Ontroerend Goed: De Normandie in Koksijde

Met een eigenzinnige blik op de vaak vanzelfsprekende pareltjes van on(t)roerend erfgoed trekken fotograaf Pieter Clicteur en journalist Bert Vanden Berghe door West-Vlaanderen.

Je blik blijft er altijd weer bij hangen als je langs de Koninklijke Baan in Koksijde rijdt. Maar slechts weinigen weten dat De Normandie meer dan 80 jaar geleden ontstond uit wrok en rivaliteit. In 1933 klopte Jean Van den Bergh aan bij kunstschilder Robert Buyle met de vraag of die hem wilde steunen om hotel La Peniche op te starten langs de Albert I-laan. Hij gaf het geld én tekende het hotel uit in de vorm van een boot. De zaak trok veel rijke Franse industriëlen en Robert zag zijn kans schoon om veel geld te verdienen. Hij wees de familie Van den Bergh de deur en liet het beheer vanLa Peniche over aan zijn schoonbroer Simon.

Maar Jean en zijn vrouw lieten zich niet doen. Ze kochten begin jaren dertig zo’n 200 meter verder een stuk grond. We kunnen het groter, beter en sneller, dachten ze. Ze bouwden een gloednieuw hotel naar het voorbeeld van De Normandie, het schip dat een jaar eerder de snelste trans-Atlantische overtocht tussen Le Havre en New York maakte. Dik tegen de zin overigens van de architect, die het later onomwonden ‘het grootste monster langs de Belgische kust’ zou noemen. Het is geen toeval dat de mooiste kant van het ‘monster’ richting Frankrijk uitkijkt, omdat dat land een belangrijke afzetmarkt was. Veel duinenvilla’s waren toen ook in Franse handen.

Maar de crisis sloeg hard toe. De échte Normandie zonk in 1942 in de haven van New York na een brand die Manhattan met dikke rook omhulde. Er hingen ook donkere wolken boven La Peniche en De Normandie in Koksijde. De eerste vond overnemers, de laatste stond eind vorige eeuw nog te verkrotten. Vandaag is er geen rivaliteit meer. La Peniche is een goed draaiend vakantiehuis, De Normandie een bloeiend restaurant met feestzaal. Ze zijn doorheen de woelige wateren gevaren, vastberaden, met nu elk hun eigen koers.