Koen Vanmechelen: “Op de buiten begrijp ik het leven beter”

"Net dat vind ik interessant aan een project als CWRM: iets durven aanvatten zonder te weten waar het op uitdraait." © Pieter Clicteur
Nancy Boerjan

Deze zomer kreeg de installatie CWRM waarmee kunstenaar Koen Vanmechelen ons de 600.000 gesneuvelden uit WO I laat herdenken een permanente plaats in het Ieperse domein De Palingbeek. We ontbijten er samen bij ‘het ei’ dat hem de voorbije jaren regelmatig naar de Westhoek bracht.

Het werd alweer een drukke zomer voor Koen Vanmechelen. Begin juli opende LABIOMISTA de deuren, een nieuw artistiek project dat hij in samenwerking met het Genkse stadsbestuur tot stand bracht. Het 24 hectare grote gebied bestaat voor de helft uit vrije natuur en huisvest daarnaast de studio en het hoofdkwartier van de werking van Vanmechelen, de gerestaureerde directeurswoning van de voormalige mijn en later Zoo van Zwartberg en een in het oog springend poortgebouw. Naast een openluchtexpositie met tal van levende kunstwerken en installaties die je er kunt bezoeken, moet LABIOMISTA een plaats voor workshops en educatie zijn. Net als hij eerder deed met projecten als The Cosmopolitan Chicken Project, The Open University of Diversity en The Accident onderzoekt hij hiermee opnieuw de terreinen van diversiteit en identiteit. Hij probeert die begrippen te herdefiniëren in een wereld die ooit grenzeloos was en dat in zijn visie ooit weer zal worden. Hij koestert culturele verschillen, zoekt naar begrip van het andere en naar manieren om samen te leven. Die visie leidde hem in 2018 ook tot in West-Vlaanderen waar hij het spraakmakende kunstproject ComingWorldRememberMe uitwerkte. Vandaag heeft het project dat de 600.000 gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog herdenkt een vaste plek in provinciedomein De Palingbeek in Zillebeke.

Als jongen spendeerde ik veel tijd aan ‘naar de Vlaanders komen’

Het herdenkingsproject bracht hem de voorbije jaren regelmatig naar Ieper. Hij heeft de nacht voor we hem ontmoeten, aan een picknicktafeltje vlak bij het definitieve ‘ei’ dat later die dag officieel aan media en publiek zal worden voorgesteld, in een hotel in de buurt doorgebracht. Hij zag er beeldjes uit het CWRM-project staan: aan de balie, in zijn hotelkamer… Dat de beeldjes op zich weer een eigen plaats in de maatschappij innemen, vindt hij een hoopvolle gedachte.

Waaraan doet West-Vlaanderen een Limburgse kunstenaar voorts nog denken?

“Jeugd! Ik ben hier dan wel niet opgegroeid, maar mijn moeder is afkomstig uit Alveringem. Ze trok later naar Antwerpen en toen ze met mijn vader trouwde naar Limburg, maar ze bleef heel dikwijls terugkeren naar haar familie in West-Vlaanderen en toen gingen haar kinderen mee. Ik heb als jongen behoorlijk wat tijd gespendeerd aan ‘naar de Vlaanders komen’. (lacht) Ik herinner me grote familiefeesten waarbij me vooral de gastvrijheid die er ons te beurt viel bijgebleven is. Gasten te eten geven, véél eten, een stoel bijschuiven… Dat was heel normaal. En is het nog altijd naar mijn idee. Die gastvrijheid hebben West-Vlamingen en Limburgers gemeen, of ik ervaar het in elk geval minder in het middenveld.”

Koen Vanmechelen:
© Pieter Clicteur

Vieren jullie hier ook vandaag nog feest?

“Nu hebben we nauwelijks nog familie in West-Vlaanderen. Maar het valt me op hoe onze roots soms nog een hele tijd doorwerken. Mijn zus woont in Leuven maar toen ze een appartement aan zee zocht, werd dat als vanzelfsprekend een appartement in Oostduinkerke. Want daar trokken we als kind naartoe als we hier waren. Het kwam geen moment in haar op om iets in pakweg Oostende te zoeken. En nu komen we daar soms samen, en we vinden dat heel fijn. Een mens zit toch vreemd in elkaar…”

Hecht je zelf belang aan je roots?

“Je kunt je roots niet ontlopen; het is een vorm van authenticiteit die je met je meedraagt. Dus natuurlijk ben ook ik daarmee bezig. Ik geloof dat dat West-Vlaamse annex Limburgse deel van mij uitmaakt: het boerenleven waar ik me op mijn gemak voel, het pure van de natuur, de klei die me aantrekt. Ik ben een kosmopoliet, ik reis de wereld rond en verblijf dus ook veel in steden. Ik ben er graag, steden zijn boeiend. Maar ik ben geen stadsmens. Ik heb ruimte nodig, velden en dieren om me heen: op de buiten begrijp ik het leven en de mens beter.”

Op elk vlak moeten we leren omgaan met grenzeloosheid

“Als kunstenaar is het net die overgang tussen natuur en cultuur, en hoe we daar als mensen in kunnen leven, die me interesseert. Ik geraak er hoe langer hoe meer van overtuigd dat we fysieke en mentale ruimte nodig hebben om te overleven. De Finnen blijken de gelukkigste mensen ter wereld te zijn en danken dat aan drie pijlers: educatie, een sociaal vangnet en ruimte. Met te velen op elkaar leven, leidt tot problemen. We kunnen de verstedelijking niet tegenhouden, maar we moeten in een breed Europees perspectief bekijken hoe die pijlers in onze steden zo goed mogelijk gehandhaafd kunnen blijven.

Koen Vanmechelen:
© Pieter Clicteur

“Ruimte draagt er voor een groot deel toe bij om een mens gelukkig te maken. En precies dat geluksgen zit vastgeklonken in mijn roots: ik heb als kind mogen ervaren wat ruimte is, hoe het voelt om dicht bij de natuur te staan.”

En vanuit dat gevoel werd je kunstenaar?

“Dat denk ik wel, ja. Als vijfjarig kind kreeg ik van onze bakker met Pasen twee kuikentjes in een broodzak, en daarmee hield ik op dat moment eigenlijk mijn hele toekomst in handen: ik werd patissier, later kunstenaar. (lacht) Maar die kuikens riepen toen al vragen bij me op – hoe kwam zo’n kuiken uit een ei? – en mijn fascinatie is blijven groeien. Er kwamen alsmaar nieuwe vragen: over hoe we omgaan met ruimtelijkheid, met bezit, enzovoort. Hoe zit het leven in elkaar kortom? Dat zijn al lang geen kindervragen meer, maar ze komen wel voort uit de manier waarop ik als kind naar de wereld rond me keek. Weinig mensen denken op die manier, waarom zouden ze ook, maar net dat verschil maakt van mij een kunstenaar. En een kunstenaar stelt het leven in deze wereld in vraag.”

Een wereld die er niet overzichtelijker op wordt?

“Of we het nu graag horen of niet: we leven niet langer in een dorp maar letterlijk in de wereld inderdaad. Smartphones, sociale media… laten ons zien hoe het er in de wereld aan toegaat. We hebben contacten wereldwijd. Als ik een fotootje van dit ontbijt post, zien ook mensen aan de andere kant van de wereld dat. Die mensen hebben het misschien minder goed en denken ‘als het daar zo zit, wil ik er ook wel bij zijn‘. Logisch toch? En net door die evolutie zijn niet langer alleen de mensen in ons dorp onze verantwoordelijkheid, nu zijn álle mensen dat. We kunnen de wereld niet openzetten aan de ene kant en sluiten aan de andere kant. Allemaal heel complex en voer voor hoogstnodige debatten overal ter wereld. Daarom ook betrek ik wetenschappers en filosofen bij wat ik doe. Als kunstenaar stel ik vragen, zij kunnen antwoorden aanreiken.”

“Ik moet me kunnen engageren in mijn kunstwerken. Kunst om de kunst is te beperkt voor mij.”© Pieter Clicteur

Geen kunst om de kunst voor jou?

“Dat is me te beperkt inderdaad. Ik engageer me in mijn kunstprojecten. Rond elk kunstwerk ontstaat ook telkens een foundation die aanleiding kan geven tot het ontstaan van maatschappelijk werk en zelfs concrete projecten waar mensen beter van worden. Het is ook die kunst die de tijd overstijgt. Picasso, Warhol, Rubens, Michelangelo… zijn kunstenaars die zich ook sterk engageerden. Ik omschrijf mijn werk wel eens als kosmopolitische renaissance: voor het eerst hebben we allemaal toegang tot kennis. We kunnen praten met wie we maar willen, de computer geeft ons overal toegang toe. Op elk vlak moeten we leren omgaan met die onbeperkte mogelijkheden en grenzeloosheid.”

En dat alles zit vervat in een project waarvoor je al dertig jaar kippen kruist.

“Ik ben er toen mee begonnen vanuit de vragen die ik me stelde rond diversiteit. Uit het kruisen van telkens weer andere soorten ben ik tot een soort met een uitzonderlijk DNA gekomen: kippen met meer overlevingskracht en fertiliteit dan andere. Intussen heeft iedereen de mond vol over diversiteit, maar er gebeurt weinig op dat vlak. Diversiteit volstaat dus niet op zich.”

Ik probeer het positieve te zien in élke situatie

“Het leidt tot spanningen die pas opgeheven worden als diversiteit gekoppeld wordt aan productiviteit: we aanvaarden diversiteit als het ons ook iets opbrengt. Dat bracht me bij het idee dat het globale slechts kan bestaan dankzij de generositeit van het lokale. Het een kan niet zonder het ander. We moeten ons openstellen voor elkaar, zo niet gaan we verloren.”

Moet die boodschap niet iets luider klinken na de jongste verkiezingen?

“Tja… Weet je, de tegenhanger van liefde is niet haat, maar angst, zeg ik wel eens. We zijn allemaal angstig voor wat we niet kennen, en toch zullen we het onbekende moeten omarmen. Het is een moeilijke opdracht, maar het is wel zo. En ik begrijp het allemaal wel natuurlijk, ik ben ook angstig. Maar mijn passie is groter! En passie geeft energie: energie die je nodig hebt om te beseffen dat je niet de enige bent die zoekt en je telkens opnieuw doet voort zoeken. Ik weiger de angst te laten winnen. Wie niet kiest voor positiviteit moet niet bij mij zijn.”

Wie is Koen Vanmechelen?

Koen Vanmechelen:
© Pieter Clicteur

Koen Vanmechelen (54) is een internationaal befaamde multi- en transdisciplinaire kunstenaar die begin jaren 90 zijn carrière begon nadat hij eerder als patissier in diverse (sterren)restaurants aan de slag was. Hij werkt vaak samen met wetenschappers en experts uit verschillende disciplines.

Koen groeide op in Sint-Truiden als een van de vier kinderen van Mieke en Toon. Hij woont nu met zijn vrouw Inge in Oudsbergen.

Begin juli opende zijn jongste project LABIOMISTA in Genk de deuren voor het publiek.

www.koenvanmechelen.com en www.labiomista.com

Vlotjes geïntegreerd in Limburg…

“Mijn West-Vlaamse moeder aardde snel in Limburg. Hoewel mijn ouders voor die tijd moderne mensen waren, volgde ze mijn vader zonder daarbij stil te staan. Dat was vanzelfsprekend toen. Ze had een modeopleiding gevolgd en vond ook een job in die zin als lerares in Zoutleeuw. Maar toen ze trouwde, werd ze ontslagen. Wat toen ook maar normaal was in een katholieke school. Daar heeft ze moeite mee gehad, omdat het haar van haar sociale omgeving afsloot. Ze heeft vervolgens vier kinderen opgevoed, en is nadien opnieuw les gaan geven. Maar over haar aanpassing aan de Limburgse mentaliteit heb ik haar nooit horen klagen. Al kan ik me voorstellen dat anderen daar wel moeite mee hebben.” (lacht)

“CWRM was een huzarenstuk”

Koen Vanmechelen:
© Pieter Clicteur

Het project ComingWorldRememberMe maakte deel uit van het grootschalige herinneringsproject GoneWest/Reflections on the Great War van de Provincie West-Vlaanderen. In opdracht van het provinciebestuur voerde vzw Kunst dit project uit samen met kunstenaar Koen Vanmechelen. In 2010 begon het verhaal waarin alle slachtoffers van WO I op Belgische bodem zouden worden herdacht door voor elk slachtoffer een symbool te creëren. Daarmee wilden ze hen op een artistieke manier een plaats geven in onze geschiedenis, maar meer nog in ons heden en onze toekomst. In het voorjaar van 2018 verzamelden ze 600.000 beeldjes in een indrukwekkende land-art-installatie in provinciedomein De Palingbeek in Ieper. “ComingWorldRememberMe zal ik altijd als een huzarenstuk blijven beschouwen”, blikt Koen Vanmechelen erop terug. “Het project paste precies in mijn filosofie over hoe de wereld van morgen vandaag al tot stand komt, en is net als LABIOMISTA nu ook tegelijk simpel en complex. We scheppen een nieuw soort brein, een nieuwe manier van denken, voor de wereld van morgen.”

“In CWRM stond elk beeldje voor iemand die een eeuw geleden gestorven is om ons vandaag in vrijheid te laten leven. Ik vroeg mensen van vandaag om zich aan zo’n beeldje en bijgevolg aan een gesneuvelde te koppelen. Dat idee riep en roept spanning op en leidt tot een voortschrijdend inzicht in onze natuur. Want dát vind ik nu net interessant: een project durven aan te vatten zonder te weten waar het op uitdraait. En daaruit leren! Ik heb een serieus risico genomen met dit project, maar ik heb het gedurfd. De passie was alweer groter dan de angst”, lacht hij. “De financiële schade bleef binnen de perken, met de opbrengst werden projecten ten voordele van kinderen in oorlogsgebieden gesteund, de participatie van zo veel mensen was een hoopvol element… Ik noem dat een succes.”

Nieuwe beeldenstorm

En toen besloot het provinciebestuur de beeldjes uit te delen en barstte in De Palingbeek een nieuwe beeldenstorm uit… “Ik schrok daarvan, want eigenlijk was ik van plan de beeldjes op te slaan voor latere projecten. Maar ik probeer het positieve te zien in élke situatie. Ja, er was hebberigheid mee gemoeid, maar er was ook veel oprechte betrokkenheid en wil om tot actie over te gaan. De manier waarop het allemaal verlopen is, had weliswaar wat serener gemogen. Maar soit, ik had pas écht een probleem gehad als niemand de beeldjes had gewild. Alle mensen die nu zo’n beeldje bezitten, fungeren als één groot levend museum. En dat is hoe kunst universeel wordt, los van de individuele actie van een kunstenaar. Ik ben zelf toeschouwer geworden van mijn eigen werk! Dat is bijna sacraal. En maakt mij blij.”