Piet De Praitere: “In mijn hoofd ben ik nog altijd 30 jaar”

© PC
Bert Vanden Berghe

Piet De Praitere valt niet in één vakje te stoppen. Hij praat, schrijft, speelt en grapt dat het een lieve lust is, maar maakt ook tijd om even stil te staan. Of even stil te zitten, op ons picknickdeken in zijn onofficiële achtertuin. Maar hij doet wel niet mee aan melancholie. “Het was vroeger écht niet beter, hoor.”

“Ha, de mannen van De Standaard zijn daar ook!”, begroet hij grappend een nietsvermoedend jong koppel dat wat verderop ook een picknicklaken opschudt. Piet De Praitere staat overigens ook letterlijk scherp, te wijten aan een maagontsteking die hem de laatste weken teisterde. Een appeltaartje met wat koffie laat hij zich welgevallen, maar voor de wijn en de boule de Berlin past hij beleefd. Er is best wat volk in de Bourgoyen in Gent, haast letterlijk zijn achtertuin, waar hij elke dag wel een kleine zeven kilometer wandelt. “Dat is echt een ontdekking sinds een paar jaar, dat wandelen. Ik heb mijn vorige voorstelling gemaakt al wandelend. Echt, zo raak ik niet afgeleid. Thuis aan mijn bureau schrijf ik ook graag, maar als ik thuis ben en iets opzoek op Wikipedia, dan ben ik voor ik het weet vertrokken. Dus in zekere zin is dit mijn kantoor. Veel heb ik dan niet bij, mijn iPhone en een notitieboekje. Ondertussen zijn er al veel mensen die mij hier kennen en vast denken: die zot is hier weer. (lacht) Schrijven, daar heb ik echt deugd van. De afgelopen vier maanden ben ik daar haast onafgebroken mee bezig geweest, met een nieuw boek als resultaat. Ik ben ook bezig met een nieuwe voorstelling. Vorig jaar was ik al aan het try-outen, maar ik heb alles weggesmeten en ben opnieuw begonnen. In mijn nieuwste voorstelling wil ik heel eerlijk zijn over het feit dat ik echt problemen heb met ouder worden.”

Wie is Piet De Praitere?

Piet De Praitere werd op 10 oktober 1963 geboren in Kortrijk. Hij begon zijn carrière met Studio Kafka en werkte ook later vaak samen met collega’s uit de comedywereld.

Hij werd als stand-upcomedian bekend met het typetje Etienne met het open verhemelte. Hij werkte mee aan verschillende televisieprogramma’s als Lookalikes op 2BE en schitterde als

Claude Delvoye in Bevergem.

Piet schrijft ook boeken. Zijn recentste is Ik ben Piet en ik heet Pierre, dat allerlei absurde proza en korte verhalen bundelt. Dit najaar is hij ook te zien in de reeks De Twaalf op Eén.

www.pietdepraitere.be

Een midlifecrisis?

“Als dat zo is, dan ben ik al zeker dat ik 110 jaar word. Maar ik zit op een punt waarbij ik denk: fuck, ik ben 55 jaar… hoelang heb ik nog te gaan in goeie omstandigheden? Als ik de gemiddelde cijfers haal, dan heb ik nog 19 jaar te leven, nog 6.935 dagen. Da’s niks, hé. Het is misschien wat zwaar voor een comedyvoorstelling, maar het is wel een mooi aanknopingspunt. Want zoiets schrijven is een soort therapie.”

Heb je al lang moeite met ouder worden?

“Op mijn veertigste was dat zeker nog niet het geval, want toen heb ik een groot feest gegeven. (denkt na) Het heeft veel met cijfers te maken, denk ik. Op je 18de vind je dat nog grappig als je die cijfers kan omdraaien omdat het nog zo veraf is, maar op je 55 ste… Ik praat daar veel over met de mensen, maar tegelijk wil ik het er ook niet over hebben.”

Schrijven, daar heb ik echt deugd van

Jij bent begonnen…

(lacht) “Het heeft ook veel te maken met al mijn beste maten die een jaar of zes jonger zijn. Zij zijn nu nog in de veertig. Ik troost me wel met het idee dat we over twintig jaar allemaal oude zakken zijn.”

Waar heb je de meeste schrik voor?

“De kwaliteit van het leven. Ik heb het gevoel dat mijn leven nog niet lang bezig is. Rond mijn dertigste ben ik pas echt in een soort stroom terechtgekomen van allemaal toffe dingen. Ik heb mij het best gevoeld op die leeftijd, denk ik. Als ik vroeger een knappe madam kruiste en mij omdraaide, dan zag ik dat ze zich ook nog eens draaide, nu denkt ze wellicht dat er een oude vieze vent naar haar aan het kijken is. En op een dag sta je plots op met een lagerugpijn die regelmatig terugkeert. Dan voel ik dat ik oud aan het worden ben. Maar mijn hoofd wil niet mee. In mijn hoofd ben ik nog altijd dertig. Ik ben daar ook niet ongelukkig over, want de dagen worden ook mooier en mooier, omdat ik meer en meer mijn ding heb gevonden. Ik hou van schrijven en acteren en ook comedy zit nog altijd in mijn natuur.”

“Ook als iets niet goed is, haal ik er inspiratie uit.”© PC

Heb je eigenlijk helden in de comedy?

“Ricky Gervais, zeker nu met zijn reeks After Life (over een man die worstelt met de dood van zijn vrouw, red.)en ook Hans Teeuwen is echt wereldtop.”

“Iemand als Ricky Gervais kan je toch onmogelijk haten of flauw vinden? Iemand als Luc Dufourmont heeft dat ook. Je vergeeft hem alles. Denk je dat Luc al eens slaag heeft gekregen? En heb je hem al eens bezig gehoord aan de toog?”

De dood van mijn zus is altijd als een donkere wolk boven mijn ouders blijven hangen

Grappig, want ik herinner mij dat Bart Vanneste (Freddy De Vadder, red.) net hetzelfde over jou heeft gezegd.

“Ja, oké. Ik daag ook wel eens graag uit, maar ik stop altijd als ik voel dat die vuist omhoog gaat. (lacht) Dan kan ik me er altijd met een kwinkslag uit lullen. Ik hou van provoceren, improviseren en tegelijkertijd ook nuanceren.”

Word je vaak herkend op café?

“Ik ben twee keer met Zouzou op stap geweest en dan komen ze heel enthousiast naar mij: ‘uwe maat, dat is die uit Bevergem!'”

“Ik wil in Oostende gaan wonen”

“Ik ben iemand die graag verhuist. Ik woon heel graag in Gent. Ik woon hier al vijftien jaar op dezelfde stek, wat best lang is voor mij, maar ik zou eerlijk gezegd liever in Oostende gaan wonen. Die stad róépt mij. Waarom? Geen idee. Oostende heeft zowat alles. En terug naar Kortrijk? Ik ben er ooit weggevlucht omdat ik het er toen te conservatief vond. Er waren vijf flikken per inwoner en elk creatief idee werd er de kop ingedrukt. Ik heb er nooit graag gewoond, maar ga er wel graag terug voor mijn familie. Ik kom er ook weer heel graag, want de stad is erg veranderd.”

Dat ze je niet herkennen, is best een mooi compliment voor een acteur.

Bevergem heeft vooral bewezen wat voor talent we in Vlaanderen hebben. We hebben veel te danken aan Mark Coenen, die ook onze producer was bij StuBru (ten tijde van ‘Studio Kafka’, red.). Zijn opvolgster was niet zo overtuigd van het gebruik van het West-Vlaams en onbekende acteurs in reeksen. Maar ook heel wat series op HBO of Netflix bewijzen al een hele tijd dat mensen snakken naar een nieuw gezicht. Ik ben straks ook te zien in de fictiereeks De Twaalf en daar zie je heel wat goeie acteurs, die niet noodzakelijk een theateropleiding gehad hebben. Zeker de jonge generatie is bij momenten heel straf.”

Weinigen weten dat je ook een acteerdiploma op zak hebt. Waarom ga je opnieuw die richting uit?

“Ik ben op een leeftijd gekomen waarop ik het echt tof vind om te doen waar ik zin in heb. Het is toch leuk om met verschillende dingen bezig te zijn? Ik wil niet tot mijn 65ste de zot uithangen in een jeugdhuis. Pas op, dat is wel tof, maar de waarheid is dat ik snel verveeld ben. Er is zo veel te doen in het leven, waarom zou je het dan níét doen? Vroeger waren Freddy De Vadder, Alex Agnew en Wim Helsen mijn collega’s, vandaag zijn dat Murakami en Houellebecq.” (grijnst)

“De dood is nog te vaak een taboe.”© PC

Zegt hij bescheiden.

“Nee, serieus. Korte verhalen schrijven is echt wel mijn ding. Ik voel ook dat er een nieuw publiek voor is. Het is iets wat uit Australië komt overgewaaid. Schrijvers van zeer korte verhalen of absurde proza gaan optreden in zaaltjes. In Nederland is dat een succes en krijg je echt geweldige avonden. In mei doe ik het ook met een soort schrijverscollectief met Tim Foncke, Joke Van Caesbroeck, Joost Vandecasteele en Delphine Lecompte. Het is altijd fris om nieuwe mensen te ontmoeten. Daar haal ik ook een zekere inspiratie uit, al is inspiratie eigenlijk negentig procent werken. Ik haal er veel uit boeken. Ik ben een enorme fan van Houellebecq. Ik heb zijn laatste boek gekocht, maar ik blijf het maar uitstellen om het te lezen omdat ik wéét dat ik weer fucking twee jaar moet wachten op een nieuw boek. Als hij dan nog leeft, want die verdomde loser zuipt en rookt zich te pletter. En ook als iets níét goed is, haal ik daar inspiratie uit. Ik ben die ambetante gast die tegen zijn iPhone zit te mompelen tijdens een theatervoorstelling om een idee in te spreken.”

Waarop ben je het meest trots tot nu toe?

“Op het moment dat je ze doet, besef je van veel zaken niet hoe waardevol en groots ze zijn. Bevergem bracht bijvoorbeeld veel stress voor veel mensen met zich mee. Ik weet nog dat ik absoluut niet zeker was van de reeks. Toen ik de eerste screening zag in een vies, klein zaaltje met slechte klank, dacht ik: fuck, hier gaan we mee op onze bek. Ik had dat ook zo gezegd tegen Vanneste. Kwaad dat die was! ‘Prait, gie stomme lul!(lacht) Maar Bevergem was een soort monoliete eenheid, van mensen die achteraf allemaal op de juiste plek zaten.”

“Korte verhalen schrijven is echt wel mijn ding.”© PC

Kreeg je dat creatieve van thuis uit mee?

“Ik heb het van mijn moeder. Zij was een supergrappige vrouw. Er was altijd wel een verrassing als we thuiskwamen van school.”

“We waren met acht thuis en toen zette ze ons op een rijtje en liet ze ons met de ogen dicht iets proeven. De een kreeg een snoepje, de ander een stuk fruit of opeens een lepel azijn. Tjak. Geniaal. Ze deed ook graag mensen na en was het type dat mij tot vier keer naar de kruidenier naast de deur stuurde voor iets dat niet bestond. Dan was die mens na vier keer heel kwaad en lag zij plat van het lachen. Ze hield ook veel van muziek. Elke donderdag trok ze naar de Innovation in Kortrijk, waar ze singles en platen kocht, van The Beatles, de Stones, Abba… Als ik What is life? van George Harrison hoor, dan zie ik haar nog altijd rond de tafel dansen. Heerlijk.”

‘Bevergem’ heeft vooral bewezen wat voor talent we hier hebben

En je vader?

“Dat was een serieuzere mens. Hij moest wel zorgen dat er voor acht kinderen brood op de plank kwam. Na de dood van mijn zus heeft hij zich ook op zijn werk gestort.”

Waaraan is ze gestorven?

“Kanker. Een lange lijdensweg. Ze was pas vijf of zes jaar toen ze het ontdekt hebben en ze is gestorven op haar veertiende. Dat is keihard, al besef je dat niet echt als kind. Haar dood is altijd als een soort wolk blijven hangen boven mijn ouders. De dood is eigenlijk nog altijd een soort taboe. Ik heb het er ook over in mijn nieuwe voorstelling. Net als over kinderen. Als ik zeg dat we met te veel mensen zijn, dan word ik scheef bekeken. Of het argument ‘dat ze het doen om het menselijke ras voort te zetten’… Waarom is dat zo belangrijk? Als er nu één soort is die alles naar de kloten helpt, dan is het wel de mens. En dat mogen we toch op zijn minst benoemen? We denken dat we alles opgelost krijgen, zoals de klimaatopwarming waarbij we dan maar vertrouwen op de wetenschap.”

“Misschien een culinaire mockumentary?”

Dit najaar is Piet De Praitere te zien in De Twaalf, een veelbelovende fictiereeks op Eén. “Het draait rond een rechtszaak en twaalf juryleden, die moeten beslissen over schuld en onschuld. Het geweldige daaraan is dat we door de twee scenaristen erg betrokken werden in het verhaal, zonder pretentie. Dat maakt dat de kwaliteit van series zo verbetert, omdat er van onderuit wordt gewerkt. Bevergem was daar het beste voorbeeld van. Zelf nog tv maken? Ik zou heel graag nog een soort culinaire mockumentary maken over een kok die nooit bestaan heeft. Dat is al een erg oud idee in mijn hoofd, maar ik weet niet of Vlaanderen daar klaar voor is.”

Zelf heb je geen kinderen.

“Ik heb misschien de meeste schrik om iemand als mezelf te zien opgroeien. Ik was echt een klotekind, hyperkinetisch tot en met. Ik weet dat ik mijn weg niet echt vond binnen het gezin, al scheelden we allemaal niet veel in leeftijd. Als ik er zo over nadenk, verdient mijn moeder toch echt alle respect: alleen al dat koken, alsof je elke dag een klein restaurant uitbaat waar je niet voor betaald wordt.”

Leven je ouders nog?

“Mijn moeder is een zevental jaar geleden gestorven. Het is vreemd. Je wordt plots ontheemd, alsof die navelstreng écht doorgeknipt wordt. Ik zat in India op dat moment en dat was keihard. Maar voor mijn vader was het dat nog meer. Hij is zes maanden later overleden, gewoon ingestort. Hij kon echt niet zonder haar. Na de begrafenis hield hij zich sterk, maar daarna zag je hoe hij geleidelijk aan alle lust in het leven kwijtraakte. Ze waren samen sinds hun 19de en hadden veel meegemaakt. Dat moet wel heftig zijn. (zwijgt) Dat is waar After Lifevan Ricky Gervais ook over gaat: je voelt aan alles hoe dat wringt, hoe we in onze cultuur niet kunnen omgaan met de dood. In India sloegen ze de schedel van de overledene open om de ziel los te laten, zag ik een lijk drijven op het water. Dan zíé je ook dat ze er niet meer zijn. Hier in Gent heb ik heel lang gedacht dat ik PDW (Patrick De Witte, red.) nog tegen het lijf zou lopen, of Luc Devos.”

Hoe moeten we er dan wel mee omgaan?

“Het begint al in het onderwijs. Dat zit zo slecht in elkaar. We kweken generatie na generatie mensen die niet in het leven staan zoals ze moeten staan. Als ik kijk naar vroeger, mijn ouders hadden geen geld voor de universiteit, dus ik volgde houtbewerking. Maar ik hoorde daar niet thuis. Alles wat ik ken, heb ik zelf moeten leren. Daarom ook heb ik het gevoel dat ik pas op mijn dertigste ben beginnen te leven, op intellectueel vlak. Of ik melancholisch ben? Dat valt wel tegen. Ik heb het gevoel dat ik wel erg yin en yang ben in mijn hoofd. Nee, melancholische mensen, daar kan ik echt niet tegen. Het was vroeger écht niet beter, hoor. We hebben nog nooit zo veel mogelijkheden en kansen gehad als vandaag. Geweldig is dat!”

Piet De Praitere:
© PC