerde ik af als muziekpedagoge in Leuven en nu volg ik er nog een opleiding hobo. Mijn bachelor heb ik behaald, nu volg ik nog de masteropleiding. Daarnaast speel ik ook nog wat accordeon en piano en ik zing.”

Geef je zelf ook muziekles?

“Ja, ik ben leerkracht aan het Conservatorium aan Zee. Ik geef er onder meer muzikale en culturele vorming (MCV), beter bekend als notenleer, en ik heb twee leerlingen hobo. Daarnaast begeleid ik nu Kunstkuur, een project van drie jaar waarbij een basisschool, in dit geval Leefschool De Vlieger, samenwerkt met het conservatorium. Ik geef iedere week muziek aan een andere klas en werk ook samen met de leerkrachten rond hun muzieklessen. Er zijn kinderen bij die al muziek spelen, maar anderen hebben nog niets met muziek. Het is een leuke uitdaging om iedereen mee te krijgen. Dat doen we via veel muzikale spelletjes en we laten de kinderen ook veel dingen zelf maken.”

Wordt er eigenlijk nog veel gezongen in onze basisscholen?

“Dat verschilt van school tot school en van leerkracht tot leerkracht. Ik heb de indruk dat bij veel leerkrachten de ukelele een snaarinstrument zowat de nieuwe blokfluit is geworden. Ik merk dat de meesters en juffen soms bang zijn om hun zangstem te laten horen, misschien ook omdat zij het zelf in hun jeugd ook al minder hebben moeten doen dan vroeger. ‘Jij bent de muziekleerkracht’, klinkt het dan.”

Luister jij zelf veel naar muziek?

“Ik hou het meest van jazz, maar luister ook wel naar klassiek, poprock en instrumentale muziek. Ik volg ook nog zangles. Een groot festival is minder aan mij besteed, je zal mij niet vinden op Tomorrowland. Maar een jazzoptreden in een cafeetje pik ik wel graag eens mee.”

Sinds september dirigeer je het koor Camerata Ostendia. Hoe is dat gekomen?

“Mijn oma was erg betrokken bij de Kerk en richtte in 1970 een kerkkoor op in het Duinenkerkje, de Ter Duinencantorij. Daaruit groeide een ‘koorfamilie’, met het kinderkoor De Muzeschuit en het jongerenkoor Camerata Ostendia. Mijn hele familie zong in die koren en als kind ben ik ook naar De Muzeschuit geweest. Maar de jongeren werden ouder, de Ter Duinencantorij bestaat niet meer en Camerata Ostendia is nu het volwassenenkoor. Ze zochten een dirigent en wisten dat ik muziekpedagogie studeerde. Ik heb het even uitgesteld om mijn thesis af te werken, maar sinds september dirigeer ik het koor.”

Ben jij er niet de jongste?

“Het koor telt 16 dames en de gemiddelde leeftijd is rond de 50 jaar. Er is wel nog een 18-jarige bij, de dochter van een ander koorlid. Ik volgde niet echt een dirigeeropleiding, maar kreeg de liefde voor koorzang mee toen ik op Erasmus was in Zweden. Daar is de koorcultuur veel sterker dan hier en het imago ervan minder saai. Ook jongeren zingen er in koren.”

Hoe lukt het dirigeren?

“Het is even zoeken geweest, want ik ben niet iemand die van nature veel gezag uitstraalt. Maar de koorleden hebben wel respect voor me. Ze weten dat ik een diploma muziekpedagogie heb en er dus wel iets van af weet. En het helpt ook wel dat mijn oma, die intussen overleden is, de oprichtster was van het koor. Ik leer heel veel bij en heb intussen vier concerten achter de rug. Zo’n groep vriendinnen is echt wel iets bijzonders.”

Bestaat het kinderkoor ook nog?

“In 2020 hebben Hanne Tratsaert en ikzelf De Muzeschuit overgenomen, maar het is ons niet gelukt om nieuwe kinderen te overtuigen. We bestaan nog, maar er zijn geen repetities. We houden wel kampen in de zomer en de bedoeling is het kinderkoor nieuw leven in te blazen. Nieuwe zangertjes, jongens en meisjes, zijn altijd welkom.”

Hoe komen koren aan hun wat saaie imago, denk je?

“Ik vermoed dat het komt omdat veel mensen de link leggen met de Kerk. Veel koren zijn daar ontstaan, maar wij zingen eigenlijk nauwelijks nog religieuze liedjes. Ik maakte mijn thesis bij kleinVerhaal over het koor van het Westerkwartier, een community koor waar iedereen bij mocht zingen. Dat was zeker een succes, maar de diversiteit van de groep zangers kon ook wel nog beter.”

Hoe kan je meer en jongere mensen naar een koor lokken?

“Vooral door samen te werken met andere groepen. Zo werkten we met De Muzeschuit al samen met het circusatelier Woesh. In Oostende zou ik ook graag samenwerkingen willen zoeken met andere koren, muziekscholen, andere culturele actoren… Dat biedt mogelijkheden. Ik zie het als mijn missie om meer mensen kennis te laten maken met muziek. Je hebt enerzijds muziek op hoog niveau en anderzijds community music, waar iedereen aan mag meedoen en waar het sociale centraal staat. Ik maakte daar mijn masterproef over. De beide hebben hun plaats en er zijn er ook altijd die doorstromen van het hobby- naar een hoger niveau. Maar weinig mensen weten hoe plezierig het is om samen muziek te maken.”

Bio

Privé: geboren in Oostende op 3 april 2000. Heeft een vriend. Woont nog thuis, maar gaat volgend jaar alleen wonen.

Opleiding en loopbaan: master in de muziekpedagogie en bachelor hobo aan de LUCA School of Arts Campus Lemmens in Leuven. Volgt daar nu de masteropleiding hobo. Leerkracht Conservatorium aan Zee sinds 2021, dirigent koor Camerata Ostendia, geeft workshops muziek.

Vrije tijd: muziek, wandelen op het strand met de hond, lezen.