Koekelarebos tussen Arboretum en Pottenbezem

Redactie KW

Nog net voor ‘het Blote’ van de Polders zijn er op de schrale Koekelaarse zandgronden wat versnipperde naald- en loofbossen. En er is ook een arboretum met als meest merkwaardige bewoners de tranenden, de watercipres en de Koekelareden.

Van 1 naar arboretum naar 1

Koekelarebos tussen Arboretum en Pottenbezem

Zowat halfweg de kaarsrechte N363 Wijnendale-Beerst rijden we links richting Bovekerke. Gelijk rechts worden we opgewacht door de parkeerplaats voor fietsen en auto’s, het infobord en de rustbanken van het Koekelaarse arboretum (1). Ook in Groenendaal (Hoeilaart) en Heverlee is er een dergelijke wetenschappelijke verzameling van bomen en struiken. Tot voor enkele jaren was dit oord hermetisch afgesloten voor het publiek en was een grotere houtproductie het grote kennisdoel. Nu zijn de poorten gesloopt en wisselde economie voor ecologie en recreatie.

We lezen de info op het bord, bekijken de kaart met wandelpad, bewonderen de gaspeldoorn (een ruw en stekelig neefje van de brem), duiken schuin links het dik 8 hectare grote arboretum in en laten ons gidsen door ronde paaltjes met een gele kop. Gras, bosgrond of houtsnippers onder de voeten, 100 soorten bomen met soms een naamkaart op hun stam en vogelzang alom. Wat moet een mens meer hebben om gelukkig te zijn?

Koekelarebos tussen Arboretum en Pottenbezem

Bij het vierde geelkoppaaltje worden we opgewacht door een tranenden. Lange naalden in bosjes van vijf, roots in de buurt van de Himalaya en – heel merkwaardig – enorme kegels (banaanvormig, tot 30cm lang en tot 10cm breed, wit van de harstranen). We maken er een zijsprong naar links en zien gelijk rechts watercipressen met velden van gewone salomonszegels rond hun stamvoet. Net als de meer bekende Japanse notenboom of Ginkgo biloba, was ook de watercipres lange tijd enkel als fossiel bekend en werd hij door de westerse wetenschap als uitgestorven verklaard. In 1758 werd de Ginkgo biloba ‘ontdekt’ in Japanse en Chinese tempeltuinen. De watercipres dook pas levend op in 1941 in een dorp in het zuidwesten van China. Net als de lork en de moerascipres verliest ook de watercipres zijn bladeren in de winter.

Trouw de geelkoppaaltjes volgend komen we voorbij een manshoog insectenhotel, enkele poelen (kwakende groene kikkers, azuurjuffers en andere juffers en echte libellen) en een heideveldje met struikheide, wederik en tormentil (vier gele kroonblaadjes). Dan passeren we een parel van een esdoornsoort, moerascipressen, gaspeldoorn en een klimroute voor de kids. Ook verder in het bos kunnen zij – en hun ouders – hun krijgskunst en zin voor evenwicht testen. Enkele zigzagbochten verder staan we bij de trots van dit arboretum en het Koekelarebos: de Koekelaarse den of Pinus nigra, Arnold CV Koekelare. Dan zijn we terug bij de rustbanken en het infobord van het arboretum (1).

Van 1 naar 2 naar 3 naar 4

Koekelarebos tussen Arboretum en Pottenbezem

We keren het arboretum (1) de rug toe, steken de kaarsrechte Bovekerkestraat voorzichtig over, duiken de Velddreef in en genieten van het groene, mooie leven om ons heen. Vierkante palen met alweer een gele kop en de wit-rode strepen van de Grote Routepaden houden ons op het goede pad.

We negeren een zijdreef links en genieten van heel oude, heel dikke en dus heel mooie zomereiken. Op het einde van de Velddreef worden we links de Koningsdreef (2) in gedwongen. Aan de slagboom zijn we bij de kaarsrechte N363 Wijnendale-Beerst, een Theresiaanse weg van omstreeks 1750 met als ‘mikpunt’ de kerktoren van Beerst. Eens aan de overkant wandelen we in de Koninginnedreef. Die voert ons naar een T (3), waar we naar links zwenken. In (4) is er keuze tussen rechtdoor richting parking (12) met heideveld en oude Koekelaredennen (3km), ofwel naar rechts voor 5 of 7km.

Van 1773 tot WO I was het Koekelarebos eigendom van de Duitse familie d’Arenberg

Van 4 naar 5 naar 6 naar 7 naar 8 naar 9 naar 10 naar 11 naar 12 naar 1

Koekelarebos tussen Arboretum en Pottenbezem

Wij kiezen voor de lange omvaart, stappen in (4) naar rechts en ervaren de versnippering van het bos. Van 1773 tot WO I was het Koekelarebos eigendom van de Duitse familie d’Arenberg. De oorlog met zijn honger tijdens en na, alsook de onteigening van Duits bezit als herstelbetaling, deden dit ooit veel grotere bos krimpen van ruim 200ha tot de 70ha van nu. De meest vruchtbare bosgronden werden akker of weide. Daardoor ontstonden veel bosranden en die bezitten een soortenrijkere flora en fauna dan de boskernen.

We buigen in (5) naar links, steken de Litterveldstraat over, zijn nu in de Wildernissedreef en staan in (6) alweer voor een keuze: ofwel naar links (5km), ofwel naar rechts (7km). We kiezen voor de lange omvaart en zwenken er naar rechts. De Pottenbezemdreef voert ons – links brem en in de verte rechts de ranke kerktoren van Koekelare – naar het gehucht Pottenbezem en de Diksmuidse Heirweg (7), die in verre tijden Brugge met Diksmuide verbond. We gaan er naar links en dat doen we over bij de Westveldweg (8) en nog eens bij de Vrouwenvijverdreef (9), die geen dreef (meer) is, maar wel een mooie boerenslag.

Koekelarebos tussen Arboretum en Pottenbezem

Zo zijn we terug bij het al betreden kruispunt (6) waar we rechts het bos in duiken. Hier leven wilde hop en wilde kamperfoelie, beide ‘lianen’. Aan de T gaan we naar links, aan de volgende T bij de bosrand naar rechts en aan het asfalt van de Veldstraat (10) naar links. Op het kruispunt met de Litterveldstraat (11) stappen we naar rechts. Links duikt een parking (12) op met een infobord voor, een heideveld links (struikheide, gaspeldoorn en tormentil) en oude Koekelaredennen rechts. We keren op onze stappen terug en wandelen langs de Litterveldstraat naar de drukke N363, steken die voorzichtig over en stappen voorbij een ‘zaadboomgaard voor autochtone bomen en struiken’ richting het arboretum (1). Dankjewel, Agentschap Natuur en Bos en zijn boswachters, voor dit groene cadeau.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier