Stephanie

© KD
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Als dochter van een lerares denk ik dat ik nog meer dan een ander het belang van goed onderwijs snap. Zeker op de lagere school ben je als kind serieus gejost als je een heel jaar lang les krijgt van een uitgeblust exemplaar.

Aan de andere kant kan leren een fluitje van een cent zijn als er iemand voor de klas staat met een duidelijke passie voor het vak. Vandaag zou ik graag iets vertellen over de beste leraar die ik ooit gehad heb. Zijn naam was mijnheer Feys. (‘Johan’ voor de vrienden maar dat waren we niet. Hoe leuk je leraar ook mag zijn, grenzen zijn belangrijk.)

Het voordeel van zo’n onorthodoxe manier van lesgeven was niet alleen dat we ons keihard amuseerden tijdens het jaar, maar dat het blokken als vanzelf ging

Mijnheer Feys gaf Engels en geschiedenis aan het Sint-Vincentiuscollege in Ieper en tijdens het tweede middelbaar kreeg ik les van hem. Mijnheer Feys was een grote fan van theater en muziek en dat kon je aan alles merken. Wanneer hij mijn klasgenote, Leila, aansprak, zei hij niet gewoon ‘Leila’ maar zong hij twee coupletten uit het gelijknamige lied van Eric Clapton, luchtgitaarsolo inclusief. Als hij ons moest vertellen over de complexe relatie tussen Cleopatra en Marcus Antonius, dan deed hij dat middels een hilarische onemanshow waarin hij beurtelings beide hoofdrolspelers vertolkte. Ik denk dat ik toen voor de eerste keer ervaren heb dat je kramp in je kaken kan krijgen van het lachen.

Het voordeel van zo’n onorthodoxe manier van lesgeven was niet alleen dat we ons keihard amuseerden tijdens het jaar, maar dat het blokken als vanzelf ging. Als mij op het examen werd gevraagd hoe het tijdens de Karolingen ook weer zat met leenheren en vazallen, hoefde ik enkel maar terug te denken aan het desbetreffende theaterstukje en ik kon breed glimlachend de leerstof reproduceren. Ik scoorde voor elk examen van mijnheer Feys dik in de negentig, zonder er veel voor te moeten doen.

Nu, 22 jaar later, zie ik mijnheer Feys nog heel af en toe. Wanneer hij optreedt tijdens Ieperse stadsfeesten met bijvoorbeeld Kartje Kilo. Of wanneer hij een ‘festivalcommentator’ speelt tijdens Pukkelpop. En als hij mij dan spot tussen de menigte en ik begin te blozen als de dertienjarige puber die ik toen was, kan ik niet anders dan bij mijn vrienden een lofzang aan te heffen over de beste leraar die ik ooit gehad heb.