De Wondere Wereld van Luc: koken is religie

Luc Dufourmont

Echt rustig is het nooit in het hoofd van Luc Dufourmont. Sommigen noemen het een afwijking, anderen een gave. In deze column neemt hij ons elke week even mee in zijn denkwereld. Soms grappig en dan weer intriest, maar altijd recht uit het hart en met een flinke dosis buikgevoel.

Of ik gelovig ben?Moeilijke vraag, veel mensen uit mijn entourage kunnen hier zonder dralen met ‘ja’ of ‘nee’ op antwoorden. Voor mij blijft dat een moeilijke vraag. Opgevoed in een plattelandsgemeente in een doorsnee katholiek gezin. Moeder zong in het kerkkoor tot ze bijna tachtig was.

Verplichte wekelijkse hoogmis tot we 14 lentes waren. Vader kon ons goed de indruk geven dat hij elke zondag naar de mis ging maar ik zag er hem nooit. “Ik ben naar de vroegmis geweest…” was zijn wekelijkse excuus en hij dook het bad in voor twee uur.

Op een dag vroeg ik hem waar de preek over ging in de achtuurmis. “Ik moet in slaap zijn gevallen”, sprak hij. Toen wist ik het, behalve de begrafenissen van klanten, familie en kennissen was Paul geen kerkganger. Als er een gezongen mis was met de nieuwste hits van het Rekkemse koor was hij wel verplicht te gaan van ons moeder. Dan zette hij wat opnameapparatuur in het oksaal en registreerde het Rekkemse koor op geluidsdrager. Als we onze ogen dichtdeden konden we goed de sopraan van mama Françoise ontwaren, ik imiteerde haar soms ‘s middags aan de zondagsdis wat tot algemene hilariteit leidde. Moeder veinsde toen boos te zijn tot ook zij uiteindelijk in lachen uitbarstte.

Of ik gelovig ben? Als geloof liefde is dan ben ik uiteraard gelovig. En als ik één ding met veel liefde doe dan is het koken. Het begint al als ik ‘s ochtends ontwaak. In de plaats van een ochtendgebed probeer ik me voor te stellen welke eetwaren we nog in huis hebben en overloop ik in virtuele zin de voorraadkasten, frigo’s en diepvries.

Als een priester bereid ik de maaltijd voor

Als ik een maaltijd in gedachten heb ga ik op het net kijken hoe Piet en Jeroen die klaarmaken. Ik neem er ook het kookboek van de vrouwenbond graag even bij. Aansluitend laat ik al die info wat garen in mijn hersenpan en dan ben ik er klaar voor.

Als een priester die goed voorbereid plaatsneemt achter het altaar, zo bereid ik de maaltijd voor. Liefst zonder beminde gelovigen, enkel geflankeerd door twee misdienaressen in de vorm van twee poezen. Naar de hemel starend, of is het mijn buik, afwachtend tot de hogepriester iets lekkers op de grond laat vallen.

Ik durf wel eens luidop God en Boeddha te bedanken voor spijs en drank en dagelijks brood aan de hand van de bekende Chiro-klassieker die kinderen nu nog altijd zingen als ze met de jeugdbeweging ergens aan tafel zitten.

Als alle smaken dan samenkomen en het gerecht als geslaagd beschouwd kan worden laat ik de goden van de metal los om de kookmis te beëindigen en dan ben ik weer even 666 – the beast, luid schreeuwend tijdens een buccaal orgasme.

Of ik gelovig ben? Als geloof koken is dan ben ik nu op mijn gelovigst, want er ligt een mooi konijntje in mijn frigo te wachten om met liefde en genegenheid gegaard te worden. Smakelijk!

https://www.youtube.com/watch?v=yZp8k4kxfHo