“Ik heb nooit willen opgeven”

Kristof heeft een lange weg moeten afleggen voor zijn debuut. "Nu begint het pas." (Foto Tine Desodt)
Bert Vanden Berghe

Sinds woensdag speelt ‘Resurrection’ in de bioscoop, de eerste langspeelfilm van Oostendenaar Kristof Hoornaert (37). De regisseur timmerde hard en lang aan de weg, maar het resultaat mag meer dan gezien zijn. Dat vinden ze ook in het buitenland, waar hij onlangs nog een straffe prijs wegkaapte. Nu moet ook nog de Vlaming overstag gaan voor dit arthousepareltje, waar traagheid, diepgang en symboliek centraal staan.

Helemaal uitgerust is hij nog niet, bekent Kristof. De trip naar het Italiaanse Capri tijdens de feestdagen, waar hij op het prestigieuze filmfestival de Breakout Director Award kreeg, zindert nog na. Resurrection brengt het verhaal van een kluizenaar die in een bos een jongeman vindt en de bebloede maar erg zwijgzame knaap in huis neemt. Maar niet veel later staat de politie aan zijn deur en blijkt dat er iemand vermoord is in de bossen even verderop…

De film beklijft door het intense spel tussen de twee hoofdrolspelers Johan Leysen en Gilles De Schryver. Kristof was bijzonder zuinig met dialogen in zijn film, maar compenseert dat ruimschoots met sprekende beelden en personages van wie de expressies aan de ribben blijven kleven. Trage cinema zoals het hoort. “Het moeilijkste was om het ritme juist te krijgen”, aldus Kristof. “Het was vooral een kwestie van aanvoelen. Ik kreeg op de set vaak te horen dat ik heel koppig was, maar ik wist waar ik naartoe wilde. Ik wilde dat de kijker de film zou beléven, dat hij beetje per beetje de antwoorden zou krijgen.”

En toch geef je ze niet allemaal. Was dat bewust?

“Absoluut. Ik vond het niet belangrijk om uit te leggen waarom de personages doen wat ze doen. De cinematografie is zo opgebouwd dat ik continu speel met spanning, verwachting en verrassing. Ik wilde de kijker tijd en ruimte geven om zelf na te denken, wat volgens mij de betrokkenheid groter maakt en uiteindelijk voor een sterkere filmervaring zorgt. En ondanks de stempel arthouse is de prent heel toegankelijk voor het grote publiek.”

Twee straffe hoofdpersonages ook.

“Gilles heeft mij enorm verrast. Je herkent hem niet. Hij is een fantastische acteur, alleen heeft hij nog niet veel de kans gehad om dat echt te tonen. Het moment waarop hij uitbarst, is fenomenaal. En Johan… tja, ik heb geen enkele slechte take met hem gedraaid. Het was er telkens boenk op.”

Je werkt naast een straffe cast met een paar toppers achter de camera. Heel simpel is dat niet gegaan, vermoeden we.

“Absoluut niet. Ik heb voor dit project heel hard moeten vechten. Ik heb waarschijnlijk tien keer bij het VAF aangeklopt voor financiële steun. Het probleem is dat ze vaak beslissen op basis van het scenario, maar niet altijd rekening houden met de cinematografische stijl die je nastreeft. In Nederland of Frankrijk staan ze daar veel meer voor open. Ik ben ervan overtuigd dat er ook voor die films een publiek is, maar dat nu gewoon te weinig mensen weten dat ze bestaan. De media-aandacht gaat heel vaak naar de Verheyens en de Van Looys van deze wereld, terwijl mensen als Bavo Defurne en Fien Troch echt moeten vechten om in de kijker te staan. Maar al te vaak wordt er nog op safe gespeeld.”

Frustrerend als je als maker uit de band wil springen…

“Gigantisch. Maar het is niet vanuit die frustratie dat ik het scenario heb geschreven. Ik maak nooit dingen als reactie op andere cinema. Dit verhaal is ontsproten uit mijn eigen diepste zielenroerselen, om het zo te zeggen. In 2003 de nasleep van 11 september waarin zoveel gebeurde in de wereld, vroeg ik mij af hoe je als mens kan omgaan met de wreedheid rondom je. Je hebt het basisverhaal over wat je doet met iemand die een moord heeft gepleegd, maar de film gaat over veel meer, natuur versus beschaving bijvoorbeeld.”

“Gaan eten met een Oscarwinnares heeft iets surrealistisch”

Wat mij verwonderde, waren de vele Bijbelse referenties: Kaïn en Abel, de verloren zoon…

(knikt) “De barmhartige Samaritaan, de opoffering van Christus… noem maar op. Zelf ben ik niet katholiek, maar ik ben opgegroeid in Gits, bijna onder de kerktoren, waar je op school onderwezen werd met het Oude en Nieuwe Testament en mijn grootmoeder elke avond tot een kruisbeeld bad. Onze cultuur is simpelweg doordrongen van christelijke referenties. Ook in de schilderkunst vind je die terug, maar evengoed in boeken van Dostojevski of muziek van Bach. Dat Resurrection alleen maar daarrond draait, is echter te kort door de bocht. Je hoeft die Bijbelse referenties niet eens te zien om je de film eigen te maken. Iedereen ziet erin wat hij wil. Mijn film is eigenlijk een soort poëtische expressie van de realiteit, een vervorming van de werkelijkheid. Ik vergelijk hem graag met de beeldhouwwerken van Rodin, waar de afmetingen van het lichaam niet kloppen, maar daar draait het ook niet om. Het gaat om de zwaarte van die lichamen, die aardsheid ook. Langzaam maar zeker vervormt wat je ziet en voelt. En uiteindelijk draait het maar om één ding: wat doe je op het moment dat je een moordenaar in huis hebt?”

Wat zou je zelf doen?

“Goeie vraag. Ik heb ze mezelf nog niet gesteld, maar het is wel delicate materie. Resurrection opent met een terroristische aanslag. Die zouden we normaal filmen in Brussel, maar met de gebeurde aanslagen was dat niet meer mogelijk en tegelijkertijd heel actueel. Ik had schrik dat de film aan dat thema gelinkt zou worden, terwijl hij veel meer is dan dat.”

De realisatie van de film was ook een heuse calvarietocht. Wat heeft je gemotiveerd om al die jaren te blijven volhouden?

(toont zijn handen) “Dat zijn littekens van al die jaren in fabrieken te staan. Ik heb zowat overal gewerkt: textiel, metaal, hout en zelfs vis. Bandwerk en ondertussen scenario’s schrijven. Ik ken veel mensen voor wie regisseur worden een droom is, maar ook blijft. Doe het, want niemand gaat het doen voor jou. Wat mij altijd heeft gemotiveerd, is mijn eerste kortfilm Kaïn (in 2009, red.). Die kreeg een nominatie voor de Gouden Beer in Berlijn, een bevestiging dat ik iets kon en gewoon móést doordoen. In mijn tweede kortfilm The Fall heb ik mijn spaarcenten gestoken en ik heb er toch ook grote festivals mee gehaald. Ik wilde niet opgeven.”

Hoofdrolspelers Johan Leysen en Gilles De Schryver:
Hoofdrolspelers Johan Leysen en Gilles De Schryver: “Heel straffe acteurs!”, aldus Kristof. (GF)

Ben je nu waar je moet zijn?

(lacht fijntjes) “De meesten van mijn leeftijd maken volop carrière, hebben financiële zekerheid… Ik heb geen idee waar ik over twee maanden ga staan. Dat is al heel mijn leven zo. En dat vreet aan je, ja, maar dat is nu eenmaal eigen aan de sector. Soms krijg je kansen, maar ze kunnen evengoed op niets uitdraaien. Zelfs in het beste geval, komt er niet altijd geld binnen. Ik leef elke dag in onzekerheid. Het enige wat ik kan doen, is blijven doorgaan.”

En voor je het weet, beland je dan in Capri.

“Dat is overigens het festival waar de Oscarcampagnes zowat worden opgestart en Matthias Schoenaerts een paar jaar geleden ook in de prijzen viel in de categorie ‘door te breken acteur’. Het grappige is dat ik niet eens op het filmfestival ben geraakt. De ferry wilde niet varen naar het eiland wegens een storm, dus heb ik twee dagen vastgezeten in de lobby van het hotel. Ik merkte daar onder meer Oscarwinnares Melissa Leo op en ook Nastassja Kinski kwam even praten. Voor ik het goed en wel besefte, ging ik iets eten met die twee. Een surrealistische ervaring, maar wel geweldig.”

Niet slecht voor iemand die als snotneus het geluid verzorgde voor theatergezelschap ‘t Amateurke in Gits…

“Haha, dat kon ik doen dankzij mijn vader, die het licht en geluid deed voor heel wat artiesten. Hij heeft de film gezien, ja. Dat was het meest fantastische moment, toen hij vlak na de première op het voorbije Filmfestival in Gent Johan Leysen ontmoette. Twee aparte werelden die elkaar opeens ontmoetten. Grappig is ook dat ik gisteren nog een telefoontje kreeg van een tante. Ze had een reportage over mij gezien op de lokale televisiezender en had de tranen in de ogen van ontroering. Ik heb al met heel wat klasbakken mogen werken, mijn kortfilms scoorden in het buitenland en voor deze film is er heel wat interesse, maar nu heb ik het pas gemaakt: ik ben op Focus-WTV geweest.” (lacht)

‘Resurrection’ speelt in Lumière in Brugge en Cinema Storck in Oostende. De volledige programmatie vind je op www.kristofhoornaert.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier