Ontroerend Goed: Sint-Ritakerk

© PC
Bert Vanden Berghe

Met een eigenzinnige blik op de vaak vanzelfsprekende pareltjes van on(t)roerend erfgoed trekken fotograaf Pieter Clicteur en journalist Bert Vanden Berghe door West-Vlaanderen.

“Alleen de mens is basis van de architectuur”, liet Léon Stynen ooit optekenen. De Antwerpse architect doelde daar onbewust ook mee op zijn visie op de Kerk. De overtuigde socialist was niet gelovig, maar toch zou zijn laatste bouwwerk uitgroeien tot een van de meest tot de verbeelding sprekende kerkgebouwen in dit land. De Sint-Ritakerk in Harelbeke is ook de enige kerk die hij ontwierp.

Hoewel de meeste van zijn realisaties zich situeerden in ‘zijn’ provincie, had hij toch een speciale band met West-Vlaanderen. Zijn allereerste opdracht was immers een oorlogsmonument in Knokke. Later zou hij daar ook het casino ontwerpen, net als in Blankenberge. Ook het vermaarde casino van Oostende is van zijn hand.

Stynen blonk uit in soberheid en was de man die mee het modernisme op de kaart heeft gezet. Soberheid was ook het kernwoord van het Vaticaans Concilie eind jaren vijftig. De Kerk wilde God opnieuw centraal stellen. Toen Stynen de kans kreeg om de nieuwe Harelbeekse kerk te ontwerpen, besloot hij dat letterlijk te nemen. Het altaar werd het centrum van een gebouw dat de vorm kreeg van een afgehakte piramide. Enkel de hoogte en de lichtinval verwezen naar de klassieke kathedralen van weleer.

De meeste architecten dachten toen in steen en bouwden in beton, terwijl Stynen naar eigen zeggen vooral in beton dacht. Zelfs de houten kerkstoelen moesten eraan geloven, hij koos ervoor om stoelen in beton te laten gieten. Tijdloos, zo omschreef hij het. Verfijnd brutalisme, schreven anderen. Ze hadden beiden gelijk.

Sint-Ritakerk, Julius Sabbestraat 43 in Harelbeke.