IJverige stadsdichter van Torhout Marc Coulier (68) schrijft het ene gedicht na het andere: “Spelen met woorden is heerlijk”

Marc Coulier bij vroeger werk aan de zijgevel van zijn huis. De achtergrondsfoto werd gemaakt door zijn vrouw. (foto JS)
Johan Sabbe

Hij is zó graag stadsdichter, dat hij het tot in lengte van dagen zou willen blijven. Maar helaas voor Marc Coulier: begin januari eindigt zijn mandaat van twee jaar en wordt er een opvolger verkozen. “Ik heb me het voorbije anderhalf jaar enorm geamuseerd”, zegt hij. “Spelen met woorden is gewoonweg heerlijk.”

Zelfs in volle zomer, als een groot deel van de bevolking op reis is, zit Marc thuis te werken aan zijn gedichten. Puzzelen noemt hij het zelf. Uitdrukkingen en zinnen bij elkaar laten passen, synoniemen zoeken en nieuwe woorden uitvinden de dichterlijke vrijheid, weet je wel. “Bij zonnig weer ben ik graag in de tuin bezig, waar ik mijn bonsais verzorg. Maar als het voor de zoveelste keer regent, word ik er niet somber van. Dan sprint ik naar binnen om mijn gedichten vorm te geven.” (lacht)

Exposeren in januari

Marc (68) woont met zijn vrouw Greet Pype (67) in de Ourthestraat. Hij is ergotherapeut en heeft dat beroep van 1978 tot aan zijn pensioen in 2022 altijd in Tordale uitgeoefend. Het koppel heeft twee kinderen: Maarten (42) en Lieselot (41). Er zijn voorts vier kleinkinderen: Manon (14), Emiel (13), Yena (13) en Hasse (8). Ook Greet heeft een grote hobby, met name fotografie. Vaak neemt zij een foto waar Marc een passend gedicht bij schrijft. Of andersom: dan maakt zij een foto bij een van zijn gedichten. Ze vullen elkaar op die manier perfect aan.

“Op school heb ik destijds veel strafopstellen geschreven”

Marc is oorspronkelijk uit Ieper afkomstig, waar hij aan het college schoolliep. “Ik heb er destijds veel strafopstellen geschreven”, lacht hij. “Misschien is dat wel de basis geweest voor mijn hunker om met woorden en zinnen bezig te zijn. Mijn vader was tuinbouwer en we moesten vaak meehelpen, dus was er niet veel tijd om gedichtjes te schrijven. Maar intussen heb ik dat ruimschoots gecompenseerd. Vanaf het moment dat ik als ergotherapeut in Tordale met pensioen ben gegaan, heb ik elke week een haiku gemaakt. Je weet wel, zo’n gebald Japans gedicht dat maar uit drie regels bestaat die achtereenvolgens vijf, zeven en weer vijf lettergrepen bevatten. Telkens met een mooie foto van de hand van Greet eraan toegevoegd. In januari mag ik die microverhaaltjes exposeren in het stadskantoor. In het cultuurcentrum had ook gekund, maar in het stadskantoor komt Jan en alleman over de vloer.”

“Iedere dichter heeft zijn eigen stijl, zo wordt weleens gezegd. Dat klopt in mijn geval niet echt. Ik schrijf gedichten die van aanpak en vorm sterk van elkaar kunnen verschillen. Een grote verscheidenheid. Zolang ik maar kan spelen met woorden.”

“Ik fiets veel en graag, onder meer met mijn jongste kleinzoon mee op een zitje. Dan babbelen we onderweg en zingen soms ook. Ik heb tijdens die ritjes altijd een schriftje bij om ingevingen op te schrijven. De inspiratie komt soms op de meest onverwachte momenten. En als je het niet opschrijft, ben je het weer kwijt. Dat kan gaan om een sterke beginzin of mooie beeldspraak. Ooit ben ik als een wervelwind een winkel binnengestormd om een blaadje en een balpen te vragen.” (lacht)

Geen gesloten poëzie

“Als stadsdichter diende ik in twee jaar minstens twaalf gedichten te schrijven om aan mijn opdracht te voldoen. Welnu, ik heb er intussen 45. Ze worden allemaal gepubliceerd op de website van de stadsbibliotheek. Je kunt ze al scrollend lezen, er zit beweging in. Ik wil graag schwung in mijn gedichten. Zo heb ik er recent eentje geschreven voor het Wijnendaalse wereldfestival voor dans en muziek Kadans. Ik heb geprobeerd om de zwier en zwaai van de dansers weer te geven. Hopelijk is dat me ook gelukt.”

“Ik besef maar al te goed dat ik geen professionele dichter ben. Ik schrijf heel toegankelijke gedichten, niet voor mezelf, maar voor de mensen. Ik wil dat iedereen begrijpt wat ik te vertellen heb. Ik ben niet de man van de gesloten poëzie. Dat is mijn ding niet. Ik ben al doende wel gebalder beginnen schrijven. Vaak kun je met een kort gedicht evenveel vertellen als met een lang.”

“Ik krijg positieve reacties en dat doet deugd. Ook word ik soms gevraagd om gelegenheidsgedichten te maken. Dan ben ik content als ze de mensen aangrijpen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier