Leen Dendievel pakt uit met debuutroman: “Ik wil opstaan voor wat ik graag doe”

Leen Dendievel maakt indruk met haar debuutroman. "Waarom zou de dood een taboe moeten zijn?" (Foto Christophe De Muynck)
Bert Vanden Berghe

Leen Dendievel heeft met Georges & Rita net haar eerste roman uit. Na non-fictieboeken over liefdesverdriet en paniekaanvallen breekt ze nu een lans voor euthanasie en waardig afscheid nemen. Al is haar debuut vooral een ode aan het leven. Aan de vooravond van Allerheiligen spraken we met haar over de liefde, haar oude ziel en… Marie Kondo. “Ik kom graag onder de mensen, maar ik heb ook tijd voor mezelf nodig.”

Georges en Rita zijn al decennialang getrouwd. Gelukkig getrouwd ook, zo lijkt het. En toch besluiten ze, tot grote ontzetting van hun kinderen, voor euthanasie te kiezen. De maanden daarvoor komen er familiegeheimen aan de oppervlakte, terwijl andere in het graf meegesleurd dreigen te worden. Het hartverscheurende en ontroerende verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van beide hoofdpersonages én dat van hun kinderen. Op het eerste gezicht zou je denken dat het boek een tragisch liefdesverhaal is, geschreven door een auteur met heel wat jaren, levenservaring en boeken op de teller. Dat maakt het extra straf dat Leen, die barst van de goesting en levensvreugde, met zo’n verhaal debuteert en die thematiek op een eerlijke, rauwe maar ook hoopvolle manier kan brengen. Want hoewel de dood centraal lijkt te staan, gaat het boek echt wel over de liefde.

Het verhaal vond ze in een artikel in Humo, de namen in het nummer Atlantis van Kommil Foo. “Eigenlijk spookt het verhaal al een zestal jaar door mijn hoofd”, zegt ze. “Toen ik schreef aan mijn andere boeken, bleef het altijd wat op de achtergrond hangen. Ergens was ik er al delen van aan het schrijven ook, maar pas eind vorig jaar nam ik me voor om er in 2020 echt werk van te maken.”

Je bent vooral bekend als actrice, uit onder meer ‘Thuis’. Ga je nu meer schrijven?

“Alles kan. Vroeger wilde ik vooral actrice zijn, maar het leven is meer dan spelen. Hou ouder ik word, hoe meer interessevelden ik heb en hoe meer ik op mij laat afkomen. Ik pak alles wat komt. En natuurlijk keken mensen vreemd op toen ik niet langer in Thuis meedeed. Dat verhaal was voor mij ten einde, en ik heb er totaal geen spijt van. Voor mij is dat als een theaterstuk. Als de tournee afgelopen is, is het ook weer tijd voor iets anders. Dit boek is ook zoiets. Misschien is dit mijn laatste boek, of schrijf ik straks een scenario…”

“Ik geloof niet in een hemel, wel in een soort energie die terugkeert”

Je grootmoeder stierf een jaar geleden. Heeft dat een invloed gehad op je roman?

“Op zich niet. Maar ik weet nu wel wat het is om iemands laatste zucht te zien. Had ik het niet meegemaakt, dan had ik het niet zo goed kunnen omschrijven, denk ik. Die laatste momenten zijn heel liefdevol en warm, en opeens is er die… koude. Ik vind het heel raar. Het moment dat die brancard wegrolt met een deken over je dierbare, alsof we het willen verbloemen. Waarom eigenlijk? We wéten wat eronder ligt. Het is rauw. Het is kil. Een pop, een gebruikt lichaam, als een vaas waar een verdorde bloem in stond. Van het ene op het andere moment zijn dat je ouders of grootouders niet meer. Ik wist al wat afscheid nemen is, maar nog niet echt wat het is om die dood te voelen binnenkomen.”

“Vroeger wilde ik vooral actrice zijn, maar het leven is meer dan spelen.” (Foto Christophe De Muynck)

Twee jaar eerder overleed je grootvader. Heb je van hem afscheid kunnen nemen?

“Ja. Ik had ook een goede band met allebei mijn grootouders. Ze werden 92 en 94 jaar. Schoon, hé.”

Vreemd toch hoe euthanasie een zeker taboe blijft.

“De dood is een taboe. We durven er niet over bezig te zijn, of over te praten. Rijk, arm, dik, dun… we gaan allemaal dood. En er is niemand die iets meeneemt in zijn graf. Hoe kan de dood eigenlijk nog een taboe zijn?”

Een van je personages heeft het moeilijk met het gesprek erover.

“Wat vraag je ook nog, hé? Wel, alles. Alles wat op je lever ligt. Doe het, want anders ga je er toch spijt van hebben. En je kan ook niet genoeg zeggen dat je iemand graag ziet. Probeer het, en dat hoeft niet altijd met woorden te zijn. Het zit soms in kleine aanrakingen. Na het overlijden ga je door alle rouwfases om het te verwerken, maar je kan het latere verlies al verwerken terwijl ze nog leven. En je kan dat samen doen.”

Je klinkt alsof je dubbel zo oud bent dan je bent.

(lacht) “Ik ben altijd al een oude ziel geweest in zekere zin. Als klein kind was ik al erg gefascineerd door de dood. Toen ging ik al mee met mijn pepé naar het funerarium toen hij afscheid moest nemen van iemand. Zouden die nu weten dat we hier zijn, vroeg ik mij af. Waar zijn ze naartoe? Ik ben me altijd al erg bewust geweest van de eindigheid. Niet alleen van het leven, van alles eigenlijk. Dat we moeten genieten. Daarom wil ik elke dag opstaan voor iets wat ik gráág doe. Tijdens de eerste lockdown heb ik heel bewust nagedacht over de vraag ‘wat kan ik nog doen in deze onzekere tijden?’. En over wat ik graag doe. Ik kan gerust in de GB of in een kledingzaak gaan werken. Ik heb het nog gedaan, en als het moet, dan moet het. Ik draai er mijn hand echt niet voor om. Alleen maakt mij dat niet meteen gelukkig. En die denkoefening wil ik wel blijven maken: waarvan word ik wél gelukkig? Elke dag die we niet graag hebben beleefd, is een verloren dag. En dat is jammer. Want zoveel dagen hebben we niet in het leven.”

Leen voelt zich steeds beter in haar vel:
Leen voelt zich steeds beter in haar vel: “We hebben maar dit leven. Je geluk hangt niet af van een ander. Dat bepalen we zelf.” (Foto Christophe De Muynck)

Waarin geloof je eigenlijk na de dood?

“Ik geloof niet in een hemel, wel in een soort energie die terugkeert. We zijn gemaakt uit atomen en die energie vindt haar weg weer als ons lichaam op is. Kort door de bocht geloof ik in reïncarnatie. Maar eigenlijk ben ik niet zo spiritueel, ik probeer vooral met mijn voeten op de grond te blijven. Al geloof ik wel dat we hier allemaal met een doel zijn.”

Heb je jouw doel al gevonden?

“Ik denk het wel, ja. Ik wil mensen iets meegeven. Door hun besognes even weg te nemen en hen met theater een leuke, zorgeloze avond te bezorgen bijvoorbeeld. Ook met mijn boeken, personages of programma’s wil ik iets meegeven. Of dat nu gaat over het bewust kiezen voor kinderen, over hartzeer of paniekaanvallen. Mensen noemen dat taboes, maar dat zouden er geen moeten zijn, hé. We zijn allemaal mensen. We kakken allemaal. En zeggen dat het niet stinkt? Het stinkt wél, verdorie.”

Je hebt altijd wel mensen die aanstoot aan iets nemen.

“We leven in een maatschappij met lange tenen, laat dat duidelijk zijn. Als je niets doet, dan trap je op geen tenen, neen. Maar ik doe liever iets.”

Staat er nog iets op je bucketlist?

“Ik wil vooral een voldaan leven. Als ik morgen sterf, kan ik al zeggen dat ik er alles heb uitgehaald. Maar ik wil nog graag veel reizen. Ik heb nog te weinig gezien. Geef mij maar New York, Thailand, Australië… en mijn vent om te genieten. Lekker eten, stomme, kleine dingen die je gelukkig maken.”

Je bent iemand die graag leeft, hé?

“Ik leef graag, ja. Ik leef héél graag zelfs. We hebben maar dit leven. Je geluk hangt niet af van een ander. Dat bepaal je zelf.”

Voelde het laatste half jaar dan niet beklemmend aan?

“Tja. Ik deed toen dingen waar het de laatste jaren te druk voor was. Mijn huis opkuisen bijvoorbeeld. Ik ben zowat The Home Edit (bekende opruimgoeroes, red.) geworden. (lacht) Maar noem mij geen Marie Kondo! ‘Maakt het je gelukkig?’ Alsjeblieft, ruim het toch gewoon op. Maar nu verlang ik echt wel om weer te gaan spelen, iets te gaan eten zonder me af te moeten vragen of ik niet te dicht zit, mijn vrienden weer te kunnen vastpakken…”

“Elke dag die we niet graag hebben beleefd, is een verloren dag”

Hoe voelde dat thuis aan? Het is geen geheim dat zowel jij als je man Udo een drukke agenda hebben of hadden.

“We hebben daar echt van genoten. We zijn ook heel graag bij elkaar, al geven we elkaar ook de ruimte als het nodig is. Op een gegeven moment zeiden we echt tegen elkaar: sorry, schat, maar ik ben je even beu. Toen lachten we, pakten we elkaar eens vast en ging een van ons eens wandelen. We communiceren heel goed op dat vlak. Het leuke was ook dat we heel veel samen konden eten. Dat lukt doorgaans niet altijd.”

Zijn er zaken die je nu anders aanpakt?

“Nee, want de lessen of inzichten kreeg ik al door mijn paniekaanvallen. Ik wist al langer dat ik een zeker evenwicht nodig heb. Of toch wel: ik heb geleerd dat we alles hebben. Ik moest niet gaan shoppen, ik heb al een volle kleerkast en tien pollepels bij wijze van spreken. Ik heb veel verkocht op Vinted. En als er nu iets nieuws binnenkomt, gaat er eerst iets buiten. Ik heb veel ruimte gemaakt in huis.”

Er zit dan toch een Marie Kondo in jou.

“Nee, jong. Wie rolt er nu zijn kleren op? Plooi ze dan toch gewoon! (lacht) Nee, ik heb gewoon letterlijk en figuurlijk wat ruimte nodig. Die stilte ook, om even helemaal op te laden. Ik ben een extraverte introvert. Ik heb die me-time nodig om mij weer onder de mensen te begeven. Het is zoals met de batterij van een smartphone. Als je ze telkens maar eventjes oplaadt, dan is die batterij alsmaar sneller leeg. Nee, als ik me oplaad, is het meteen voor de volle honderd procent. Ik had enkele afspraken, dit interview en straks ga ik bij mijn moeder eten. Dat is fijn, maar ik kan net zo goed genieten van dat uurtje in de auto met een podcast. Of van niets doen op zondag. Dan zeg ik tegen mijn vent: luister, ik ga me niet wassen, niet aankleden en kom niet buiten. Doe jij maar gerust. Maar ik doe niks.”

Om het met een passende quote van Georges uit je boek te zeggen: ‘Beter zinvol niks gedaan, dan de tijd zinloos ingevuld’.

“Voilà!”

(met dank aan de pop-up Smile Safari in K in Kortrijk)

Wie is Leen Dendievel?

Leen Dendievel werd geboren op 1 december 1983 en groeide op in Kooigem. Ze heeft nog twee oudere broers. Ze is getrouwd met zanger Udo Mechels. Het koppel woont in Antwerpen.

Sinds haar studies dramatische kunsten aan het Lemmensinstituut in Leuven, speelt ze in heel wat theaterstukken, televisieseries en films. Zo is ze vaak te zien bij theatergezelschap het Prethuis en was ze jarenlang te zien als Kaat in Thuis.

Leen heeft ook een diploma assistentie psychologie op zak. Haar scriptie goot ze in het boek Hard. Later schreef ze ook Asem, over paniekaanvallen. Nu heeft ze met Georges & Rita haar debuutroman uit, uitgegeven bij Horizon.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier