Jens Dendoncker: “Naast je schoenen lopen is de grootste zonde”

Jens is al altijd een grote fan van Oscar Wilde geweest. "En ik hoop in mijn leven nog ooit zelf een boek geschreven te krijgen." © Pieter Clicteur
Thalisa Devos
Thalisa Devos Chef Magazine

Drie jaar geleden was komiek en presentator Jens Dendoncker nog een nobele onbekende, vandaag is de vleesgeworden teddybeer een alomtegenwoordige publiekslieveling. .

Professioneel en amoureus is hij geland in Antwerpen, met ons gaat hij wandelen op het Kortrijkse Buda-eiland, op een steenworp van zijn geboortedorp Zwevegem

Het is van de Radio 2 Humorklas, die hij won in 2014, geleden dat Jens in de Leiestad was. Het Buda-eiland maakt precies wel iets los bij de Zwevegemnaar. Hij neemt de vernieuwde Leieboorden in zich op, gluurt binnen bij de gerenoveerde Irish Pub, beklimt de bocht in de arthousecinema Budascoop, meandert tussen de eclectische werken in het nieuwe Broelmuseum en geniet van het uitzicht vanaf de indrukwekkende Tack-toren. Hij is niet in vorm, het is de laatste tijd nogal veel, zegt hij. Sinds hij in 2016 Humo’s Comedycup won, gaat het hard. Het derde seizoen van het VTM-programma Hoe Zal Ik Het Zeggen? is achter de rug, binnenkort speelt hij voor de meer dan 200ste keer Bang van Dendoncker, de comedyshow waarmee hij ook nog in Kortrijk staat. Tussendoor schrijft hij aan een nieuwe show, vervangt hij al eens een geblesseerde Niels Destadsbader bij Belgium’s Got Talent, is hij Rode Neuzen-ambassadeur, draaft hij op in programma’s zoals Beste Kijkers en Studio Tarara … en leeft hij sinds zijn puberteit met epilepsie en het donker in zijn hoofd dat af en toe komt piepen. Jens was er eerder openhartig over, maar moet dat er daarom niet in elk interview uitvoerig over hebben. Een mens zou voor minder moe zijn. Jens Dendoncker is lang niet altijd zo vrolijk als de personages die hij op televisie of de bühne vertolkt. Hij zucht wanneer hij dat zegt. Of beter, herhaalt. Droog, eerlijk en met de glimlach, dat is. “Ik kan gewoon moeilijk neen zeggen.”

Wanneer is het tijd voor vakantie, Jens?

“Met de jaarwisseling zijn we nog eens naar Barcelona geweest, bij dichte vrienden die er een huis hebben. Zwaar gaan feesten, daar maak je ons niet blij mee. En dat heeft niets met ouder worden te maken, of ik ben al oud sinds mijn 24ste. (lacht) Wij hoeven ook niet ver te lopen om een vakantiegevoel te hebben. De energie die het me kost om alles uit te stippelen en te plannen, met valiezen te sleuren, weegt niet op tegen het plezier van er te zijn. Een skireis bijvoorbeeld, en al dat gezever errond. Laat maar. De driehoek Amsterdam, Parijs, Londen is genoeg.”

Wie heeft palmbomen nodig wanneer je ook een Kortrijks eiland kan aandoen? Een museum, cinema, architecturale parel… genoeg voer voor een culturele veelvraat?

“In Brugge studeerde ik film en fotografie, en ging ik tot vijf keer per week naar de Lumière-cinema. Tussen 2004 en 2008 zullen er weinig arthousefilms gemaakt zijn die ik niet zag. De liefde is niet gaan liggen, maar met mijn drukke schema geraak ik er gewoon alsmaar minder. In musea kom ik door tijdsgebrek minder dan ik zou willen, meestal op citrytrip of vakantie.”

In de Irish Pub hangt een schilderij met daarop Oscar Wilde. Er schieten flikkerlichtjes in je ogen wanneer we dat voorbijlopen.

“Ik ben altijd een grote fan van Oscar Wilde geweest. Een grote lezer ook. Dat doe ik nog altijd best veel, en liefst zo eclectisch mogelijk. Van Schopenhauer en Kierkegaard, fictie, geschiedenis, tot biografieën van comedians. Momenteel lees ik De Goddelijke Komedie van Dante. Een Italiaanse kanjerklassieker met 14.000 verzen. Ik hoop in mijn leven ooit nog een boek geschreven te krijgen.”

Na Brugge en een omzwerving over Gent, woon je intussen enkele jaren in Antwerpen. Steek je nog vaak de grens over naar je roots?

“Ik kom richting Vichte om te gaan eten bij mijn ouders, maar ik worstel natuurlijk met werkuren die ‘s avonds en in het weekend vallen.”

Jens Dendoncker:
Jens Dendoncker: “Ik kan moeilijk neen zeggen”.© Pieter Clicteur

‘Bang van Dendoncker’ heb je intussen meer dan 200 keer gespeeld. Is dat nog plezant?

“Meer dan twee jaar op tournee met dezelfde show, is veel. Maar ik heb manieren voor mezelf gevonden om het spannend te houden. Ik blijf sleutelen en voeg af en toe nieuwe elementen toe. Er is ook een verschil wanneer het publiek mee is en het goed onthaald wordt, dan vind ik dat, zelfs na zoveel keren nog altijd leuk. Wanneer het niet goed loopt, geef ik sneller op.”

Hoe werkt dat, een nieuwe show schrijven terwijl de oude nog gebracht moet worden, je opnames doet voor televisie…

“Een creatief proces stuur je toch niet. Wanneer ik een pauze inlas, dan voel ik me schuldig en zit ik toch wat te prutsen en brielen. De West-Vlaamse werkspirit zeker? Het zit er zo ingedramd: altijd hard werken is de mooiste deugd, naast je schoenen lopen de grootste zonde. Ik doe graag voort.”

En je gezondheid, laat die dat ook toe? Je bent open over je ziekte en het donker dat soms je hoofd binnensluipt.

“Ik heb epilepsie. Normaal gezien heb ik om de drie weken een aanval. Toen ik onlangs drie aanvallen op drie dagen tijd had, hebben we een show moeten verplaatsen. Ik kan zelf moeilijk nee zeggen, dus op dat moment neemt mijn management het over en bekijken we tot hoever we gaan annuleren. Iedereen die met mij werkt weet op voorhand dat dit een risico is. Meestal vinden we altijd snel een oplossing en al altijd is er begrip geweest. Het podium is mijn therapie, de plek waar ik mijn duivels ontbind en een stevige saus humor over kap. Mensen schrikken soms, dat ik niet overal de grapjas ben. Is dat dan zo’n verrassing, vraag ik me soms af. Ik word volgend jaar dertig en ben oprecht blij dat ik dat gehaald heb. Het heeft een paar keer aan een zijden draadje gehangen. Ik lach nu wel, terwijl ik het zeg, maar ik ben niet aan het zwanzen. De laatste tijd houdt het me bezig hoe snel alles voorbijvliegt. Hoeveel tijd er nog te leven is, wat er allemaal te zien, te doen is, waar mijn ambities liggen. Vroeger dacht ik altijd dat er genoeg tijd in het leven was om te worden en doen wat je wou. Nu denk ik alsmaar vaker dat je op het eind toch denkt ‘godverdoeme, is het nu al gedaan’.”

Je zet jezelf neer als een obese West-Vlaming zonder verzorgde taal of knap uiterlijk. Bij een nieuw jaar horen voor veel mensen goede voornemens. Waarvoor mogen we jou succes wensen?

“Ik probeer in beweging te blijven, te lopen, roeien en veel te wandelen. In het bos of de stad, en een paar keer per jaar tijdens een lang weekend in de Ardennen. Daarin is mijn lief een goede motivator. Lauren is model, dus moet ze professioneel in vorm blijven.”

Van je lief gesproken, hoe gaat het met de vrouw die naar jou kijkt als jij naar een ‘sneukelkast’?

“Goed! Lauren heeft mijn leven rustiger gemaakt. We zijn net verhuisd. Een paar straten verder dan ons vorige appartement, met onze twee katten. Het is niet simpel om tijd voor elkaar te maken. Lauren werkt als actrice, productiemanager en model en heeft het ook druk. Gelukkig hebben we allebei jobs in een wereld met afwijkende uren. Wanneer we dan toch een avond samen hebben, halen we wel alles uit de kast. Dan wordt er geen tijd verspild met koken, maar gaan we op restaurant.”

Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk leren kennen? Was het een coup de coeur?

“We kwamen elkaar vaker tegen bij Shelter (het productiehuis van Tim Van Aelst dat ‘Hoe Zal Ik Het Zeggen?’ en ‘Wat Als?’ maakt, red.). Als productieleidster van het tweede seizoen van Hoe Zal Ik Het Zeggen? werd ze mijn rechtstreekse baas. Ik ben niet goed in dat spel van aantrekken en afstoten, in de regels van het datingspel. Dus ben ik op haar afgestapt en heb ik haar gezegd: “Lauren, als ik je ga blijven zien, zal ik ongelofelijk verliefd op je worden. Dus geef me even aan hoeveel afstand ik moet bewaren. In tegenstelling tot wat ik dacht, vond ze dat net aantrekkelijk. Omdat het zo eerlijk was.”

Hoe zit het met die BV-status? Kunnen jullie nog rustig de straat op?

“In Antwerpen ligt dat anders dan in West-Vlaanderen. In mijn nieuwe thuisstad word ik minder aangeklampt. In Antwerpen lopen gewoon ook meer bekende mensen rond, zeker? Dan sijpelt dat minder binnen dat jij intussen ook tot dat clubje behoort. Ga ik naar mijn geboortestreek, dan speelt het gevoel ‘het is ene van ons’. Al woon ik daar al meer dan tien jaar niet meer, ik word er geclaimd. Heel bizar. En een bruikbare observatie voor mijn shows. Het vertelt iets over onze soort.”

Binnenkort kunnen we jouw visie op de gemiddelde West-Vlaming spotten?

“Ik blijf bij observatiekomedie, sowieso. De universele dingen zoals relaties en dagdagelijkse dingen. Door die te benoemen, herkennen mensen de rarigheid en wordt het grappig. Collectieve psychologie, dat is mijn ding.”

Wat brengt 2020?

“De komende maanden ligt de focus op schrijven aan mijn nieuwe voorstelling. De try-outs voor de nieuwe show staan gepland voor het voorjaar, de première is voor halfweg november. Ik moet nog een beetje afwegen wat ik wel en wat niet wil doen dit jaar. De grote knopen moeten nog doorgehakt worden. Daarvoor overleg ik nog met mijn lief, vrienden, familie en management.”

Je bent intussen zelf een idool, maar van wie ben jij eigenlijk fan?

“Ik ben een echte fanboy. Dat gaat veel verder dan comedy. Ik ben een superfan van Ronnie ‘the rocket’ O’Sullivan, een snookerspeler, van visueel artiest Thierry de Cordier, van schrijver Karl Knaussagard… Er zijn zoveel mensen die ik bewonder. Ik herinner me hoe ik met mijn zus een week naar Parijs ging, hoe we eerst naar het Louvre trokken waar ik haar alles over de werken kon vertellen, om haar daarna mee te nemen naar het kerkhof van Père-Lachaise, waar we naar de graven van die beroemdheden konden gaan kijken…”

En zo glijdt Jens voorzichtig weg in zijn parallelle eigen wereld. Hij glundert terwijl hij anderen kan bewieroken en even niet over zichzelf moet praten. Het is genoeg geweest, tijd voor een beetje rust. IJdele hoop. Jens ziet zijn vader passeren op de motor. Bestaat het toeval? Hij neemt afscheid, zwaait nog even en vliegt de motor achterna. Daarna moet hij zich haasten om de trein te halen richting Rijsel waar een bevriende comedian een show speelt. Rust? Dan had hij neen moeten zeggen…

‘Bang van Dendoncker’ op vrijdag 24 januari in de Stadsschouwburg Kortrijk.

Wie is Jens Dendoncker?

Jens Dendoncker (29) werd geboren in Zwevegem, woont nu in Antwerpen.

Won in 2014 De Humorklas van Radio 2 en in 2016 Humo’s Comedycup.

Is al drie seizoenen de centrale figuur in de verborgencamerashow Hoe Zal Ik Het Zeggen?.

Zat in de jury van Belgium’s Got Talent en presenteert Beste Kijkers.

Heeft een relatie met Lauren Versnick.

Jens Dendoncker:

Het interview met Jens Dendoncker is het coververhaal van KW Weekend van vrijdag 10 januari 2020. Verder in het magazine:

* dé trend van 2020: casual wear want comfy is het nieuwe chic!

* 40+ en single… Wat nu? Fine

* op fit-date met Delphine Steelandt

* binnenkijken in een Kortrijks pand waar patronen, lijnen en vlakken de scepter zwaaien

* lekker het weekend in… met vegan

* op stap met Marijn Follebout in de polders rond Koolkerke

* en columns van Stephanie Coorevits en ‘Oceanië-fietser’ Wouter Deboot