“Ik had het lastig met vijftig worden, ja”

Bert Vanden Berghe

Peter Bulckaen is een echte – no pun intended – familiemens. Hij houdt van feestjes, maar dan eerder ingetogen. Hij is eerder een tooghanger dan een tafelspringer. Voor hem is het summum van feesten een terrasje, een glaasje witte wijn en verfijnd eten. Vlak bij het groen van de Balokken, waar hij graag gaat wandelen en rust vindt in zijn hectische bestaan, nestelen we ons op zo’n terras.

“Koken is als theater spelen: blijven proberen tot je het perfect krijgt. En dan genieten.”

Filmopnames in Griekenland

Peter Bulckaen is net terug uit Griekenland, waar hij mocht meespelen in de film Cruise Control, naast onder meer Dirk Roofthooft, Gene Bervoets, Herbert Flack en Frank Focketeyn. De prent wordt volgend voorjaar in de bioscoop verwacht. “Ik kan er niet veel over kwijt, maar het gaat om een soort film in een film, met een verrassende cast ook. Als ze in hun opzet slagen, dan wordt het iets dat nog nooit gezien is in Vlaanderen.”

Of je voelt dat je oud aan het worden bent. Had je moeite met tram 5?

“Ja, dat durf ik eerlijk toe te geven. De mooiste jaren zijn tussen de 30 en 45. Ik had er moeite mee omdat je beseft dat jonge mensen je oud vinden, terwijl je in je hoofd zelf nog 25 bent. Je voelt dat het begint in te korten.”

En dan zijn er ook zaken waarvan je denkt: dat wil ik nog doen?

“Eigenlijk niet: ik wil zolang mogelijk alles houden zoals het nu is. Nu ben ik heel gelukkig, maar echt héél gelukkig. Wat ik wel nog zou willen is een paar goeie filmrollen. Daar kan ik echt van genieten. Die liefde voor acteren is begonnen als kind, toen iedereen ging slapen en ik op de Britse zenders naar klassieke films keek. Ik speelde toneel in Geluwe, op het college, maar heb toen nooit gedacht om er mijn beroep van te maken. (denkt na) Eigenlijk wil ik nog eens heel graag een echte klootzak spelen.”

Vind je het niet frustrerend dat je eerder als ‘lamme goedzak’ gecast wordt.

“Ik heb er wel vertrouwen in dat het evolueert. Er is een tijd geweest dat een acteur die een commercial deed uitgespuwd werd door acterend Vlaanderen en dat filmscholen soapacteurs als minderwaardig beschouwden. Op iedereen staat er een stempel: die gaat zoveel tickets verkopen, maar de basis is en blijft een goed verhaal.”

” En ik krijg vaak de opmerking in het theater dat ze niet wisten dat ik ook een compleet ander personage kan neerzetten. Ik ben meer dan Max en Mathias. Mensen die nog nooit naar een theater zijn geweest en op slag verliefd worden, of mensen die twee uur lang hun miserie even vergeten. Dat is geestig, daarom zijn we acteurs. Wie kan er dat zeggen? Schrijf maar op: als je dat kan, is je leven echt een feest.”

Door de opkomst van de smartphone ben ik terughoudend geworden

Over feest gesproken: straks ben je 25 jaar getrouwd…

“En dit jaar zijn we dertig jaar samen. Ja, we zijn eens goed gaan eten. Mijn vrouw geeft les aan Dominiek Savio in Gits en natuurlijk is haar steun heel belangrijk, want je moet een partner hebben die in je gelooft. Het voordeel is dat ik al speelde toen onze relatie begon, dus heeft ze nooit iets anders geweten.”

Tegenwoordig doe je echter vast meer begrafenissen dan huwelijksfeesten.

“Dat was ook een van de dingen waar ik mee worstelde toen ik vijftig werd, omdat je weet dat je meer en meer geconfronteerd zult worden met verlies. Van ouders, nonkels, tantes, maar ook van leeftijdsgenoten. Maar tegelijkertijd weet ik ook dat de wereld niet stopt met draaien. Doodgaan moeten we allemaal, dat is de enige zekerheid in het leven.”

Ben je altijd zo nuchter geweest?

“Mijn relativeringsvermogen is wel groter geworden met de jaren. Vroeger was ik ook iets uitbundiger. Dat heeft veel te maken met de populariteit van een paar personages. Bovendien ben ik sinds de opkomst van de smartphone toch iets terughoudend geworden. Alles wat je doet wordt meteen gefilmd en gepost. Als je op een bruiloft een pintje drinkt en je amuseert, dan is er altijd wel iemand die een filmpje maakt: ‘kijk eens wie we hier hebben! Het is leuk precies!’. Ja, oké, dan is de goesting over. Dat is het enige minpunt aan mijn vak, dat ik nergens meer kan gaan zonder dat ik gezien ben.”

“Ik durf ook meer mijn gedacht te zeggen, terwijl ik vroeger al op voorhand zou zwijgen. Dat zat in mijn opvoeding: nederig blijven. Ik zie soms mensen met een grote mond het verder schoppen, maar van wie ik – zonder pretentieus te willen klinken – denk: dit zou ik toch veel beter kunnen. Ik merk het vooral bij jongere acteurs. In mijn tijd keken we op naar mensen met ervaring en zwegen we, terwijl de jonge gasten van nu vaak binnenkomen met het idee dat ze wel weten hoe alles in elkaar zit. Dan denk ik: zou je niet eens eerst je vak leren? Ik weet zelf nog goed hoe ik naar mijn grootouders opkeek. Hoe zij vertelden over vroeger, dat was een feest. Of op maandagmorgen, toen ik nog thuis woonde en langsging in ‘t Crispijntje, waar een bende gepensioneerde mensen aan de toog zat. Die verhalen van vroeger, daar kon ik echt van genieten. Als acteur was dat eten en drinken. Ik was als een spons. En het grappige was dat die verhalen hetzelfde bleven, maar de details regelmatig veranderden. Kurt Defrancq kon dat ook. Die vertelde op school altijd de meest fantastische verhalen, waarbij ik mijn eigen leven zo saai vond. Tot ik hem iets hoorde vertellen aan een ander over iets wat wij samen hadden meegemaakt, en dat heel spectaculair inkleedde. Toen dacht ik: aha, zó doe je dat!” (lacht)

qsdf
qsdf

Deze reportage is het hoofdartikel van KW Weekend van vrijdag 1 juni 2018. In het magazine lees je onder andere de column van Stephane Coorevits, over ‘Likoké on Tour’ met Piet Huysentruyt, de favoriete restaurants van Lectrr, toeristische tips van Peter Soete, de favoriete blaadjes van onze tuinman Angelo Dorny (en het zijn niet de Flair en de Dag Allemaal), het leven van Ingeborg De Leenheer en het voorlaatste avondmaal van Wouter Deboot.

De klik met Jeroen Maes

Vanaf zondag 15 juli staat Peter Bulckaen op de planken van het Colisée in Blankenberge voor de zomershow Prettig Gestoord, samen met Jeroen Maes. De twee kennen elkaar van in Het Prethuis, het theatergezelschap dat West-Vlaamse stukken brengt. “Het grenst aan het onwaarschijnlijke wat Jeroen allemaal doet. Het klikt ook echt tussen ons. Het grappige is dat zijn pa van Beselare afkomstig is, net als mijn vader. Vroeger hadden ze daar een soort studentenclub, Puûpe en Bloaze. Daar waren zij al goede vrienden, maar daarna zijn hun wegen langzaam gescheiden. Het grappige is dat Jeroen en ik op vandaag ook goed overeenkomen. Het zit blijkbaar in de genen, ja. Het leven zit in elk geval soms raar in elkaar.”

Heb je nog altijd het gevoel dat je je moet bewijzen?

“Nee, maar ik wil zoveel mogelijk en zo verschillend mogelijke dingen doen. Maar ik mag niet klagen. Toen ik stopte met Wittekerke, kon ik datzelfde jaar nog aan de slag bij Familie. Ik zat heel even zonder werk, maar desnoods zou ik bij een tuinier gaan werken, ik heb geen schrik om mijn handen vuil te maken.”

Eigenlijk wil ik nog eens een echte klootzak spelen

Je staat nu tien jaar op de set van ‘Familie’. Tijd voor een feestje?

“Ik ben verbaasd dat het al zolang is, onwaarschijnlijk eigenlijk. Oorspronkelijk was het slechts voor anderhalf jaar, maar VTM vroeg mij om te blijven. Als ik zo kan blijven werken, mag er nog eens tien jaar bij. Zeker in combinatie met theater voelt dat eigenlijk niet aan als werken. Ik heb lang, lang geleden in theaters gewerkt, waar het echt een opdracht was, maar nu kan ik dat niet meer zeggen. Om het in de thematiek van dit interview te zeggen: eigenlijk is het één groot feest.”

En wie feest zegt, zegt ook lekker eten. Je bent een notoire hobbykok.

“Weet je, dat is voor mij een feest: een goed glas wijn, een fijn terrasje en echt verfijnd eten. Of samen koken.”

“Proberen tot je het perfect krijgt. Daar kan ik heel trots op zijn, als mensen genieten. Met toneel is dat eigenlijk ook zo. Het is altijd opnieuw beginnen, zonder te weten of ze het wel tof zullen vinden.”

Vorig jaar ben je 15 kilo afgevallen. Was er een specifieke aanleiding?

“Ik was echt niet goed bezig. De weegschaal ging boven de honderd, ik had weinig beweging en at ‘s avonds laat. Ik wou al lang afvallen. Ik heb toen gewoon de klik gemaakt en ik ben met een personal coach aan de slag gegaan. Misschien een midlifecrisis?”

In elk geval een goedkopere dan een nieuwe auto.

“Dat wel. (lacht) Ik ben wel een grote autoliefhebber. Op vandaag rijden we met een gezinswagen, omdat onze auto vooral praktisch moet zijn met de kinderen. Onlangs heb ik een proefritje gemaakt met een Tesla, een sensationele ervaring. En toevallig zag ik gisteren nog een Alfa Romeo 4C Spider. Prachtig. Of zo’n klassieke Porsche 911, een targa. Maar financieel heb ik het er niet voor over. Ik rij heel graag met de auto. Voor mij is dat een ideaal moment om te bezinnen, bezig te zijn met mijn vak, na te denken over scènes, verhaallijnen of stukken die we aan het repeteren zijn. Het enige wat wel erg begint te worden is de drukte. Dat is nu echt de enige reden waarom ik zou stoppen met mijn beroep uit te oefenen. Ik verlies tussen de drie en vijf uur van en naar de set, en op sommige dagen neigt het zelfs naar de zes uur. Bovendien is de trein niet altijd een optie. Ik denk dat ik ook daarom last heb van mijn rug, omdat ik te lang in dezelfde houding zit.”

“Koken is als theater spelen: blijven proberen tot je het perfect krijgt. En dan genieten.”

Filmopnames in Griekenland

Peter Bulckaen is net terug uit Griekenland, waar hij mocht meespelen in de film Cruise Control, naast onder meer Dirk Roofthooft, Gene Bervoets, Herbert Flack en Frank Focketeyn. De prent wordt volgend voorjaar in de bioscoop verwacht. “Ik kan er niet veel over kwijt, maar het gaat om een soort film in een film, met een verrassende cast ook. Als ze in hun opzet slagen, dan wordt het iets dat nog nooit gezien is in Vlaanderen.”

Of je voelt dat je oud aan het worden bent. Had je moeite met tram 5?

“Ja, dat durf ik eerlijk toe te geven. De mooiste jaren zijn tussen de 30 en 45. Ik had er moeite mee omdat je beseft dat jonge mensen je oud vinden, terwijl je in je hoofd zelf nog 25 bent. Je voelt dat het begint in te korten.”

En dan zijn er ook zaken waarvan je denkt: dat wil ik nog doen?

“Eigenlijk niet: ik wil zolang mogelijk alles houden zoals het nu is. Nu ben ik heel gelukkig, maar echt héél gelukkig. Wat ik wel nog zou willen is een paar goeie filmrollen. Daar kan ik echt van genieten. Die liefde voor acteren is begonnen als kind, toen iedereen ging slapen en ik op de Britse zenders naar klassieke films keek. Ik speelde toneel in Geluwe, op het college, maar heb toen nooit gedacht om er mijn beroep van te maken. (denkt na) Eigenlijk wil ik nog eens heel graag een echte klootzak spelen.”

Vind je het niet frustrerend dat je eerder als ‘lamme goedzak’ gecast wordt.

“Ik heb er wel vertrouwen in dat het evolueert. Er is een tijd geweest dat een acteur die een commercial deed uitgespuwd werd door acterend Vlaanderen en dat filmscholen soapacteurs als minderwaardig beschouwden. Op iedereen staat er een stempel: die gaat zoveel tickets verkopen, maar de basis is en blijft een goed verhaal.”

” En ik krijg vaak de opmerking in het theater dat ze niet wisten dat ik ook een compleet ander personage kan neerzetten. Ik ben meer dan Max en Mathias. Mensen die nog nooit naar een theater zijn geweest en op slag verliefd worden, of mensen die twee uur lang hun miserie even vergeten. Dat is geestig, daarom zijn we acteurs. Wie kan er dat zeggen? Schrijf maar op: als je dat kan, is je leven echt een feest.”

Door de opkomst van de smartphone ben ik terughoudend geworden

Over feest gesproken: straks ben je 25 jaar getrouwd…

“En dit jaar zijn we dertig jaar samen. Ja, we zijn eens goed gaan eten. Mijn vrouw geeft les aan Dominiek Savio in Gits en natuurlijk is haar steun heel belangrijk, want je moet een partner hebben die in je gelooft. Het voordeel is dat ik al speelde toen onze relatie begon, dus heeft ze nooit iets anders geweten.”

Tegenwoordig doe je echter vast meer begrafenissen dan huwelijksfeesten.

“Dat was ook een van de dingen waar ik mee worstelde toen ik vijftig werd, omdat je weet dat je meer en meer geconfronteerd zult worden met verlies. Van ouders, nonkels, tantes, maar ook van leeftijdsgenoten. Maar tegelijkertijd weet ik ook dat de wereld niet stopt met draaien. Doodgaan moeten we allemaal, dat is de enige zekerheid in het leven.”

Ben je altijd zo nuchter geweest?

“Mijn relativeringsvermogen is wel groter geworden met de jaren. Vroeger was ik ook iets uitbundiger. Dat heeft veel te maken met de populariteit van een paar personages. Bovendien ben ik sinds de opkomst van de smartphone toch iets terughoudend geworden. Alles wat je doet wordt meteen gefilmd en gepost. Als je op een bruiloft een pintje drinkt en je amuseert, dan is er altijd wel iemand die een filmpje maakt: ‘kijk eens wie we hier hebben! Het is leuk precies!’. Ja, oké, dan is de goesting over. Dat is het enige minpunt aan mijn vak, dat ik nergens meer kan gaan zonder dat ik gezien ben.”

“Ik durf ook meer mijn gedacht te zeggen, terwijl ik vroeger al op voorhand zou zwijgen. Dat zat in mijn opvoeding: nederig blijven. Ik zie soms mensen met een grote mond het verder schoppen, maar van wie ik – zonder pretentieus te willen klinken – denk: dit zou ik toch veel beter kunnen. Ik merk het vooral bij jongere acteurs. In mijn tijd keken we op naar mensen met ervaring en zwegen we, terwijl de jonge gasten van nu vaak binnenkomen met het idee dat ze wel weten hoe alles in elkaar zit. Dan denk ik: zou je niet eens eerst je vak leren? Ik weet zelf nog goed hoe ik naar mijn grootouders opkeek. Hoe zij vertelden over vroeger, dat was een feest. Of op maandagmorgen, toen ik nog thuis woonde en langsging in ‘t Crispijntje, waar een bende gepensioneerde mensen aan de toog zat. Die verhalen van vroeger, daar kon ik echt van genieten. Als acteur was dat eten en drinken. Ik was als een spons. En het grappige was dat die verhalen hetzelfde bleven, maar de details regelmatig veranderden. Kurt Defrancq kon dat ook. Die vertelde op school altijd de meest fantastische verhalen, waarbij ik mijn eigen leven zo saai vond. Tot ik hem iets hoorde vertellen aan een ander over iets wat wij samen hadden meegemaakt, en dat heel spectaculair inkleedde. Toen dacht ik: aha, zó doe je dat!” (lacht)

qsdf
qsdf

De klik met Jeroen Maes

Vanaf zondag 15 juli staat Peter Bulckaen op de planken van het Colisée in Blankenberge voor de zomershow Prettig Gestoord, samen met Jeroen Maes. De twee kennen elkaar van in Het Prethuis, het theatergezelschap dat West-Vlaamse stukken brengt. “Het grenst aan het onwaarschijnlijke wat Jeroen allemaal doet. Het klikt ook echt tussen ons. Het grappige is dat zijn pa van Beselare afkomstig is, net als mijn vader. Vroeger hadden ze daar een soort studentenclub, Puûpe en Bloaze. Daar waren zij al goede vrienden, maar daarna zijn hun wegen langzaam gescheiden. Het grappige is dat Jeroen en ik op vandaag ook goed overeenkomen. Het zit blijkbaar in de genen, ja. Het leven zit in elk geval soms raar in elkaar.”

Wie is Peter Bulckaen?

Peter Bulckaen werd geboren op 9 september 1965 in Geluwe. Hij heeft nog twee broers en een zus. Hij is getrouwd met Tine Demyttenaere. Samen hebben ze drie kinderen: Marthe, Cézar en Victor.

Hij speelt al sinds zijn tienerjaren theater en was na zijn studies aan het Conservatorium in Brussel te zien in verschillende Vlaamse televisieseries. Hij raakte bij het grote publiek bekend als politieagent Max in Wittekerke. Sinds 2008 speelt hij in de VTM-soap Familie.

Peter combineert tv nog altijd met theater. Zo is hij onder meer actief bij Het Prethuis en Komedie Compagnie. In zijn vrije tijd kookt hij of gaat hij wandelen.

Zijn gsm zoemt een paar keer tijdens ons gesprek op het terrasje van In den Grooten Moriaan, onder de schaduw van de Briekenmolen aan het Tabaksmuseum in Wervik. Hij heeft zijn kinderen eraan herinnerd dat hun opa 82 jaar wordt vandaag. Hij prijst zich gelukkig – zo zegt hij een glas witte wijn later – dat zijn kinderen altijd respect hebben gehad voor die familiale waarden die hij al zijn hele leven nastreeft. En dat hij naar eigen zeggen niet weet wat puberen is bij hen.

Met de regelmaat van de klok komen ze samen met de hele familie. Elke verjaardag is een excuus om samen te zijn en te genieten. Hij deed het als kind al, tijdens de palullefeesten in Geluwe. “Dat was echt een feest. Mijn nonkel bakte toen die palullen (pannenkoeken, red.), terwijl de middenstand feestvierde. Ik had twee nonkels die bakker waren. De ene had de bakkerij van mijn grootvader overgenomen en de andere was in Menen een nieuwe bakkerij gestart. Tijdens die palullefeesten was er een jaarlijkse traditie dat de kinderen een toneeltje, een sketch of een liedje brachten. Daar keken we echt naar uit. Eigenlijk zat het toen al in mij.”

Is daar die liefde voor het podium ontstaan?

“Onder andere. Mijn pa heeft heel zijn leven toneelgespeeld. Bij de amateurvereniging van Geluwe is hij ook regisseur en voorzitter geweest. Dus als kind was dat voor mij een vertrouwde omgeving. Maar eigenlijk wist ik niet wat ik wou doen later. Het meest logische leek me bakker. Ik ben opgegroeid samen met mijn neef, van wie de pa heel vroeg gestorven is. Hij begon aan de bakkersschool in Brugge en eigenlijk wilde ik dat ook doen. Ik ben trouwens nog lang in de bakkerij blijven werken, zelfs toen ik al twee jaar bezig was met Wittekerke. Maar het begon ambetant te worden dat ze mij zoveel aanspraken, zodat ik niet echt kon doordoen. Bovendien had ik toen een lief, deed ik theater en werd het een kwestie van keuzes maken. Mijn neef is intussen gestopt en baat in Ieper de biobakkerij De Trog uit, met echt brood zoals mijn grootvader het nog bakte. Maar goed, ik was 18 en ik wist totaal niet welke richting ik uit wilde. Het toenmalige PMS zag een boekhouder in mij. Een maat van mij werkte als regieassistent bij theatergezelschap Antigone en spoorde mij aan om naar het Conservatorium in Brussel te trekken. Er was één leraar bij die in mij geloofde, al de rest zei neen. ‘U krijgt van ons drie maanden tijd om te bewijzen dat zij ongelijk hebben’, zei de directeur. Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld dan in die drie maanden alleen in Brussel en ik ben elke dag keihard bezig geweest om het goed te krijgen. Het was de stelregel van mijn grootmoeder, dat als ik mijn best deed, ik me niets moest verwijten. Dat is een les die ik ook aan mijn kinderen meegeef.”

De klik met Jeroen Maes

Vanaf zondag 15 juli staat Peter Bulckaen op de planken van het Colisée in Blankenberge voor de zomershow Prettig Gestoord, samen met Jeroen Maes. De twee kennen elkaar van in Het Prethuis, het theatergezelschap dat West-Vlaamse stukken brengt. “Het grenst aan het onwaarschijnlijke wat Jeroen allemaal doet. Het klikt ook echt tussen ons. Het grappige is dat zijn pa van Beselare afkomstig is, net als mijn vader. Vroeger hadden ze daar een soort studentenclub, Puûpe en Bloaze. Daar waren zij al goede vrienden, maar daarna zijn hun wegen langzaam gescheiden. Het grappige is dat Jeroen en ik op vandaag ook goed overeenkomen. Het zit blijkbaar in de genen, ja. Het leven zit in elk geval soms raar in elkaar.”

Heb je nog altijd het gevoel dat je je moet bewijzen?

“Nee, maar ik wil zoveel mogelijk en zo verschillend mogelijke dingen doen. Maar ik mag niet klagen. Toen ik stopte met Wittekerke, kon ik datzelfde jaar nog aan de slag bij Familie. Ik zat heel even zonder werk, maar desnoods zou ik bij een tuinier gaan werken, ik heb geen schrik om mijn handen vuil te maken.”

Eigenlijk wil ik nog eens een echte klootzak spelen

Je staat nu tien jaar op de set van ‘Familie’. Tijd voor een feestje?

“Ik ben verbaasd dat het al zolang is, onwaarschijnlijk eigenlijk. Oorspronkelijk was het slechts voor anderhalf jaar, maar VTM vroeg mij om te blijven. Als ik zo kan blijven werken, mag er nog eens tien jaar bij. Zeker in combinatie met theater voelt dat eigenlijk niet aan als werken. Ik heb lang, lang geleden in theaters gewerkt, waar het echt een opdracht was, maar nu kan ik dat niet meer zeggen. Om het in de thematiek van dit interview te zeggen: eigenlijk is het één groot feest.”

En wie feest zegt, zegt ook lekker eten. Je bent een notoire hobbykok.

“Weet je, dat is voor mij een feest: een goed glas wijn, een fijn terrasje en echt verfijnd eten. Of samen koken.”

“Proberen tot je het perfect krijgt. Daar kan ik heel trots op zijn, als mensen genieten. Met toneel is dat eigenlijk ook zo. Het is altijd opnieuw beginnen, zonder te weten of ze het wel tof zullen vinden.”

Vorig jaar ben je 15 kilo afgevallen. Was er een specifieke aanleiding?

“Ik was echt niet goed bezig. De weegschaal ging boven de honderd, ik had weinig beweging en at ‘s avonds laat. Ik wou al lang afvallen. Ik heb toen gewoon de klik gemaakt en ik ben met een personal coach aan de slag gegaan. Misschien een midlifecrisis?”

In elk geval een goedkopere dan een nieuwe auto.

“Dat wel. (lacht) Ik ben wel een grote autoliefhebber. Op vandaag rijden we met een gezinswagen, omdat onze auto vooral praktisch moet zijn met de kinderen. Onlangs heb ik een proefritje gemaakt met een Tesla, een sensationele ervaring. En toevallig zag ik gisteren nog een Alfa Romeo 4C Spider. Prachtig. Of zo’n klassieke Porsche 911, een targa. Maar financieel heb ik het er niet voor over. Ik rij heel graag met de auto. Voor mij is dat een ideaal moment om te bezinnen, bezig te zijn met mijn vak, na te denken over scènes, verhaallijnen of stukken die we aan het repeteren zijn. Het enige wat wel erg begint te worden is de drukte. Dat is nu echt de enige reden waarom ik zou stoppen met mijn beroep uit te oefenen. Ik verlies tussen de drie en vijf uur van en naar de set, en op sommige dagen neigt het zelfs naar de zes uur. Bovendien is de trein niet altijd een optie. Ik denk dat ik ook daarom last heb van mijn rug, omdat ik te lang in dezelfde houding zit.”

“Koken is als theater spelen: blijven proberen tot je het perfect krijgt. En dan genieten.”

Filmopnames in Griekenland

Peter Bulckaen is net terug uit Griekenland, waar hij mocht meespelen in de film Cruise Control, naast onder meer Dirk Roofthooft, Gene Bervoets, Herbert Flack en Frank Focketeyn. De prent wordt volgend voorjaar in de bioscoop verwacht. “Ik kan er niet veel over kwijt, maar het gaat om een soort film in een film, met een verrassende cast ook. Als ze in hun opzet slagen, dan wordt het iets dat nog nooit gezien is in Vlaanderen.”

Of je voelt dat je oud aan het worden bent. Had je moeite met tram 5?

“Ja, dat durf ik eerlijk toe te geven. De mooiste jaren zijn tussen de 30 en 45. Ik had er moeite mee omdat je beseft dat jonge mensen je oud vinden, terwijl je in je hoofd zelf nog 25 bent. Je voelt dat het begint in te korten.”

En dan zijn er ook zaken waarvan je denkt: dat wil ik nog doen?

“Eigenlijk niet: ik wil zolang mogelijk alles houden zoals het nu is. Nu ben ik heel gelukkig, maar echt héél gelukkig. Wat ik wel nog zou willen is een paar goeie filmrollen. Daar kan ik echt van genieten. Die liefde voor acteren is begonnen als kind, toen iedereen ging slapen en ik op de Britse zenders naar klassieke films keek. Ik speelde toneel in Geluwe, op het college, maar heb toen nooit gedacht om er mijn beroep van te maken. (denkt na) Eigenlijk wil ik nog eens heel graag een echte klootzak spelen.”

Vind je het niet frustrerend dat je eerder als ‘lamme goedzak’ gecast wordt.

“Ik heb er wel vertrouwen in dat het evolueert. Er is een tijd geweest dat een acteur die een commercial deed uitgespuwd werd door acterend Vlaanderen en dat filmscholen soapacteurs als minderwaardig beschouwden. Op iedereen staat er een stempel: die gaat zoveel tickets verkopen, maar de basis is en blijft een goed verhaal.”

” En ik krijg vaak de opmerking in het theater dat ze niet wisten dat ik ook een compleet ander personage kan neerzetten. Ik ben meer dan Max en Mathias. Mensen die nog nooit naar een theater zijn geweest en op slag verliefd worden, of mensen die twee uur lang hun miserie even vergeten. Dat is geestig, daarom zijn we acteurs. Wie kan er dat zeggen? Schrijf maar op: als je dat kan, is je leven echt een feest.”

Door de opkomst van de smartphone ben ik terughoudend geworden

Over feest gesproken: straks ben je 25 jaar getrouwd…

“En dit jaar zijn we dertig jaar samen. Ja, we zijn eens goed gaan eten. Mijn vrouw geeft les aan Dominiek Savio in Gits en natuurlijk is haar steun heel belangrijk, want je moet een partner hebben die in je gelooft. Het voordeel is dat ik al speelde toen onze relatie begon, dus heeft ze nooit iets anders geweten.”

Tegenwoordig doe je echter vast meer begrafenissen dan huwelijksfeesten.

“Dat was ook een van de dingen waar ik mee worstelde toen ik vijftig werd, omdat je weet dat je meer en meer geconfronteerd zult worden met verlies. Van ouders, nonkels, tantes, maar ook van leeftijdsgenoten. Maar tegelijkertijd weet ik ook dat de wereld niet stopt met draaien. Doodgaan moeten we allemaal, dat is de enige zekerheid in het leven.”

Ben je altijd zo nuchter geweest?

“Mijn relativeringsvermogen is wel groter geworden met de jaren. Vroeger was ik ook iets uitbundiger. Dat heeft veel te maken met de populariteit van een paar personages. Bovendien ben ik sinds de opkomst van de smartphone toch iets terughoudend geworden. Alles wat je doet wordt meteen gefilmd en gepost. Als je op een bruiloft een pintje drinkt en je amuseert, dan is er altijd wel iemand die een filmpje maakt: ‘kijk eens wie we hier hebben! Het is leuk precies!’. Ja, oké, dan is de goesting over. Dat is het enige minpunt aan mijn vak, dat ik nergens meer kan gaan zonder dat ik gezien ben.”

“Ik durf ook meer mijn gedacht te zeggen, terwijl ik vroeger al op voorhand zou zwijgen. Dat zat in mijn opvoeding: nederig blijven. Ik zie soms mensen met een grote mond het verder schoppen, maar van wie ik – zonder pretentieus te willen klinken – denk: dit zou ik toch veel beter kunnen. Ik merk het vooral bij jongere acteurs. In mijn tijd keken we op naar mensen met ervaring en zwegen we, terwijl de jonge gasten van nu vaak binnenkomen met het idee dat ze wel weten hoe alles in elkaar zit. Dan denk ik: zou je niet eens eerst je vak leren? Ik weet zelf nog goed hoe ik naar mijn grootouders opkeek. Hoe zij vertelden over vroeger, dat was een feest. Of op maandagmorgen, toen ik nog thuis woonde en langsging in ‘t Crispijntje, waar een bende gepensioneerde mensen aan de toog zat. Die verhalen van vroeger, daar kon ik echt van genieten. Als acteur was dat eten en drinken. Ik was als een spons. En het grappige was dat die verhalen hetzelfde bleven, maar de details regelmatig veranderden. Kurt Defrancq kon dat ook. Die vertelde op school altijd de meest fantastische verhalen, waarbij ik mijn eigen leven zo saai vond. Tot ik hem iets hoorde vertellen aan een ander over iets wat wij samen hadden meegemaakt, en dat heel spectaculair inkleedde. Toen dacht ik: aha, zó doe je dat!” (lacht)

qsdf
qsdf

Wie is Peter Bulckaen?

Peter Bulckaen werd geboren op 9 september 1965 in Geluwe. Hij heeft nog twee broers en een zus. Hij is getrouwd met Tine Demyttenaere. Samen hebben ze drie kinderen: Marthe, Cézar en Victor.

Hij speelt al sinds zijn tienerjaren theater en was na zijn studies aan het Conservatorium in Brussel te zien in verschillende Vlaamse televisieseries. Hij raakte bij het grote publiek bekend als politieagent Max in Wittekerke. Sinds 2008 speelt hij in de VTM-soap Familie.

Peter combineert tv nog altijd met theater. Zo is hij onder meer actief bij Het Prethuis en Komedie Compagnie. In zijn vrije tijd kookt hij of gaat hij wandelen.