“Maak er maar een trappist van, ik denk dat Zwarte Piet dat liever drinkt”

© Foto Kurt
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Weldra is het weer 11 november en hoewel dat voor de meesten onder jullie staat voor de herdenking van WO I, betekent dat voor de Ieperse kindjes iets helemaal anders. Zij vieren dan namelijk Sint-Maarten.

Ik bracht mijn lagere school in de Westhoek door dus ten huize Coorevits was die dag een hoogdag. Prachtige tekeningen met portretten van de Heilige Man sierden onze haard. Reclameboekjes werden aan flarden geknipt en het meest begeerde speelgoed werd onder de vorm van collages op posterformaat gepresenteerd. Schoentjes werden zorgvuldig gepositioneerd de slimste zus haalde vaders’ maatje 46 uit de schoenenkast en een pintje voor Zwarte Piet mocht zeker niet ontbreken (dixit Moeder: “Maak er maar een trappist van, ik denk dat Zwarte Piet dat liever drinkt”).

Van slapen kwam er die avond niet veel in huis. Een unieke mengeling van verschillende gevoelens raasde door me heen: vreugde, nerveuze anticipatie, verlangen en ook wel een klein beetje angst immers, mocht er ‘s nachts opeens echt een zwarte man in mijn slaapkamertje opduiken, zou dat eerder traumatisch zijn geweest.

“Mijn zus griste de pop uit mijn handen, ik gaf haar een hengst tegen het hoofd met een puzzel. Magische momenten”

De volgende morgen, rond een uur of vijf trommelde ik mijn zussen op en slopen we met zijn drieën naar onze slapende ouders om die een hartverzakking te bezorgen door te brullen: Opstaan opstaan!!!!! Sint-Maarten is gekomen!!!!! Sint-Maarten is gekomen!!!!! Waarop we verzocht werden ons nog een paar uur in stilte bezig te houden.

Rond zeven uur waren we even opgewonden als een stel duracellkonijntjes op speed en mochten we eindelijk naar beneden. Onder volledig decorumverlies bestormden we de living. De tafel boog door onder het gewicht van speelgoed en lekkers.

Blind van hebberigheid graaide ik naar een Barbie gemodelleerd naar mijn grote voorbeeld: De Kleine Zeemeermin en kraaide het uit van manische vreugde. Waarop moeder zei: ‘Stephanietje, ik dénk dat de Sint dat voor Lientje heeft gebracht.’ En ik antwoordde: ‘Ik dénk het niet!!!’ Mijn zus hoorde haar naam, draaide zich om en griste de pop uit mijn handen. Waarop ik het dan weer op een janken zette en mijn zus een hengst tegen haar hoofd met de dichtstbijzijnde puzzel gaf. Werkelijk magische momenten.