Wandelen in en rond Rollegem-Kapelle: zoveel mooier dan je denkt

Redactie KW

Nooit geweest en toch een oordeel geveld. Fout! Dat moet ik ootmoedig bekennen na mijn eerste verkenningswandeling in Rollegem-Kapelle: een spoorwegzate die wandel- en fietspad werd en gehuchten met namen zoals Geuzesmisse en Groene Jager.

Onze wandeling in Rollegem-Kapelle is 9 kilometer lang. Je kan echter ook kiezen voor een kortere route van 6 kilometer, waarbij je van punt 3 meteen naar punt 8 wandelt.

1-2

Waar nu de neogotische Sint-Jan-de-Doperkerk (1) van net voor WO I staat, daar bouwde Willem van Rolechem in 1213 een bescheiden kapel. Of de start van een dorp en de verklaring van een naam. De dorpskom is met goede smaak gerenoveerd en de kerk staat er letterlijk in het midden. Cafés, een tearoom, fietsenzaak, bakker, slager, zelfs een traiteur, alle ingrediënten van een vitale dorpskom zijn er. Met de rug naar de kerkdeur doen we enkele stappen naar rechts en staan vervolgens oog in oog met ‘t Capellegoed, een hoevecomplex uit de 19de eeuw met een historie die tot in de 13de eeuw teruggaat en dat beschermd is als monument. De moeite waard om er een beetje tijd aan te spenderen en zelfs het geblaf van een half dozijn honden te trotseren.

We maken rechtsomkeert, doen enkele passen terug en duiken dan rechts – tussen café-tearoom De Lindeboom en slagerij/traiteur Devos – de smalle Rotputwegel in. Die voert ons langs een grindweggetje naar de T met de Foncierestraat (2). We stappen er naar rechts en genieten van het golvende boerenland om ons heen.

In de schaduw van de kerk soest al heel lang 't Capellegoed.
In de schaduw van de kerk soest al heel lang ‘t Capellegoed.

We steken de Koolsdambeek over en hebben een eind verder conferenceperen(3) als gezelschap: laagstam en hopend op een vernieuwde export naar Rusland.

3-4-5-6-7-8

Wie kiest voor 6 kilometer, die stapt aan de T (3) naar links. Wij kiezen voor de lange omvaart en stappen aan de T (3) naar rechts. Waar nu peren rijpen, daar zong – als we de naam van het gehucht mogen geloven – ooit de nachtegaal. Onder onze voeten zit het asfalt van de Driepikkelstraat. De naam van die straat verwijst naar een arduinen paal die van 1559 tot 1801 niet enkel de grens aangaf tussen drie parochies, maar ook die tussen drie bisdommen: Doornik (met de parochie Rollegem-Kapelle), Brugge (met Rumbeke) en Ieper (met Ledegem). Een driebisdommenpunt dus.

We steken de vrij drukke Roeselarestraat (4) over en zijn nu in het gehucht Geuzesmisse. Aan de T met de Rennevoordestraat (5) zwenken we naar links en kijken we links uit naar een dubbele zomereikendreef en een elektriciteitscabine. Beide markeren een voor gemotoriseerd verkeer doodlopende weg (6) die snel van grind en asfalt overgaat in aarde en gras. Of anderhalve kilometer boerenslag met in het midden de oversteek van de vrij drukke Roeselarestraat. Dan duikt een fotogenieke plas op. We laten die letterlijk en figuurlijk links liggen, blijven de boerenslag trouw en zijn op het gehucht De Kloefkapperij. Wellicht werden hier ooit kloefen (klompen) gekapt uit het hout van wilgen of populieren.

Aan de T (7) zijn we terug in de mensenwereld. We stappen er naar links. Na een bocht naar rechts kiezen we voor links en even verder voor rechts (8).

8-9-10-11-12-2-1

Plots duikt langs de lange boerenslag een fotogenieke vijver op.
Plots duikt langs de lange boerenslag een fotogenieke vijver op.

Na onze keuze voor rechts (8) kijken we rechts uit naar het asfalt van de Denderbellestraat (9). Rechts duikt een mooie boerderij op met bij het hek nog zo’n echte hoevekapel. We zijn nu op het gehucht De Groene Jager.

Aan de T doen we enkele stappen naar rechts en kiezen dan voor links. Rode palen markeren er de Kezelbergroute (10) op de bedding van de gewezen spoorweg Roeselare-Menen. Waar nu wandelaars en fietsers genieten van knispergrind, rust en wilde bloemenpracht, daar pendelden tussen het eind van de 19de eeuw en het midden van de 20ste eeuw duizenden Vlaamse seizoenarbeiders of trimards tussen hun woonstede en de textielfabrieken van Rijsel, Roubaix en Tourcoing, de Franse baksteenfabrieken, suikerbieten- en vlasakkers of ‘hun’ eest waar één man zowat alles deed. Een beetje plantenkenner herkent op de bermen in en om de zomer grote en bleke klaproos, groot kaasjeskruid, gewone berenklauw, vogelwikke, kamilles, gewoon duizendblad, sint-janskruid en veel andere schoonheden meer.

“We wandelen even in het voetspoor van de ‘trimards'”

We steken nog eens de Koolsdambeek over en verlaten aan de rode paaltjes (11) de Kezelbergroute, zwenken er naar links en zijn nu op het gehucht De Vlasbloem. Om ons heen weer mooi boerenland. We bochten naar rechts en naar links, genieten van de fraaie aanblik op de dorpskom van Rollegem-Kapelle en worden dan aangenaam verrast door een forse portie betonnen industriële archeologie: een vlasroterij.

Het is fijn wandelen en fietsen op de Kezelbergroute.
Het is fijn wandelen en fietsen op de Kezelbergroute.

Een steenworp verder staan we op het kruispunt met de drukke weg naar Ledegem. We doen er enkele stappen naar rechts en staan oog in oog met een kanjer van een cichorei-eest (12). Hier worden cichoreiwortels niet meer van hun sappen ontdaan, maar verkopen ze wel rundvlees en aardappelen (in een aardappelautomaat) van producent naar verbruiker. Of de korte keten.

Via een grindpad verlaten we de dorpskom van Rollegem-Kapelle.
Via een grindpad verlaten we de dorpskom van Rollegem-Kapelle.

We keren op onze stappen terug en kiezen op het kruispunt voor de rustige Foncierestraat. De strepen en getallen op het asfalt vertellen ons dat hier vinken worden ‘gezet’. Dan duikt rechts het al betreden grindpad (2) op dat ons naar de kerk (1) van het verrassend mooie Rollegem-Kapelle voert. Tijd voor enige verkwikking in De Lindeboom of De Voerman, beide aan de voet van de kerk.

(Tekst en foto’s Marcel Gevaert)

OB67655_NW143 ROLL.pdf