“Ik geloof altijd dat het wel goed komt”

Bert Vanden Berghe

Stand-upcomedian David Galle kan in zijn shows al eens cynisch uit de hoek komen, maar chagrijnig kan je hem niet noemen, integendeel. De kameleon van de comedy speelt en schrijft tegenwoordig volop en is naar eigen zeggen blij als we hem meesleuren voor een deugddoende strandwandeling. “Ik, een wereldverbeteraar? Godverdomme, ja!”

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 17 november. Verder in het magazine o.a. een wilde tatin van eend en sjalotjes, shoppen voor het goede doel, een fotoreportage over BMX’en, op stap naar het middelpunt van Vlaanderen, het leven van Els De Vlieghere, een aperitiefmomentje met een botanische twist, de werkplek van Belinda MacDonald en het zevende album van Channel Zero.

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 17 november. Verder in het magazine o.a. een wilde tatin van eend en sjalotjes, shoppen voor het goede doel, een fotoreportage over BMX’en, op stap naar het middelpunt van Vlaanderen, het leven van Els De Vlieghere, een aperitiefmomentje met een botanische twist, de werkplek van Belinda MacDonald en het zevende album van Channel Zero.

Favoriete strand?

“Het liefst vertoef ik in het deel tussen Zeebrugge en Blankenberge, daar is een heel stuk waar er niets is. Strand zoals het moet zijn: een prachtig zicht en rust. Ik hou het hele jaar door van de zee. Alle seizoenen hebben hun charme. Nu is het wat kouder, maar je hebt het strand dan voor jou alleen. En in de zomer zijn er tetten.” (lacht)

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 17 november. Verder in het magazine o.a. een wilde tatin van eend en sjalotjes, shoppen voor het goede doel, een fotoreportage over BMX’en, op stap naar het middelpunt van Vlaanderen, het leven van Els De Vlieghere, een aperitiefmomentje met een botanische twist, de werkplek van Belinda MacDonald en het zevende album van Channel Zero.

IJsje of wafel?

“Een ijsje. Zonder koekje, in een potje, want ik heb een koekjestrauma opgelopen. Toen ik klein was, begin de jaren tachtig, huurde mijn grootmoeder een huisje in Blankenberge. Ik heb daar fantastische herinneringen aan. Elke avond gingen we een ijsje eten, maar mijn grootmoeder dacht dat ik daarvoor nog te klein was. Terwijl mijn broers een crème binnenspeelden, kreeg ik dus alleen maar een koekje. Dat heb ik pas later beseft, en onbewust is dat de reden dat ik nu altijd enkel een bolletje ijs wil. Ik heb genoeg koeken gegeten.”

Favoriete strand?

“Het liefst vertoef ik in het deel tussen Zeebrugge en Blankenberge, daar is een heel stuk waar er niets is. Strand zoals het moet zijn: een prachtig zicht en rust. Ik hou het hele jaar door van de zee. Alle seizoenen hebben hun charme. Nu is het wat kouder, maar je hebt het strand dan voor jou alleen. En in de zomer zijn er tetten.” (lacht)

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 17 november. Verder in het magazine o.a. een wilde tatin van eend en sjalotjes, shoppen voor het goede doel, een fotoreportage over BMX’en, op stap naar het middelpunt van Vlaanderen, het leven van Els De Vlieghere, een aperitiefmomentje met een botanische twist, de werkplek van Belinda MacDonald en het zevende album van Channel Zero.

STRANDVRAAGJES

IJsje of wafel?

“Een ijsje. Zonder koekje, in een potje, want ik heb een koekjestrauma opgelopen. Toen ik klein was, begin de jaren tachtig, huurde mijn grootmoeder een huisje in Blankenberge. Ik heb daar fantastische herinneringen aan. Elke avond gingen we een ijsje eten, maar mijn grootmoeder dacht dat ik daarvoor nog te klein was. Terwijl mijn broers een crème binnenspeelden, kreeg ik dus alleen maar een koekje. Dat heb ik pas later beseft, en onbewust is dat de reden dat ik nu altijd enkel een bolletje ijs wil. Ik heb genoeg koeken gegeten.”

Favoriete strand?

“Het liefst vertoef ik in het deel tussen Zeebrugge en Blankenberge, daar is een heel stuk waar er niets is. Strand zoals het moet zijn: een prachtig zicht en rust. Ik hou het hele jaar door van de zee. Alle seizoenen hebben hun charme. Nu is het wat kouder, maar je hebt het strand dan voor jou alleen. En in de zomer zijn er tetten.” (lacht)

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 17 november. Verder in het magazine o.a. een wilde tatin van eend en sjalotjes, shoppen voor het goede doel, een fotoreportage over BMX’en, op stap naar het middelpunt van Vlaanderen, het leven van Els De Vlieghere, een aperitiefmomentje met een botanische twist, de werkplek van Belinda MacDonald en het zevende album van Channel Zero.

STRANDVRAAGJES

IJsje of wafel?

“Een ijsje. Zonder koekje, in een potje, want ik heb een koekjestrauma opgelopen. Toen ik klein was, begin de jaren tachtig, huurde mijn grootmoeder een huisje in Blankenberge. Ik heb daar fantastische herinneringen aan. Elke avond gingen we een ijsje eten, maar mijn grootmoeder dacht dat ik daarvoor nog te klein was. Terwijl mijn broers een crème binnenspeelden, kreeg ik dus alleen maar een koekje. Dat heb ik pas later beseft, en onbewust is dat de reden dat ik nu altijd enkel een bolletje ijs wil. Ik heb genoeg koeken gegeten.”

Favoriete strand?

“Het liefst vertoef ik in het deel tussen Zeebrugge en Blankenberge, daar is een heel stuk waar er niets is. Strand zoals het moet zijn: een prachtig zicht en rust. Ik hou het hele jaar door van de zee. Alle seizoenen hebben hun charme. Nu is het wat kouder, maar je hebt het strand dan voor jou alleen. En in de zomer zijn er tetten.” (lacht)

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

Dit is het coverinterview van KW Weekend van vrijdag 17 november. Verder in het magazine o.a. een wilde tatin van eend en sjalotjes, shoppen voor het goede doel, een fotoreportage over BMX’en, op stap naar het middelpunt van Vlaanderen, het leven van Els De Vlieghere, een aperitiefmomentje met een botanische twist, de werkplek van Belinda MacDonald en het zevende album van Channel Zero.

“Een basisinkomen zou geen slechte zaak zijn, omdat mensen meer voor de goesting dan voor het geld zouden kiezen.”

STRANDVRAAGJES

IJsje of wafel?

“Een ijsje. Zonder koekje, in een potje, want ik heb een koekjestrauma opgelopen. Toen ik klein was, begin de jaren tachtig, huurde mijn grootmoeder een huisje in Blankenberge. Ik heb daar fantastische herinneringen aan. Elke avond gingen we een ijsje eten, maar mijn grootmoeder dacht dat ik daarvoor nog te klein was. Terwijl mijn broers een crème binnenspeelden, kreeg ik dus alleen maar een koekje. Dat heb ik pas later beseft, en onbewust is dat de reden dat ik nu altijd enkel een bolletje ijs wil. Ik heb genoeg koeken gegeten.”

Favoriete strand?

“Het liefst vertoef ik in het deel tussen Zeebrugge en Blankenberge, daar is een heel stuk waar er niets is. Strand zoals het moet zijn: een prachtig zicht en rust. Ik hou het hele jaar door van de zee. Alle seizoenen hebben hun charme. Nu is het wat kouder, maar je hebt het strand dan voor jou alleen. En in de zomer zijn er tetten.” (lacht)

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

STRANDVRAAGJES

IJsje of wafel?

“Een ijsje. Zonder koekje, in een potje, want ik heb een koekjestrauma opgelopen. Toen ik klein was, begin de jaren tachtig, huurde mijn grootmoeder een huisje in Blankenberge. Ik heb daar fantastische herinneringen aan. Elke avond gingen we een ijsje eten, maar mijn grootmoeder dacht dat ik daarvoor nog te klein was. Terwijl mijn broers een crème binnenspeelden, kreeg ik dus alleen maar een koekje. Dat heb ik pas later beseft, en onbewust is dat de reden dat ik nu altijd enkel een bolletje ijs wil. Ik heb genoeg koeken gegeten.”

Favoriete strand?

“Het liefst vertoef ik in het deel tussen Zeebrugge en Blankenberge, daar is een heel stuk waar er niets is. Strand zoals het moet zijn: een prachtig zicht en rust. Ik hou het hele jaar door van de zee. Alle seizoenen hebben hun charme. Nu is het wat kouder, maar je hebt het strand dan voor jou alleen. En in de zomer zijn er tetten.” (lacht)

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

200 meter verhuisd

David verhuisde vorig jaar, maar bleef in Sint-Andries. “Eigenlijk zijn we 200 meter verderop gaan wonen. We hadden niet eens een camionette moeten huren, maar ja… Je kan toch moeilijk met een kast te voet over een rotonde gaan. Of ik daar nu liever woon? Goh, ik woonde ook graag in mijn vorige huis. Ik zag wel tegen de verhuizing op omdat je dan al die bucht in dozen moet steken, maar eigenlijk is dat opruimen wel goed. Dat werkt therapeutisch.”

Dan zie ik ook al eens De Halve Waarheid passeren, een account op Instagram, waarbij je met Sammy quotes uit ‘vakbladen’ verknipt tot absurde artikels…

“Als je boekjes als Story of Dag Allemaal leest, dan denk je wel eens: ‘wat voor zever staat hier nu in?’. Dat verknippen is een mooi voorbeeld van een leuk idee, maar eenmaal ik het gedaan had, had ik het alweer gezien. Bovendien werd ik daar mottig van, elke week die boekjes lezen.”

En dan vraagt je vrouw ‘s avonds of het een productieve werkdag was.

“Ik heb in Dag Allemaal geknipt. Voor mijn werk.”

En wat heeft het opgebracht?

“Niks. Twee likes. Allez, ga maar naar de slager met je likes.”

“Mijn zoon heeft een grote bullshitdetector. Ik herken veel van mezelf in hem.”

Hoe gaat je vrouw daarmee om?

“Zij heeft veel meer structuur. Op dat vlak verschillen we enorm, want bij mij is het altijd chaos in mijn hoofd. Maar het is pas als zij mijn sleutels ergens anders gelegd heeft, dat ik ze niet meer vind. Mijn vrouw is mijn houvast. Mocht ik samen zijn met iemand zoals ik, dan zaten we thuis vast met ratten.”

“Als de zombies komen ben ik vet met mijn twee kroppen sla”

Ben je een moeilijke mens om mee samen te leven?

“Mijn vrouw zegt van wel, ik vind dat het meevalt. Weet je, ik heb onlangs een theorie ontwikkeld dat niemand dom is, maar dat er gewoon andere delen van de hersenen ontwikkeld zijn. Bij mij is in elk geval niet het gedeelte waarbij je je sokken moet opruimen. Niet dat ik een vuilaard ben, nee, mijn vrouw is gewoon te proper. Het is haar schuld, het is allemaal haar schuld! Kijk, daar ben ik goed in: dat stuk van mijn hersenen is goed ontwikkeld.” (lacht)

Lijken je kinderen op jou?

“Vooral mijn zoon heeft alle kenmerken die ik ook had als kind. Dan vloek ik al eens tegen mijn moeder en antwoordt ze dat ik dat ook deed: mijn eigen gedacht. Ze denken dat hij ADHD heeft, maar wat is ADHD? Als je niet past in het systeem van vandaag. Weet je wat het is? Mijn zoon heeft een grote bullshitdetector. Alles wat in zijn ogen onbelangrijk is, zoals ‘s morgens op tijd op school zijn of je sokkenoprapen, doet hij niet. “

“En hij maakt zich daar weinig zorgen in. Ik ben eigenlijk ook zo: ik heb wel stress, maar ik ben altijd overtuigd dat het goed komt. Op dat vlak ben ik ook een echt zondagskind. Onlangs hoorde ik een lezing van een professor die opmerkte dat we geen idee hebben hoe de wereld er gaat uitzien in 2060 en dat flexibiliteit dus het beste is wat we onze kinderen kunnen aanleren.”

“Mijn vrouw is mijn houvast. Mocht ik samen zijn met iemand zoals mij, dan zaten we thuis met ratten.”

Is er bij jou dan een plan B?

“Goh, als het niet meer lukt, dan ga ik desnoods weer naar een transportfirma. Desnoods achter de vuilkar, wat ik ook een edel beroep vind. Je maakt de wereld weer een beetje properder. Er zijn zoveel mensen die tegen hun goesting werken. Daarom denk ik dat het basisinkomen wel een goed idee zou zijn, omdat mensen meer zouden kiezen uit goesting en minder voor het geld. En dat het misschien wel meer gelukkige mensen zou opleveren.”

Er zit echt een wereldverbeteraar in jou, hé?

“Godverdomme, ja. Ik heb graag dat de mensen gelukkig zijn. Daarom wil ik dat ze ook met een goed gevoel naar huis gaan na een show.”

Staan er nog zaken op je verlanglijstje?

“Ik had het er onlangs toevallig over op café. Een eigen serie, een serre om tomaten te kweken en een vrouw van 25 in haar blootje zien. Ik heb al een serre. (lacht) Dat moestuinieren is ook zo’n teken van de tijd, omdat we allemaal lijken te vrezen voor de apocalyps. Maar als het zover is, en de zombies komen, dan ben ik er vet mee, met mijn twee kroppen sla en vier tomaten…”

“Een basisinkomen zou geen slechte zaak zijn, omdat mensen meer voor de goesting dan voor het geld zouden kiezen.”

STRANDVRAAGJES

IJsje of wafel?

“Een ijsje. Zonder koekje, in een potje, want ik heb een koekjestrauma opgelopen. Toen ik klein was, begin de jaren tachtig, huurde mijn grootmoeder een huisje in Blankenberge. Ik heb daar fantastische herinneringen aan. Elke avond gingen we een ijsje eten, maar mijn grootmoeder dacht dat ik daarvoor nog te klein was. Terwijl mijn broers een crème binnenspeelden, kreeg ik dus alleen maar een koekje. Dat heb ik pas later beseft, en onbewust is dat de reden dat ik nu altijd enkel een bolletje ijs wil. Ik heb genoeg koeken gegeten.”

Favoriete strand?

“Het liefst vertoef ik in het deel tussen Zeebrugge en Blankenberge, daar is een heel stuk waar er niets is. Strand zoals het moet zijn: een prachtig zicht en rust. Ik hou het hele jaar door van de zee. Alle seizoenen hebben hun charme. Nu is het wat kouder, maar je hebt het strand dan voor jou alleen. En in de zomer zijn er tetten.” (lacht)

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

200 meter verhuisd

David verhuisde vorig jaar, maar bleef in Sint-Andries. “Eigenlijk zijn we 200 meter verderop gaan wonen. We hadden niet eens een camionette moeten huren, maar ja… Je kan toch moeilijk met een kast te voet over een rotonde gaan. Of ik daar nu liever woon? Goh, ik woonde ook graag in mijn vorige huis. Ik zag wel tegen de verhuizing op omdat je dan al die bucht in dozen moet steken, maar eigenlijk is dat opruimen wel goed. Dat werkt therapeutisch.”

Nieuwe tv-reeks in de maak?

David schrijft samen met Bart Vanneste ofte Freddy De Vadder, acteur Wouter Bruneel en journalist Tim F. Van der Mensbrugghe aan een nieuwe reeks. “Barichara, naar een dorp in Colombia, is de werktitel. De serie brengt het verhaal van een groep backpackers die zich beter voordoen dan ze zijn, maar uiteindelijk toch met zichzelf worden geconfronteerd. Ze denken de wereld te kennen, maar ze blijven toeristen. Omdat we nog aan het schrijven zijn, moeten we nog contact opnemen met zenders en productiehuizen. We kijken ook over de grenzen heen, dus kan het misschien rechtstreeks met een streamingdienst als Netflix. We zien wel, maar we zijn ambitieus, ja.”

Over werk gesproken: waarover gaat je nieuwste show ‘Erover’?

“Over grensoverschrijdend gedrag, maar niet in de zin waar vandaag veel over te doen is. Ik vind dat de mensen heel erg egoïstisch zijn geworden. Zoals allerlei bucht aan de glascontainer laten staan, die een ander dan moet opruimen. Dan denk ik: doe eens wat moeite. Mijn vorige show ging over het feit dat iedereen moet zijn wie hij is en dat een ander daar niet over moet zagen. Nu wil ik duidelijk maken dat er daar wel grenzen aan zijn. Je kan niet zomaar alles doen en er een ander mee in de zak zetten.”

qsdf
qsdf

Met alle respect, maar dreig je dan niet als een oude zaag te klinken?

“Misschien ben ik wel op die leeftijd gekomen, hé? Als ik op Instagram zie dat 16-jarigen foto’s van hun wenkbrauwen nemen… Maar Erover is niet met een chagrijnige ingesteldheid gemaakt, integendeel. Ik voel ook dat ik eerder verhalen wil vertellen. Misschien is dat klassiek vat van kluchten ook op en moeten we dieper graven om humor te vinden, van banale zaken toch originele grappen maken. Wij zijn zo’n beetje de moderne filosofen, zeker?”

“Misschien is dat klassieke vat met kluchten wat op”

Bij wie het constant maalt in het hoofd.

“Ja, maar ik zou ook niets anders kunnen doen. Ik ben de jongste van drie en ik was ook op school altijd het buitenbeentje. Ik had wel vrienden, maar als klein ros mannetje stond ik altijd wat buiten de groep, iedereen te observeren. Dat en een zekere nood aan aandacht zorgen ervoor dat ik hou van op een podium te staan, waarbij iedereen moet zwijgen en luisteren naar mij. (glimlacht) Dat heeft overigens niets met ego te maken. Je graaft in jezelf en legt je eigen drijfveren bloot. Onlangs vroeg een journalist waarom ik niets breng over de actualiteit. Moet ik het hebben over de kleur van het vel van Trump? Ik vertel liever waarom hij doet wat hij doet. Dat vind ik veel interessanter. En tijdlozer.”

Neem je dan al eens vakantie, al dan niet in je hoofd?

“Ik probeer dat soms, maar als ik een idee heb, kan ik dat moeilijk loslaten. Daarom werk ik ook niet meer thuis, maar in een bureau in Brugge, dat ik deel met Jasper van het Groenewoud en Sammy Slabbinck. We zitten apart, maar kunnen ook bij elkaar eens aankloppen, om een mening te vragen of om te brainstormen.”

200 meter verhuisd

David verhuisde vorig jaar, maar bleef in Sint-Andries. “Eigenlijk zijn we 200 meter verderop gaan wonen. We hadden niet eens een camionette moeten huren, maar ja… Je kan toch moeilijk met een kast te voet over een rotonde gaan. Of ik daar nu liever woon? Goh, ik woonde ook graag in mijn vorige huis. Ik zag wel tegen de verhuizing op omdat je dan al die bucht in dozen moet steken, maar eigenlijk is dat opruimen wel goed. Dat werkt therapeutisch.”

Dan zie ik ook al eens De Halve Waarheid passeren, een account op Instagram, waarbij je met Sammy quotes uit ‘vakbladen’ verknipt tot absurde artikels…

“Als je boekjes als Story of Dag Allemaal leest, dan denk je wel eens: ‘wat voor zever staat hier nu in?’. Dat verknippen is een mooi voorbeeld van een leuk idee, maar eenmaal ik het gedaan had, had ik het alweer gezien. Bovendien werd ik daar mottig van, elke week die boekjes lezen.”

En dan vraagt je vrouw ‘s avonds of het een productieve werkdag was.

“Ik heb in Dag Allemaal geknipt. Voor mijn werk.”

En wat heeft het opgebracht?

“Niks. Twee likes. Allez, ga maar naar de slager met je likes.”

“Mijn zoon heeft een grote bullshitdetector. Ik herken veel van mezelf in hem.”

Hoe gaat je vrouw daarmee om?

“Zij heeft veel meer structuur. Op dat vlak verschillen we enorm, want bij mij is het altijd chaos in mijn hoofd. Maar het is pas als zij mijn sleutels ergens anders gelegd heeft, dat ik ze niet meer vind. Mijn vrouw is mijn houvast. Mocht ik samen zijn met iemand zoals ik, dan zaten we thuis vast met ratten.”

“Als de zombies komen ben ik vet met mijn twee kroppen sla”

Ben je een moeilijke mens om mee samen te leven?

“Mijn vrouw zegt van wel, ik vind dat het meevalt. Weet je, ik heb onlangs een theorie ontwikkeld dat niemand dom is, maar dat er gewoon andere delen van de hersenen ontwikkeld zijn. Bij mij is in elk geval niet het gedeelte waarbij je je sokken moet opruimen. Niet dat ik een vuilaard ben, nee, mijn vrouw is gewoon te proper. Het is haar schuld, het is allemaal haar schuld! Kijk, daar ben ik goed in: dat stuk van mijn hersenen is goed ontwikkeld.” (lacht)

Lijken je kinderen op jou?

“Vooral mijn zoon heeft alle kenmerken die ik ook had als kind. Dan vloek ik al eens tegen mijn moeder en antwoordt ze dat ik dat ook deed: mijn eigen gedacht. Ze denken dat hij ADHD heeft, maar wat is ADHD? Als je niet past in het systeem van vandaag. Weet je wat het is? Mijn zoon heeft een grote bullshitdetector. Alles wat in zijn ogen onbelangrijk is, zoals ‘s morgens op tijd op school zijn of je sokkenoprapen, doet hij niet. “

“En hij maakt zich daar weinig zorgen in. Ik ben eigenlijk ook zo: ik heb wel stress, maar ik ben altijd overtuigd dat het goed komt. Op dat vlak ben ik ook een echt zondagskind. Onlangs hoorde ik een lezing van een professor die opmerkte dat we geen idee hebben hoe de wereld er gaat uitzien in 2060 en dat flexibiliteit dus het beste is wat we onze kinderen kunnen aanleren.”

“Mijn vrouw is mijn houvast. Mocht ik samen zijn met iemand zoals mij, dan zaten we thuis met ratten.”

Is er bij jou dan een plan B?

“Goh, als het niet meer lukt, dan ga ik desnoods weer naar een transportfirma. Desnoods achter de vuilkar, wat ik ook een edel beroep vind. Je maakt de wereld weer een beetje properder. Er zijn zoveel mensen die tegen hun goesting werken. Daarom denk ik dat het basisinkomen wel een goed idee zou zijn, omdat mensen meer zouden kiezen uit goesting en minder voor het geld. En dat het misschien wel meer gelukkige mensen zou opleveren.”

Er zit echt een wereldverbeteraar in jou, hé?

“Godverdomme, ja. Ik heb graag dat de mensen gelukkig zijn. Daarom wil ik dat ze ook met een goed gevoel naar huis gaan na een show.”

Staan er nog zaken op je verlanglijstje?

“Ik had het er onlangs toevallig over op café. Een eigen serie, een serre om tomaten te kweken en een vrouw van 25 in haar blootje zien. Ik heb al een serre. (lacht) Dat moestuinieren is ook zo’n teken van de tijd, omdat we allemaal lijken te vrezen voor de apocalyps. Maar als het zover is, en de zombies komen, dan ben ik er vet mee, met mijn twee kroppen sla en vier tomaten…”

“Een basisinkomen zou geen slechte zaak zijn, omdat mensen meer voor de goesting dan voor het geld zouden kiezen.”

STRANDVRAAGJES

IJsje of wafel?

“Een ijsje. Zonder koekje, in een potje, want ik heb een koekjestrauma opgelopen. Toen ik klein was, begin de jaren tachtig, huurde mijn grootmoeder een huisje in Blankenberge. Ik heb daar fantastische herinneringen aan. Elke avond gingen we een ijsje eten, maar mijn grootmoeder dacht dat ik daarvoor nog te klein was. Terwijl mijn broers een crème binnenspeelden, kreeg ik dus alleen maar een koekje. Dat heb ik pas later beseft, en onbewust is dat de reden dat ik nu altijd enkel een bolletje ijs wil. Ik heb genoeg koeken gegeten.”

Favoriete strand?

“Het liefst vertoef ik in het deel tussen Zeebrugge en Blankenberge, daar is een heel stuk waar er niets is. Strand zoals het moet zijn: een prachtig zicht en rust. Ik hou het hele jaar door van de zee. Alle seizoenen hebben hun charme. Nu is het wat kouder, maar je hebt het strand dan voor jou alleen. En in de zomer zijn er tetten.” (lacht)

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

Nieuwe tv-reeks in de maak?

David schrijft samen met Bart Vanneste ofte Freddy De Vadder, acteur Wouter Bruneel en journalist Tim F. Van der Mensbrugghe aan een nieuwe reeks. “Barichara, naar een dorp in Colombia, is de werktitel. De serie brengt het verhaal van een groep backpackers die zich beter voordoen dan ze zijn, maar uiteindelijk toch met zichzelf worden geconfronteerd. Ze denken de wereld te kennen, maar ze blijven toeristen. Omdat we nog aan het schrijven zijn, moeten we nog contact opnemen met zenders en productiehuizen. We kijken ook over de grenzen heen, dus kan het misschien rechtstreeks met een streamingdienst als Netflix. We zien wel, maar we zijn ambitieus, ja.”

Wie is David Galle?

David Galle werd geboren in Menen op 2 december 1980 en groeide op in Wervik. Hij heeft nog twee broers. Met zijn vrouw An Ureel heeft hij twee kinderen: Sem (8) en Nora (6). Het gezin woont in Sint-Andries.

In 2001 zette hij zijn eerste stappen in de comedy. Een paar jaar later maakte hij zijn debuut op televisie en won hij ook de Comedy Casino Cup. In 2010 ging zijn eerste avondvullende show D in première.

David was in tal van panelshows te zien. In 2015 maakte hij zijn debuut als acteur in Bevergem. Vandaag try-out hij zijn vierde show en schrijft hij ook mee aan een nieuwe televisieserie.

“Ja sorry, ik ga veel toten trekken, denk ik”, verontschuldigt David zich al meteen bij onze fotograaf op het verlaten strand van Zeebrugge. Bij elke pose hoort wel een mopje of een kwinkslag. Velen doen dat omdat ze niet erg vertrouwd zijn met een camera, maar David is allesbehalve nerveus. Meer nog: hij is gewoon een gelukkig mens, iemand die weinig zaken moeilijker maakt dan ze zijn. En die tegelijkertijd openhartig de geniale eenvoud in hele kleine dingen blootlegt, altijd maar weer. “Voor mij is de zee meer dan de zon en het strand”, zegt hij terwijl hij de zeegeur opsnuift. “Garnaalvissers bijvoorbeeld vind ik de max. Of de geur van de vissen aan de vistrap in Oostende, machtig. Al moet ik altijd lachen met mensen die naar zee komen ‘om er vis te eten’ en dan gerookte zalm bestellen. Of scampi.”

Kwam je hier vaak als kind?

“Ik ben van Wervik, dus reden we altijd langs die oude betonweg naar De Panne. Zo’n heel droge rit, zeker bij het terugkeren. Toen weerklonken de provinciale voetbaluitslagen. Wervik. Roeselare. Twee. Nul. En dat ging maar door. Daar zat ik dan in het midden, tussen mijn twee broers in. Ik was ook altijd diegene die aan het putje van het bad zat of onder de lekkende kraan. Ik was altijd gesjareld. (lacht) Nee, ik heb een heel geestige jeugd gehad. Mijn ouders zijn nooit gescheiden, we hadden weides om in te spelen, bomen om in te klimmen en we gingen op reis naar de camping. Mijn vader was ook iemand zoals ik: hij deed altijd waar hij goesting in had. Hij was postbode. Begon om 5 uur met werken en stopte om 12 uur. Daarna deed hij de hele namiddag waar hij zin in had. Hij had een atelier waarin hij van alles laste, van aanhangwagens tot koetsen en kunstwerken. Foefelen noemde hij het. Maar ik heb vooral van hem geleerd dat als je een idee in je hoofd hebt, dat gewoon moet doen. Veel mensen zeggen: ‘ik zou graag nog eens’ of ‘we zouden eens moeten’… Wel, doe het dan, denk ik.”

Toch duurde het een hele tijd voor je zelf je goesting deed.

“Ik heb eerst hotelschool gevolgd, maar ik wilde nooit in het weekend werken. Valt dat nu even tegen. Ik wilde eigenlijk naar de filmschool, maar mijn ouders zagen daar geen toekomst in. Dus ben ik journalistiek gaan volgen, maar dat was ook niets voor mij. Daarna deed ik regentaat. Op een gegeven moment zat ik in mijn stamcafé, De Bierpompe in Wervik, toen een maat binnenkwam die als declarant werkte bij de douane in Moeskroen en naar eigen zeggen goed verdiende. Dus trok ik naar het interimkantoor en wees dat bordje aan in de vitrine. Het bleek uiteindelijk het verkeerde te zijn dat ik had aangewezen… Ik wist al van zodra ik op die transportfirma aankwam, dat het niets voor mij zou zijn. Het was alsof mijn leven gedaan was: zo’n grijze transportzone en een bureau met tl-lampen… fuck, moet ik dat de rest van mijn leven doen, dacht ik. Ik heb het uiteindelijk vijf jaar gedaan. En toen we naar Brugge verhuisden, vond ik hier in Zeebrugge werk. Eigenlijk heb ik van mijn 20ste tot mijn 30ste gewerkt in een dwaas bureau en mijn beste jaren verspild, maar intussen heb ik wel tien jaar lang mijn huis kunnen afbetalen. Maar je krijgt dat mee van thuis, dat gezond boerenverstand. En je moet wérken. En het moet zéér doen.”

Nieuwe tv-reeks in de maak?

David schrijft samen met Bart Vanneste ofte Freddy De Vadder, acteur Wouter Bruneel en journalist Tim F. Van der Mensbrugghe aan een nieuwe reeks. “Barichara, naar een dorp in Colombia, is de werktitel. De serie brengt het verhaal van een groep backpackers die zich beter voordoen dan ze zijn, maar uiteindelijk toch met zichzelf worden geconfronteerd. Ze denken de wereld te kennen, maar ze blijven toeristen. Omdat we nog aan het schrijven zijn, moeten we nog contact opnemen met zenders en productiehuizen. We kijken ook over de grenzen heen, dus kan het misschien rechtstreeks met een streamingdienst als Netflix. We zien wel, maar we zijn ambitieus, ja.”

Over werk gesproken: waarover gaat je nieuwste show ‘Erover’?

“Over grensoverschrijdend gedrag, maar niet in de zin waar vandaag veel over te doen is. Ik vind dat de mensen heel erg egoïstisch zijn geworden. Zoals allerlei bucht aan de glascontainer laten staan, die een ander dan moet opruimen. Dan denk ik: doe eens wat moeite. Mijn vorige show ging over het feit dat iedereen moet zijn wie hij is en dat een ander daar niet over moet zagen. Nu wil ik duidelijk maken dat er daar wel grenzen aan zijn. Je kan niet zomaar alles doen en er een ander mee in de zak zetten.”

qsdf
qsdf

Met alle respect, maar dreig je dan niet als een oude zaag te klinken?

“Misschien ben ik wel op die leeftijd gekomen, hé? Als ik op Instagram zie dat 16-jarigen foto’s van hun wenkbrauwen nemen… Maar Erover is niet met een chagrijnige ingesteldheid gemaakt, integendeel. Ik voel ook dat ik eerder verhalen wil vertellen. Misschien is dat klassiek vat van kluchten ook op en moeten we dieper graven om humor te vinden, van banale zaken toch originele grappen maken. Wij zijn zo’n beetje de moderne filosofen, zeker?”

“Misschien is dat klassieke vat met kluchten wat op”

Bij wie het constant maalt in het hoofd.

“Ja, maar ik zou ook niets anders kunnen doen. Ik ben de jongste van drie en ik was ook op school altijd het buitenbeentje. Ik had wel vrienden, maar als klein ros mannetje stond ik altijd wat buiten de groep, iedereen te observeren. Dat en een zekere nood aan aandacht zorgen ervoor dat ik hou van op een podium te staan, waarbij iedereen moet zwijgen en luisteren naar mij. (glimlacht) Dat heeft overigens niets met ego te maken. Je graaft in jezelf en legt je eigen drijfveren bloot. Onlangs vroeg een journalist waarom ik niets breng over de actualiteit. Moet ik het hebben over de kleur van het vel van Trump? Ik vertel liever waarom hij doet wat hij doet. Dat vind ik veel interessanter. En tijdlozer.”

Neem je dan al eens vakantie, al dan niet in je hoofd?

“Ik probeer dat soms, maar als ik een idee heb, kan ik dat moeilijk loslaten. Daarom werk ik ook niet meer thuis, maar in een bureau in Brugge, dat ik deel met Jasper van het Groenewoud en Sammy Slabbinck. We zitten apart, maar kunnen ook bij elkaar eens aankloppen, om een mening te vragen of om te brainstormen.”

200 meter verhuisd

David verhuisde vorig jaar, maar bleef in Sint-Andries. “Eigenlijk zijn we 200 meter verderop gaan wonen. We hadden niet eens een camionette moeten huren, maar ja… Je kan toch moeilijk met een kast te voet over een rotonde gaan. Of ik daar nu liever woon? Goh, ik woonde ook graag in mijn vorige huis. Ik zag wel tegen de verhuizing op omdat je dan al die bucht in dozen moet steken, maar eigenlijk is dat opruimen wel goed. Dat werkt therapeutisch.”

Dan zie ik ook al eens De Halve Waarheid passeren, een account op Instagram, waarbij je met Sammy quotes uit ‘vakbladen’ verknipt tot absurde artikels…

“Als je boekjes als Story of Dag Allemaal leest, dan denk je wel eens: ‘wat voor zever staat hier nu in?’. Dat verknippen is een mooi voorbeeld van een leuk idee, maar eenmaal ik het gedaan had, had ik het alweer gezien. Bovendien werd ik daar mottig van, elke week die boekjes lezen.”

En dan vraagt je vrouw ‘s avonds of het een productieve werkdag was.

“Ik heb in Dag Allemaal geknipt. Voor mijn werk.”

En wat heeft het opgebracht?

“Niks. Twee likes. Allez, ga maar naar de slager met je likes.”

“Mijn zoon heeft een grote bullshitdetector. Ik herken veel van mezelf in hem.”

Hoe gaat je vrouw daarmee om?

“Zij heeft veel meer structuur. Op dat vlak verschillen we enorm, want bij mij is het altijd chaos in mijn hoofd. Maar het is pas als zij mijn sleutels ergens anders gelegd heeft, dat ik ze niet meer vind. Mijn vrouw is mijn houvast. Mocht ik samen zijn met iemand zoals ik, dan zaten we thuis vast met ratten.”

“Als de zombies komen ben ik vet met mijn twee kroppen sla”

Ben je een moeilijke mens om mee samen te leven?

“Mijn vrouw zegt van wel, ik vind dat het meevalt. Weet je, ik heb onlangs een theorie ontwikkeld dat niemand dom is, maar dat er gewoon andere delen van de hersenen ontwikkeld zijn. Bij mij is in elk geval niet het gedeelte waarbij je je sokken moet opruimen. Niet dat ik een vuilaard ben, nee, mijn vrouw is gewoon te proper. Het is haar schuld, het is allemaal haar schuld! Kijk, daar ben ik goed in: dat stuk van mijn hersenen is goed ontwikkeld.” (lacht)

Lijken je kinderen op jou?

“Vooral mijn zoon heeft alle kenmerken die ik ook had als kind. Dan vloek ik al eens tegen mijn moeder en antwoordt ze dat ik dat ook deed: mijn eigen gedacht. Ze denken dat hij ADHD heeft, maar wat is ADHD? Als je niet past in het systeem van vandaag. Weet je wat het is? Mijn zoon heeft een grote bullshitdetector. Alles wat in zijn ogen onbelangrijk is, zoals ‘s morgens op tijd op school zijn of je sokkenoprapen, doet hij niet. “

“En hij maakt zich daar weinig zorgen in. Ik ben eigenlijk ook zo: ik heb wel stress, maar ik ben altijd overtuigd dat het goed komt. Op dat vlak ben ik ook een echt zondagskind. Onlangs hoorde ik een lezing van een professor die opmerkte dat we geen idee hebben hoe de wereld er gaat uitzien in 2060 en dat flexibiliteit dus het beste is wat we onze kinderen kunnen aanleren.”

“Mijn vrouw is mijn houvast. Mocht ik samen zijn met iemand zoals mij, dan zaten we thuis met ratten.”

Is er bij jou dan een plan B?

“Goh, als het niet meer lukt, dan ga ik desnoods weer naar een transportfirma. Desnoods achter de vuilkar, wat ik ook een edel beroep vind. Je maakt de wereld weer een beetje properder. Er zijn zoveel mensen die tegen hun goesting werken. Daarom denk ik dat het basisinkomen wel een goed idee zou zijn, omdat mensen meer zouden kiezen uit goesting en minder voor het geld. En dat het misschien wel meer gelukkige mensen zou opleveren.”

Er zit echt een wereldverbeteraar in jou, hé?

“Godverdomme, ja. Ik heb graag dat de mensen gelukkig zijn. Daarom wil ik dat ze ook met een goed gevoel naar huis gaan na een show.”

Staan er nog zaken op je verlanglijstje?

“Ik had het er onlangs toevallig over op café. Een eigen serie, een serre om tomaten te kweken en een vrouw van 25 in haar blootje zien. Ik heb al een serre. (lacht) Dat moestuinieren is ook zo’n teken van de tijd, omdat we allemaal lijken te vrezen voor de apocalyps. Maar als het zover is, en de zombies komen, dan ben ik er vet mee, met mijn twee kroppen sla en vier tomaten…”

“Een basisinkomen zou geen slechte zaak zijn, omdat mensen meer voor de goesting dan voor het geld zouden kiezen.”

STRANDVRAAGJES

IJsje of wafel?

“Een ijsje. Zonder koekje, in een potje, want ik heb een koekjestrauma opgelopen. Toen ik klein was, begin de jaren tachtig, huurde mijn grootmoeder een huisje in Blankenberge. Ik heb daar fantastische herinneringen aan. Elke avond gingen we een ijsje eten, maar mijn grootmoeder dacht dat ik daarvoor nog te klein was. Terwijl mijn broers een crème binnenspeelden, kreeg ik dus alleen maar een koekje. Dat heb ik pas later beseft, en onbewust is dat de reden dat ik nu altijd enkel een bolletje ijs wil. Ik heb genoeg koeken gegeten.”

Favoriete strand?

“Het liefst vertoef ik in het deel tussen Zeebrugge en Blankenberge, daar is een heel stuk waar er niets is. Strand zoals het moet zijn: een prachtig zicht en rust. Ik hou het hele jaar door van de zee. Alle seizoenen hebben hun charme. Nu is het wat kouder, maar je hebt het strand dan voor jou alleen. En in de zomer zijn er tetten.” (lacht)

Bakken of spelen?

“Ziet ge mij al in de zon liggen? Eigenlijk maak ik wel graag zandkastelen met mijn gasten. Om dan te merken dat het water aan het wegtrekken is. Ik begrijp het verschijnsel van eb en vloed niet, vrees ik.” (lacht)

Frigobox of restaurant?

“Gaan eten. Ik heb niet meteen een favoriet restaurant, ik ben geen moeilijke eter ook. Ik eet alles, al ben ik geen fan van saai eten. Mijn vrouw houdt van de klassieke Vlaamse boerenkost, maar ik wil liever iets met veel kleur.”

Zwembroek of naakt?

“Ik heb nog nooit in mijne bloten gezwommen. Niet dat ik preuts ben, maar… mijn vrouw is te knap. Op een naaktstrand gaan ze allemaal kijken naar haar en ik ga dat niet kunnen verdragen. Ik heb ook wat het vooroordeel dat het niet meteen de knapste mensen zijn die daar gaan liggen.”

Dagtoerist of vakantieganger?

“Ik ben niet echt een reiziger, ik ga liever naar de Ardennen of met de tent naar de Ardèche. Veel vrienden hebben verre reizen gemaakt, terwijl wij altijd voor praktische zaken gekozen hebben, zoals ons eerste huisje. Ik heb daar geen spijt van, nee. Eén keer zijn we naar Kreta geweest, op huwelijksreis. Mijn vrouw was net zwanger… gekotst dat ze heeft!” (lacht)

Wie is David Galle?

David Galle werd geboren in Menen op 2 december 1980 en groeide op in Wervik. Hij heeft nog twee broers. Met zijn vrouw An Ureel heeft hij twee kinderen: Sem (8) en Nora (6). Het gezin woont in Sint-Andries.

In 2001 zette hij zijn eerste stappen in de comedy. Een paar jaar later maakte hij zijn debuut op televisie en won hij ook de Comedy Casino Cup. In 2010 ging zijn eerste avondvullende show D in première.

David was in tal van panelshows te zien. In 2015 maakte hij zijn debuut als acteur in Bevergem. Vandaag try-out hij zijn vierde show en schrijft hij ook mee aan een nieuwe televisieserie.