Greet Verstraete: “Ik kijk met een zekere zachtheid naar mezelf”

Bert Vanden Berghe

Ons laatste picknickinterview is al even atypisch als de gaste in kwestie. Actrice Greet Verstraete maakt indruk op de planken, in tal van televisieseries en met haar eigenzinnige manier van denken. “Je bent pas goed bezig als je content bent met wat je doet.”

“Kijk, zo doe ik dat”, grijnst Greet, terwijl ze de tafel tot bij het hotelbed schuift en ze in één beweging haar schoenen uitschopt. Momenteel heeft ze opnames voor Beau Séjour II in Zeebrugge, dus verblijft ze regelmatig op hotel. En dan mag een sushischotel niet ontbreken, zegt ze. Het is avond en allesbehalve picknickweer, maar een zacht hotelbed is een meer dan waardig alternatief.

Greet blijkt een spraakwaterval te zijn, zeker als het over haar vak gaat, maar valt verrassend genoeg stil bij een van de eerste vragen, als we het hebben over het West-Vlaams dat ze spreekt in de serie en dus logischerwijze ook over haar roots, diep in de Westhoek. Ze let op haar woorden, want wil niemand schofferen. Er valt eigenlijk niks te schofferen, klinkt het aarzelend. Maar het is duidelijk dat Greet al heel snel wist dat haar ambities en dromen elders lagen, ver van de Westhoek. Net als die van haar zus Ann. “Een therapeute die nu haar eigen praktijk opstart in Gent. Dat is inderdaad heel ver weg van de stiel van onze ouders, die boeren waren.”

Hoe kreeg je dat thuis uitgelegd?

“Eigenlijk hebben we niks uitgelegd, we hebben het gewoon gedáán. (denkt na) Ik denk dat mijn zus en ik het allebei nodig hadden om een soort nieuwe start te nemen, op een nieuwe plek. En eigenlijk verschillen we niet zoveel van elkaar. We zijn allebei heel erg gefascineerd door de zoektocht naar hoe een mens in elkaar zit. Wat is de gedachtegang van iemand? Wat zorgt ervoor dat iemand in staat is om bepaalde dingen te doen? Ik snap dat je die vraag stelt. Maar voor mijn zus en ik was het een soort evidentie. Daar werden uiteindelijk niet veel vragen bij gesteld. En dat bracht wel een goeie dynamiek met zich mee, of een soort overlevingsstrijd. Ik ging alleen wonen en iets studeren wat ik totaal niet kende ook, maar voelde dat dat het juiste was om te doen.”

Greet Verstraete:

Vanwaar die interesse voor acteren?

“Geen idee. Ik was als kind altijd al wat dromerig, melancholisch ook. Ik had veel fantasie, lette nooit op op school, had altijd slechte punten. Ik merk dat mijn brein anders in elkaar zit. Dat heeft niets te maken met intelligentie, eerder met… een ander soort intelligentie. Ik zat met mijn kop altijd ergens anders. Ik weet nog dat we op schoolreis gingen naar een kasteel. Die blaadjes die je moest invullen met koningen en jaartallen, dat kon me gestolen worden.”

Ergens is er een moment geweest dat ik dacht: maar wat wil ík nu in het leven

“Ik wilde er gewoon rondlopen, opgaan in de magie van het kasteel. En nog het liefst alleen. Ik ben uiteindelijk naar de kunsthumaniora in Brugge gegaan, woonde in het vijfde middelbaar al alleen ook, en deed daarna de toelatingsproef aan de toneelschool van Gent. Toen dat niets werd, verhuisde ik naar Antwerpen. Daar heb ik een jaar gewerkt in de Schouwburg en heb ik er elke voorstelling gezien. Ik deed daarna toelatingsproeven in Maastricht en Amsterdam. Ik werd aangenomen voor alle twee de toneelscholen, maar koos uiteindelijk voor Amsterdam, waar ik vier jaar heb gewoond.”

Je doet het wel makkelijk klinken…

“Misschien lijkt dat zo, maar na mijn tweede jaar ben ik stevig gecrasht. Het begon met een klierkoortsaanval en het ging van kwaad naar erger. Ik vermoed dat het vroeg volwassen worden me toen de prijs heeft doen betalen. Die klierkoorts mondde uiteindelijk uit in een soort chronisch vermoeidheidssyndroom. Ik ben toen gestopt met school, teruggekeerd naar Antwerpen en kon bijna niks anders doen dan slapen. Ik heb een paar jaar nodig gehad om weer op mijn plooi te komen. Na een jaar keerde ik voorzichtig terug naar de Theaterschool en ik was blij mijn studie te kunnen afmaken.”

Greet Verstraete:

Wat heb je uit die periode geleerd?

“Een soort overgave. Aanvaarden dat ik andere noden heb, tegen een ander tempo leef.”

Je bent een plantrekker, maar ben je ook een soort einzelgänger?

“Ik heb veel nood aan alleen zijn, maar ik vind het ook belangrijk om omringd te worden door warme vriendschappen. Binnen mijn vriendenkring begrijpen ze dat heel goed als ik iets afzeg, of vroeger naar huis ga. Maar zoals nu, alleen op hotel zitten, daar heb ik geen moeite mee. Integendeel zelfs.”

Ik was als kind altijd dromerig, melancholisch ook

Ik heb het gevoel dat ik je teleurstel met mijn antwoorden, zegt ze opeens. Ik moet lachen. Ze weet dat haar gedachten soms verschillende kanten uitschieten en als ze eerlijk is, zo zegt ze, is de band met West-Vlaanderen niet zo groot.

Maar wel groot genoeg, want ik heb toch de indruk dat je ‘preus’ bent op je West-Vlaams.

“Absoluut. Daar liggen mijn roots. De plek waar iemand vandaan komt, bepaalt veel. Om niet te zeggen: alles. Ik ben eigenlijk erg dankbaar dat ik kom van waar ik kom. Alles wat ik nu doe, heb ik zelf kunnen ontdekken. Er waren geen verwachtingen omdat onze kast thuis niet vol stond met boeken of platen. Ik ervaar het als iets verrijkends om zelf in mijn eentje die weg of zoektocht te mogen afleggen. Ik heb dat blijkbaar nodig. Geen idee van waar dat komt.”

qsdf
qsdf

Kan je trots zijn op jezelf?

“Waarom vraag je dat?”

Af en toe moet je vast tegen jezelf zeggen dat je goed bezig bent.

“Dat is waar, maar wat is goed bezig zijn? De enige graadmeter die ik heb, is: ben ik wel content? Ik voel mij ‘s ochtends een gelukzak als ik mag opstaan om iets te doen wat ik onwaarschijnlijk graag doe en waar ik voldoening uithaal. Goed bezig ben je pas als je content bent en voelt dat je iets aan het leren bent.”

Heb je dat gevoel, dat je nog veel moet leren?

“Tuurlijk, ik heb het gevoel dat ik nog maar net begonnen ben. Hoe meer ik doe, hoe meer ik ontdek dat er nog veel te leren valt. Ik kijk vaak op de monitor na een take, om te zien wat ik aan het doen was. Soms zie ik dingen terug waarvan ik denk: shit, volgende keer moet ik dat anders doen. Of ik streng ben voor mezelf? Het is met een bepaalde zachtheid dat ik daarnaar kijk. Ook als ik achteraf iets terugzie. Het was op dat moment het beste wat ik kon doen. En ik leg me daar volledig bij neer. Als je je best doet, dan ben je, euh, goed bezig. Denk ik.” (lacht)

qsdf
qsdf

Je hebt ook geen schrik om jezelf te tonen, als je begrijpt wat ik bedoel.

“Ik vind een speler altijd goed als hij met een bepaalde overgave speelt, of niks probeert te verstoppen. Jezelf laten zien, dat moet je echt dúrven. Want met een camera erbij ben je altijd geneigd om je van je schoonste kant te laten zien. Maar als je dat niet doet, dan levert dat een zekere kwetsbaarheid op. Er is niets zo eng als dat toe te laten. In Beau Séjour II draag ik bijvoorbeeld geen make-up.”

Ook ‘Gent-West’ was niet bepaald flatterend voor jou. Kies je daar bewust voor?

“Ik kies daar gráág voor. Instagram en Facebook staan al vol met opgesmukte mensen. Ik denk dat er nood is aan wat meer echtheid. Ik vind het in elk geval inspirerend als ik zulke mensen zie. Want als je niks verstopt, heb je niks te verliezen. En voor mij persoonlijk gaat mijn job ook daarover.”

Je maakt in elk geval indruk. Jan Hammenecker sprak een tijd geleden vol lof over je en Tom Vermeir gaf onomwonden mee dat hij voor ‘Beau Séjour II’ had toegezegd omdat jij meedeed.

(bloost) “Da’s lief. Ik denk dat je nu wel mensen opnoemt die ook superinteger zijn. Die misschien ook wat dezelfde zoektocht afleggen. Dan klikt het wel. En als je tijdens je job veel moet wachten of intieme scènes moet delen, dan leer je elkaar wel écht kennen op heel korte tijd.”

En jouw zoektocht? Heb je een zekere bestemming?

“Ik heb geen zin om daarop te focussen. Ik laat me liever onderweg verrassen. Je daaraan overgeven, is geweldig. (denkt na) Dat heb ik geleerd, tijdens de toneelschool, toen het minder ging. Ik zag het niet als een aanslag op mijn lichaam, maar eerder als een liefdevol signaal van mijn systeem. Dat zei: wil je nu efkes kalm aan doen, alsjeblieft?”

Superveel van jezelf laten zien als speler, dat moet je echt durven

“Daarbij, ik geloof niet echt in toeval. Ik merk dat alles wat op mij afkomt, blijkbaar nodig is. Zelfs periodes waarin je minder werk hebt of stukken waar je niet zeker over bent, dat zijn ook zaken waar ik achteraf van zeg: dat was blijkbaar ook nodig om mee te maken en van te leren.”

Dat is toch een gevolg van dat typisch West-Vlaamse trekje: zwijgen en voortdoen.

Zwiegen en deuredoen… hetzelfde met Oe ist?. ‘Goed zeker, of ‘t zal wel moeten, of het zijn lange dagen’. Ergens is daar een moment geweest dat ik gedacht moet hebben: waar vind ík dat het leven over moet gaan? Wat is mijn droom?”

Zijn er dingen die je niet meer zou doen vandaag?

“Na een draaidag nog ‘s avonds een voorstelling spelen. Die combinatie, dat lukt niet meer. Daarvoor ben ik te veel een…”

qsdf
qsdf

Controlefreak?

“Dat is nog maar sinds een paar jaar dat ik dat durf toe te geven. Het lijkt alsof ik veel durf en niet op mijn mond ben gevallen. Maar ik maak graag een kader voor mezelf waarbinnen het veilig is. Ik kan geen twee dingen tegelijk en als het op is, is het op. Ik heb mijn focus, rust en slaap nodig. Vroeger zou ik dan gepanikeerd hebben en me meer in bochten gewrongen hebben. Nu doe ik dat niet meer, misschien is het een vorm van controle, ik ervaar het vooral als zelfzorg.”

Kan je de knop omdraaien tussen twee projecten? Of wat doe je dan als ontspanning?

“Goeie vraag. Scènes voorbereiden voelt niet aan als werken, integendeel. Dat is alsof je een goed boek leest. Ik ben voor Beau Séjour II zo’n tien dagen op een berg in Spanje gaan zitten. Wandelen, in de zon zitten, lekker eten en die rol voorbereiden. Ik heb die afzondering nodig. Dat gaat altijd beter elders dan thuis. Ik ben een jaar geleden verhuisd en heb vanuit mijn bureau zicht op het park en toch ga ik liever naar een of ander café, waar er veel te luid gepraat en gedronken wordt.” (lacht)

Er valt inderdaad iets te zeggen over dat brein van jou…

“Weet je, toen ik mijn rol in Beau Séjour II aan het voorbereiden was, vond ik ook dat ik alle sifons in huis moest poetsen voor ik aan dat scenario kon beginnen. Ik ben er vrij zeker van dat het een vorm van faalangst is. Zolang ik er niet aan begin, kan ik niets verkeerd doen. En als je op café zit, kan je de sifons niet poetsen. Daarom ging ik met mijn scenario naar Spanje. Daar waren geen sifons om te poetsen.” (giert het uit)

Wie is Greet Verstraete?

– Greet Verstraete (36) werd geboren in Merkem en groeide op in een landbouwersfamilie. Ze heeft nog een zus Ann. Vandaag woont ze in Antwerpen.

– Ze deed de lagere school in Merkem, trok daarna naar Ieper en volgde nog later kunsthumaniora in Brugge. In Amsterdam ging ze naar de Toneelschool, waar ze in 2008 afstudeerde.

– Greet staat regelmatig op de theaterplanken (Compagnie Cecilia, theater Zuidpool en Toneelhuis). Ze was te zien in series als De Ronde, Het Goddelijke Monster, Deadline 14/10, Deadline 25/5, Cordon en Gent West. Ze speelde ook in de films Belgica en Het Tweede Gelaat en is nu te zien in Muidhond van Patrice Toye. Dit najaar schittert ze in de serie De Twaalf en volgend voorjaar in Jan De Lichte en De Bunker op VTM. Het jaar daarop is ze te zien in Beau Séjour II. Volgend jaar speelt ze ook bij het NNT in Groningen.

“Melancholie is troostend”

Greet Verstraete heeft naar eigen zeggen weinig helden, ze kijkt vooral hard op naar gepassioneerde mensen. “Wie mij vroeger inspireerde? Niemand bijzonder. Ik kon soms wel heel vaak dezelfde film opnieuw bekijken, zeker fragmenten die een soort van triestig waren. Ik denk dat ik als kind Le Huitième Jour wel honderd keer heb gezien. Ik snap zelf niet waarom. Ik vermoed dat ik dat gevoel van melancholie als supertroostend ervaar en vroeger ook bewust opzocht, zonder dat ik daar per se ongelukkig van werd. En momenteel zit ik in een Isabelle Hupert-trip. La Dentellière, een film uit 1977, is voor mij hét voorbeeld van de meest eerlijke vorm van spelen. Heel ontwapenend. Alsof je rechtstreeks in haar hart kan kijken. Mia Wasikowska is ook zo’n inspirerende figuur.”