Radiopresentatrice Leen Demaré vindt rust aan zee: “Ik kan heel goed alleen zijn”

© Pieter Clicteur
Bert Vanden Berghe

Radiopresentatrice Leen Demaré is sinds kort aan de slag bij Nostalgie. Afgelopen jaar was heftig, maar ze heeft opnieuw rust gevonden, in Oostende, waar ze veel tijd spendeert. De grande dame van de radio is strijdvaardiger dan ooit, met straks ook een nieuwe theatershow.

Het is sinds kort een vast ritueel geworden. Donderdagavond, nadat ze het licht heeft uitgedaan in de radiostudio, rijdt ze rechtstreeks naar Oostende. Daar heeft ze sinds begin dit jaar een appartementje. Zo dicht bij het strand dat ze de zee hoort ruisen. “Als ik hier ‘s nachts aankom, dan is dat het eerste wat ik hoor: de zee, de wind die giert… héérlijk.”

Leen Demaré is een vrouw met het hart op de tong, die geniet van de kleine en grote dingen in het leven, en ons het hele gesprek door trakteert op een genereuze glimlach en pretoogjes. Uiteraard komt haar ontslag bij Joe ter sprake, waar enkele maanden geleden zoveel rond te doen was, ook al omdat ze er toen openlijk over sprak. Maar Leen is niet snel van de wijs te brengen en heeft opnieuw haar plek gevonden. In een radiostudio, ja, waar alles voor haar begon halfweg de jaren tachtig. Reagan en Gorbatsjov waren nog aan de macht, de kerncentrale van Tsjernobyl draaide nog op volle toeren en Lady Gaga was nog niet eens geboren. Om maar te zeggen: Leen, en nog meer haar stem, is zo’n wezenlijk onderdeel van het medialandschap in Vlaanderen en zo vertrouwd in zoveel huiskamers, dat we stilaan het woord erfgoed in de mond mogen nemen.

Hoe ben je in Oostende terechtgekomen?

“Mijn ouders zijn West-Vlamingen – mijn moeder is van Torhout, mijn vader was van Lissewege – maar verhuisden naar Brussel, waar ik werd geboren. Na het pensioen van mijn vader zijn ze in Oostduinkerke gaan wonen. Drie jaar geleden is mijn vader gestorven en nu verblijft mijn moeder in een rusthuis in Koksijde. Ik miste die band met de zee, en ik ken hier in Oostende heel wat mensen. Zelfs meer dan waar ik woon, in Vilvoorde. Ik wilde een zekere voet aan de grond hebben aan de kust, omdat ik vaak mijn moeder kom bezoeken. Ik blijf hier dan altijd een paar dagen.”

Hoe breng je dan die tijd aan onze kust door?

“Ik lees heel veel. Ik heb deze zomer tweedehands transatlantiques (houten ligzetels, red.) gekocht. Ik kan echt genieten van een goed boek op het strand. Ik zit net aan het einde van een boek, en dat is altijd een spannend moment. Dan denk ik al aan het volgende. En dat moet zowat het goeie boek op het goeie moment zijn. Doorgaans lees ik het liefst historische romans.”

Geen plannen voor een eigen boek?

“Wel, ik heb er net eentje uit, samen met journalist Filip Osselaer. Het is meteen ook de aftrap van Scoubidou! The Seventies!, een muzikale roadtrip door de seventies, waarmee we in oktober en volgend voorjaar door Vlaanderen toeren. Het is een halve eeuw geleden dat de seventies van start gingen.”

Wilde herinneringen aan de seventies?

“Ik zat toen volop in mijn puberteit, en ik heb daar veel toffe herinneringen aan. Uit de interviews voor het boek bleken de meeste mensen dat een heel onbezorgde periode te vinden. Voor mij geldt dat ook. Er was bijvoorbeeld geen internet. Wij moesten nog wáchten. Een week lang op een nieuwe aflevering van een serie bijvoorbeeld. Alles is vandaag anders en sneller. Bij Nostalgie opperde iemand dat het filmpje voor de sociale media te lang was. Het duurde één minuut. Zot vind ik dat.”

Ik benijd mensen die een masterplan hebben, die heel hun leven kunnen uitstippelen

Ben je ietwat melancholisch ingesteld?

“Ja, toch wel. Ik ben ook heel slecht in afscheid nemen van iets of iemand. Maar ik vind het wel iets hebben als ik foto’s van vroeger terugzie.”

Sta je erbij stil dat je dit jaar al 35 jaar bezig bent?

“Ah, is ‘t waar? (denkt na) Ik ben in december begonnen, dus ik kan nog mijn jubileum vieren. Hoera! (lacht) Wie had dat gedacht? Nu, ik al zeker niet. Mijn radiocarrière is eigenlijk stoemelings begonnen. Ik had rechten gestudeerd, vond niet meteen een job, hoorde iets waaien van een stemtest en deed mee. Ik had geen masterplan, nog altijd niet eigenlijk. Ik benijd wel mensen die dat hebben, die heel hun leven kunnen uitstippelen.”

Jij was zowat een van de eersten in Vlaanderen die radio mee een gezicht gaf. Letterlijk. Vandaag hebben dj’s van bij het begin al een bekende kop.

“Het is een ander tijdperk, ja. Ik merk ook dat veel luisteraars meegegroeid zijn, van Radio Donna naar Joe en nu naar Nostalgie. Dat is echt een community. Voor veel mensen ben je echt een soort vriend in huis. En dat is heel fijn.”

Heb je nu het gevoel dat je weer op je plaats zit?

“Absoluut. Radio maken is echt iets dat in mijn DNA zit. Ik geef ook les aan de hogeschool Thomas More, en ik vind het plezant om er ook achter de schermen mee bezig te zijn, of de volgende generatie klaar te stomen.”

Hoelang duurt het doorgaans voor ze je ontslag ter sprake brengen?

“Alsmaar langer. Vorige week nog werd ik hier plots herkend. ‘Mo zeg, wat er u nu overkomen is! En dat op uwe leeftijd!(lacht) Het was wel fijn om te zien dat mensen zo meeleefden.”

Je stak je ontgoocheling en misprijzen niet onder stoelen of banken. Opeens bleek vreemd genoeg dat er een soort taboe rust op ontslag.

“Ik kreeg heel veel reacties van mensen die hetzelfde hadden meegemaakt. Ik vond het raar dat het opeens opvallend was om er openlijk over te spreken. Alsof je je moet schamen. Maar het was mijn schuld niet. Ik heb het wel onderschat. De volgende dag was ik al bezig met mijn cv, hielp mijn dochter mijn LinkedIn-profiel op poten te zetten, maar daarna viel ik toch wel in een put. Het leek alsof het niet goed zou komen. Meer nog, ik dacht écht dat ik in de armoede zou belanden. Dat was heftig. Ik werd soms ‘s nachts wakker, met een hartslag van 120. Dat telefoontje van Nostalgie kwam er net op tijd.”

Van een goed boek op het strand kan ik echt genieten

Was er een plan B?

“Niet meteen. Ik heb een paar jaar geleden een opleiding als bemiddelaar gevolgd, omdat mij dat interessant leek. Bemiddelen met jongeren die een GAS-boete krijgen, bijvoorbeeld. Hen streng de les lezen, ook. Maar eigenlijk deed ik familiale bemiddeling. Ik vond het wel tof om mij… te moeien.”

De aap komt uit de mouw!

“Eigenlijk komt het daarop neer. Ja, ik moei mij graag! (lacht) Nee, het is niet altijd de meest vrolijke materie. Ik heb ook altijd de neiging om mij al de miserie van de wereld aan te trekken. Ik ben niet goed in loslaten. Tijdens de coronaperiode ging ik langs bij een oud vrouwtje dat haar kinderen niet meer zag, dat is echt triestig. Mijn moeder bezoeken is ook niet altijd even gemakkelijk: ze is dement, haar vrienden zijn overleden, het grootste deel van haar familie ook. Wij gaan elke week langs, maar ze is dat meteen vergeten. (denkt na) Mensen leven te lang, soms.”

Je vader ook?

“Nee, hij was nog heel goed bij geest op zijn negentigste. Hij heeft ook heel lang voor mijn moeder gezorgd. Die had nog een paar jaar meegekund, ja. Mijn moeder herkent mij nog, maar ze heeft voor de rest geen besef meer van tijd en ruimte. Dementie is een verschrikkelijke ziekte. Dan zit je achter plexiglas en moet je 85 keer uitleggen waarom dat er staat. En je mag haar niet vastpakken, normaal gezien. Maar sorry, zo’n klein oud beske? Mij gaan ze dat niet verbieden.”

Nog even over je ontslag: is dat al wat verteerd?

“Ik begrijp de redenering wel: te oud, te duur waarschijnlijk. Ik heb het ook gezegd: dat ik het van een ongelooflijke hoogmoed vond getuigen dat ik niets meer voor hen kon betekenen, met verdorie 30 jaar ervaring op de teller. Maar ik vind dat er in de maatschappij iets niet klopt op dat vlak. We moeten allemaal langer werken, maar bij een ontslagronde zijn het net die oudere werknemers die ze op straat zetten. Ik deed echt heel veel sollicitaties nadien, maar ik had telkens niet ‘het juiste profiel’. Als mijn leeftijd een spelbreker zou zijn, zouden ze het toch niet zeggen. Maar was ik een man, dan was het een ander verhaal. Je weet wat ze zeggen: in sprookjes is een oude man altijd een lieve tovenaar en een oude vrouw een stoute heks. Maar ik mag eigenlijk niet klagen, ik heb weer een job. Maar voor hetzelfde geld was het een ander verhaal, ja. Ik relativeer heel veel. Ik kan begrip hebben, maar niet alles goedpraten. Iets kan een reden hebben, maar mag geen excuus zijn. Dat zie je bij rellen: er is soms een reden, maar die mag geen excuus zijn om vernielingen aan te brengen.”

Je zegt dat je veel kan relativeren, maar toch kan je moeilijk loslaten. Dat klinkt wat contradictorisch.

“Omdat ik blijf nadenken. Is dat niet iets typisch voor vrouwen? Mijn dochter verhuisde onlangs. En toen lag ik ‘s nachts wakker hoe ze haar zetel naar boven ging krijgen. Dat neemt dan in mijn gedachten absurde proporties aan. Een man ligt daar allemaal niet van wakker, denk ik. Hetzelfde met dat ontslag. Iedereen zei dat het wel goed zou komen, maar ik dacht: het zal wel. En toch…”

Voor veel mensen ben je als radiostem een soort vriend in huis. En dat is heel fijn

Terwijl we foto’s nemen, hebben we het over guilty pleasures. “American Ninja Warrior!”, lacht ze hardop. Een hindernissenparcours, verpakt als grotesk en typisch Amerikaanse show. “En Miracoli, dat heb ik ook altijd in huis. Dat doet me altijd weer denken aan fijne woensdagnamiddagen na school.”

Kook je vaak?

“Ik heb koksschool gedaan. Ja, ik kook wel graag. Al is dat nu met mijn nieuwe job weer zoeken. Mijn dochter kwam daarvoor vaak eten, want voor mezelf kook ik niet altijd.”

Ben je al lang alleen?

“Toch al eventjes. Maar het is goed zo. Het is niet dat ik aan het daten ben, absoluut niet zelfs. Ik kan heel goed alleen zijn, ik bén ook graag alleen. Er is genoeg om van te genieten.”

Zoals?

“Ik ga heel graag naar dansvoorstellingen kijken, genre Anne Teresa De Keersmaeker. Maar ook naar klassiek ballet, al vind je dat haast niet meer, met pointes. Ik zie ook heel graag opera, maar ik mis soms die oldskool klassieke opera. Vandaag is er soms niet eens meer een decor. Als iets niet goed is, ben ik snel weg. Dan wacht ik niet eens tot aan de pauze. Daarom neem ik ook meestal plaatsen aan de gang. Vorig jaar zagen mijn dochter en ik een teksttheatervoorstelling, maar na één minuut wist ik al dat het niets voor mij was. Na vijf minuten zei ik tegen mijn dochter: pak uw sacoche, we zijn weg. (lacht) Dan is er even consternatie, maar dat duurt maar een halve minuut.”

Heb je dat met boeken ook?

“Ik heb geen tijd voor een slecht boek. En geduld al evenmin. Ik geef het dertig bladzijden.”

Je bent een intrigerende vrouw, Leen.

“En dat op mijn leeftijd!” (lacht)

Wie is Leen Demaré?

– Leen Demaré (58) werd geboren in Brussel als dochter van West-Vlaamse ouders. Zelf heeft ze een dochter.

– Ze studeerde rechten, maar kon in 1985 als stagiaire aan de slag bij Radio 1. Zeven jaar later stond ze mee aan de wieg van Radio Donna. Een paar jaar later kon ze aan de slag bij 4fm, dat later Joe werd. Eind 2019 kreeg ze daar haar ontslag. Leen deed ook televisiewerk, ze was onder meer de stem bij het VTM-programma Met Vier in Bed. Vandaag werkt ze bij radiozender Nostalgie.

– Dit najaar en volgend voorjaar toert ze rond met de muzikale theatershow Scoubidou! The Seventies!.