De Wondere Wereld van Luc: Kalkoenfilet

Luc Dufourmont

Echt rustig is het nooit in het hoofd van Luc Dufourmont. Sommigen noemen het een afwijking, anderen een gave. In deze column neemt hij ons elke week even mee in zijn denkwereld. Soms grappig en dan weer intriest, maar altijd recht uit het hart en met een flinke dosis buikgevoel.

1990. Ugly Papas op weg naar den ouden Ancienne Belgique als finalist van Humo’s Rock Rally. Noordkaap zou winnen die dag.

De vier bandleden zaten samen in de auto van drummer Paul Drèze.

Stichter en groepsleider Dokter de Kerpel (schuilnaam van deze zeer getalenteerde gitarist) was toen nog geen vegetariër en had steevast een brooddoos mee waarin meestal vier stuutjes belegd met kalkoenfilet zaten. De Dokter zat vooraan, een privilege, de twee zwaargewichten Dick Descamps en ikzelf zaten met opgetrokken knietjes achterin. Het was zeer warm buiten en het dak van de Golf stond open.

Na een dik uur rijden ging de brooddoos van de Dokter open, de geur van vers brood en kalkoenfilet vulde de cabine van de Volkswagen. De Dokter beet heel rustig in zijn eerste boterham. “Ik krijg ook wel zin in een boterham”, durfde ik te zeggen. “Ah nee, hé, jullie moeten in het vervolg maar zelf boterhammen meenemen”, sprak hij op kneuterige wijze.

Er ontstond wat gemompel in de wagen en Paul zei: “Allez Dokter, dat komt toch niet op één boterham, ik wil ook wel een stukje.” Dick zei niks, maar aan zijn glimlach te zien zou hij geen nee hebben gezegd mocht de Dokter zijn brooddoos met de bandleden hebben gedeeld.

“Nee, nee en nog eens nee!”, krijste Dekerpel, nu licht opgewonden, net een kater die in het nauw gedreven wordt door drie hongerige honden.

De grote bol brood was op het dak van de wagen blijven kleven

Hij nam de rest van de boterhammen vast met beide handen en perste ze in één beweging in zijn mond. Behalve wat gemompel kon hij geen woord meer uitbrengen. Aan zijn lichaamstaal te zien wou hij de fles water van Paul. “Ah nee, hé, geen boterham geen water”, zei Paul, en hij dronk de rest van de fles in één teug uit. Dick en ik kwamen niet meer bij van het lachen.

We zagen hoe de wangen van de Dokter bol stonden en hij er niet in slaagde de troep door te slikken. Hij zag de dwaasheid van de situatie in en begon op zijn beurt te lachen terwijl de stukken boterham half gekauwd in zijn handen vielen. Hij kneedde de troep tot één grote bol en wierp die zonder vragen door het open dak van de auto.

Van al dat lachen hadden we dorst gekregen. Ik had zin in een gehaktstaaf. Een kwartier later parkeerden we aan een station van Total. Plassen, roken, drinken, snacken. En toen, net voor we weer zouden vertrekken, zagen we het. De grote bol brood was op het dak van de wagen blijven kleven… Dat beeld, waar we lang voor het smartphonetijdperk jammer genoeg geen digitale bewijzen van konden nemen, zorgde natuurlijk voor algemene hilariteit.

Een jaar later was de Dokter getransformeerd tot een overtuigd macrobioot en in plaats van een brooddoos met boterhammen had hij nu telkens zijn Tupperwarepotjes met rijst en gestoofde groenten mee. En Ugly Papas behoort inmiddels tot de elementaire basiskennis voor iedere muziekminnende Belg.

https://www.youtube.com/watch?v=MpjVKACKM-8