De taal der liefde

Steven Claerhout
Steven Claerhout Columnist

Een week zonder dates. Het kan, zeker als het noodgedwongen is. Ik ben ziek, in de greep van de griep, en raak amper mijn bed uit. Een opgelegd rustmoment, en dan ziet een mens zijn leven al eens passeren. De zomer komt voorbij… ik denk terug aan Pilar, de vrouw van het jaar. Ergens halverwege augustus leerden we elkaar kennen in Barcelona. Daar werd ze geboren en groeide ze ook op. Een schalkse blik op een overvolle metro deed de truc, vanaf dan deelden we een taxi. Van de ene tapasbar naar de andere.

Ik denk aan Pilar, de vrouw van het jaar

Maar de heerlijkste lokale delicatesse was Pilar zelf. De stadsgids van mijn dromen, bezienswaardiger dan alle kathedralen samen. Hoe wanordelijker haar lange rosse krullen hingen, hoe sierlijker ze oogde. Met haar onopvallende naturel viel ze me op vanaf seconde één. Het feit dat ze Spaans sprak, droeg daar in niet geringe mate toe bij. Ik heb een lange voorgeschiedenis van verliefd worden op exotische accenten of talen. Ik hoef er geen snars van te begrijpen om toch volledig weggeblazen te worden. Zwoel aaneengeregen medeklinkers hebben zo menig tripje naar het Oostblok gekleurd. Klinkers kopen en gebruiken ze daar niet.

Voor Spaans maakte ik een aantal jaren geleden graag een uitzondering. Ik schreef me in voor avondlessen. Drie uur per week, in de hoop om nog in dit leven een extra wereldtaal machtig te zijn. En wat zou me daarbij meer kunnen helpen dan een Spaanssprekend lief? Een insteek die mijn hart nog sneller deed slaan wanneer Pilar onder de grond voor het eerst naar me lachte en een stukje van haar hals ontblootte door met een nonchalante vingerbeweging haar haar naar achteren te strelen. De poort naar een vlekkeloze beheersing van het Spaans leek geopend.

Situatiehumor, de zuurstof binnen elke liefdesrelatie, is al helemaal onmogelijk in een taal die je slechts met horten en stoten ‘spreekt’

Maar zo gemakkelijk ging het uiteindelijk niet. Voor elk gesprek dat er een beetje toe deed schakelden we over op Engels. En situatiehumor, de zuurstof binnen elke liefdesrelatie, is al helemaal onmogelijk in een taal die je slechts met horten en stoten ‘spreekt’. Pas na lang nadenken weten hoe je een mop of allusie wil verwoorden, om dan te beseffen dat het moment onherroepelijk vervlogen is. Een triest lot dat ook de romance tussen Pilar en mij beschoren was.

Eigenlijk al op het vliegtuig naar huis, maar toen was ik nog blind en vastberaden. De afstand zou ons hart nóg hongeriger maken, daar waren we beiden ten stelligste van overtuigd. Vier maanden later kan ik het woord ‘tapas’ niet meer horen en is de nasmaak wrang. De krakkemikkige communicatie heeft ons uiteindelijk genekt, en dat stemt me triest. Ik moet mijn bed weer uit, maar hoe meer ik eraan denk, hoe zieker het me maakt. Nooit ga ik nog plat voor een buitenlandse liefde. Toch zeker niet meer in 2018.