Christina Van Geel: “Ik ben geen loser omdat ik wel eens val”

Nancy Boerjan

Het Japanse begrip ‘ikigai’ staat voor de zin die je geeft aan je leven, hoe je dat ook invult. Ook voormalige radiostem, presentatrice en auteur Christina Van Geel ging op zoek naar wat haar elke ochtend opnieuw goesting geeft om uit bed te komen. En dat zet haar in gedachten en straks misschien ook in daden op nieuwe en verrassende wegen.

Christina Van Geel kan je je misschien nog herinneren als radiostem, maar je kan haar ook onlangs nog gehoord én gezien hebben als presentatrice van de Moodsconcerten op de Brugse Burg. Of misschien hield ze een paar jaar terug ook voor jouw deur een bezield pleidooi voor haar politieke partij, woonde je de voorbije jaren een van haar lezingen bij of hoorde je een van haar podcasts. Maar je kan haar ook kennen als auteur: van Kooksprookjes, haar boek met droomverhalen van bekende Vlamingen, of het onlangs verschenen In het spoor van ikigai, waarin ze op zoek gaat naar een zinvoller en doordachter leven. Want achter Christina’s guitige voorkomen schuilt wel degelijk een zoekende ziel. Van zweverigheid wil ze niet weten, zichzelf voortdurend in vraag stellen doet ze des te meer.

Christina groeide op in Deurne, bij Antwerpen. Twintig jaar geleden kwam ze in Brugge, en vooral dichter bij de zee, wonen. “Ik kan niet zeggen dat ik me bijzonder verbonden voel met Deurne, ook al heb ik er gewoond tot ik in Leuven en Edinburgh ging studeren, en ben ik er nadien zelfs nog eventjes terug gaan wonen samen met mijn man”, vertelt ze daarover. “Een begrip als ‘mijn roots’ zegt me weinig. Al heeft dat misschien vooral te maken met hoe ik opgroeide. Mijn ouders scheidden toen ik acht was, en daarna volgden tien jaar van pendelen van de ene ouder naar de andere grootouder en terug. Ik kreeg gewoon nooit de kans om op één specifieke plek te aarden. Ik verzette mij daar ook niet tegen, ik probeerde vooral zelf niet te moeilijk te doen in die toch wel chaotische periode. Ik neem het mijn ouders zeker ook niet kwalijk, maar achteraf bekeken heb ik dus een vrij wortelloze jeugd gekend. Voor mij slaat mijn thuis op de mensen met wie ik me verbonden voel en bij wie ik me veilig voel, niet op een stukje grond waarmee ik een band zou hebben.”

Christina Van Geel:

Maar als er dan toch een stukje aarde is dat het dichtst bij een rootsgevoel komt, moet het het strand aan de Blankenbergse Pier zijn, wijst ze glimlachend om zich heen. “Hier kwam ik als kind met mijn bebon naartoe. Ze huurde elke zomer een appartementje en toen gingen we met een schepnet krabbetjes vangen, speelde ik jokari op de dijk, reden we met de gekke fietsen… De lichtjes van de Zeebrugse haven die ik van hieruit ‘s avonds zag, waren me vertrouwder dan de lichtjes van de Schelde. Dat prettige gevoel dat de zee bij me opriep, is altijd gebleven: bij ons, maar ook als ik in het buitenland ben, zoek ik graag de kust op. De zee zet me in beweging, letterlijk en figuurlijk. Ik maak er lange wandelingen maar ook in mijn hoofd brengt het iets teweeg, ik kan er gedachten laten opkomen en laten gaan, zoals eb en vloed, en dat brengt me tot rust. Beweging binnen een geruststellende omgeving: daar voel ik me het best bij en daar ben ik dus ook voortdurend naar op zoek.”

Een begrip als ‘mijn roots’ zegt me weinig

“Het is ook die nabijheid van de zee die me naar Brugge bracht. Het leek zowel mijn man als mij meteen een stad op mensenmaat, dat trok ons aan.”

En dan hield je het het liefst op de nabijheid van de Noordzee?

“Wat wonen betreft tot nu toe wel, al groeit mijn nieuwsgierigheid naar het buitenland ook voortdurend. Ik voel weinig verbondenheid met het drukke, volgebouwde Vlaanderen waarin ik leef. Voor een langere tijd naar een warmere plek verhuizen, waar een trager en diepgaander leven mogelijk zou zijn, trekt me van langsom meer aan. Ik heb hier echt wel veel fijne vrienden en Vlaanderen heeft zeker ook goeie kanten, maar toch krijg ik het gevoel dat mijn hoofd en hart vandaag niet zijn waar ze écht willen zijn. Maar hoe ik dat idee concreet kan invullen, weet ik momenteel gewoon nog niet. Toch besef ik dat ik binnenkort knopen moet doorhakken, want nu voelt het alsof ik op iets zit te wachten, en ik hou niet van doelloos wachten. Een paar dagen geleden las ik dit citaat: If you grew up in a place that doesn’t feel like home, then travel, satisfy your wanderlust, look deep inside yourself, and find your home. Dat vat het eigenlijk wel mooi voor me samen. Not all those who wander are lost.”

Je hebt zo te horen wél al goed nagedacht over wat een plaats met je kan doen?

“Het zijn gedachten die me inderdaad bewuster bezighouden sinds ik kennismaakte met de Japanse denk- en leefwijze ikigai. Ikigai is de reden waarvoor je ‘s morgens opstaat, dat wat je de kracht en de goesting geeft om aan een nieuwe dag te beginnen. Het is de zin die jij geeft aan je leven, hoe je die zin ook invult. Je krijgt een scherper beeld van je ikigai, door jezelf deze vier vragen te stellen: waar hou je van, waar ben je goed in, wat is jouw meerwaarde voor de ander en welke meerwaarde haal je er zelf uit? Ik ontdekte dat ik me die vragen eigenlijk altijd al stelde, zonder dat ik ze evenwel zo concreet kon verwoorden als ik dat nu kan.”

“Het strand aan de Blankenbergse Pier waar ik als kind speelde, komt nog het dichtst bij een ‘rootsgevoel’. De lichtjes van de Zeebrugse haven die ik van hieruit ‘s avonds zag, waren me vertrouwder dan die van de Schelde.”

Heb je antwoorden op die vragen gevonden?

“Ik heb altijd gezocht naar wat ik echt wil en belangrijk vind. In mijn studies, in mijn radiowerk, bij mijn vertrek bij de radio, in de politiek, in het schrijven… En ik zoek nog altijd. Wat doe ik graag? Maar ook: wat wil ik betekenen voor anderen? Iets kunnen doen voor de mensen rond me, kunnen bijdragen aan de maatschappij, hoe kleinschalig ook, blijkt een belangrijke drive voor mij te zijn. Ik denk dus inderdaad dat de juiste vragen durven te stellen tot een bewuster, zinvoller en misschien zelfs gelukkiger leven kan leiden.”

Volgens psychiater Dirk De Wachter, een van de mensen die je interviewde voor je boek over ikigai, moeten we net wat minder focussen op gelukkig zijn.

“Precies. Hardnekkig ‘het geluk’ nastreven leidt nergens toe. Het frustreert en maakt eerder ongelukkig. Je ikigai vinden gaat niet over het geluk achterna hollen, het gaat over een zinvoller leven leiden, waardoor je je als vanzelf gelukkiger gaat voelen. De term ikigai klinkt misschien een beetje zweverig, maar dat is het allerminst. De vragen die je voorgeschoteld krijgt, zijn heel aards en best confronterend.”

Op het randje van wat we nu kennen als een burn-out ben ik weggegaan bij de radio

“En als uit de antwoorden blijkt dat je inderdaad niet doet wat echt belangrijk is voor jou, wat doe je dáár dan aan? Durf je je leven te veranderen of bij te sturen, en daar de gevolgen van te dragen? Ik vind dat echt geen geitenwollensokkenpraat. En vind ik het mooie aan ikigai: het leert je om te focussen op wat jíj wil – wat op zich behoorlijk eigenzinnig is – maar koppelt die focus tegelijk aan wat je kan betekenen voor de wereld rondom je. Ikigai blijft niet steken in een rondje egocentrische zelfverwezenlijking maar leert je jezelf ook naar buiten plooien. En dat vind ik in een individualistische maatschappij als de onze vandaag toch echt wel belangrijk.”

Besloot je daarom zeven jaar geleden je kans in de politiek te wagen?

“Dat kan goed zijn. De levenskwaliteit in onze maatschappij helpen verbeteren: het klinkt zwaar, maar het is iets wat ik graag doe. Ik zag politiek als een middel om de wereld een beetje te verbeteren. Maar dat doel, mensen helpen om wat bewuster en wie weet prettiger te leven, kan ik ook op andere manieren bereiken, bijvoorbeeld door een boek te schrijven en lezingen te geven. En dat vind ik nu heel fijn: mijn verhaal kunnen vertellen aan mensen, op een podium, met klank en beeld erbij.”

Christina Van Geel:

Was dat dan niet wat je ook bij de radio vond?

“Ik maakte enorm graag radio. Praten met en luisteren naar mensen, de essentie uit een gesprek puren, iemands passie doorgeven aan een publiek via het woord… Ik vond het zó fijn om te doen. Bij Radio 1 vond ik mijn draai, tot het cultuurprogramma dat ik er presenteerde bruusk werd afgevoerd. Achteraf gezien denk ik dat ik heel goed was kunnen worden in radiomaken. Maar toen geloofde ik het niet. Ik geloofde niet echt dat ik het kon of dat ik het waard was. Ik geloofde wel die sommige anderen die zeiden dat ik het niet kon. Ik was niet sterk genoeg om de elleboogstoten op te vangen, misschien was ik er ook te gevoelig voor, heb ik soms ook messen gezien waar er geen waren. Maar goed, op het randje van wat we nu kennen als een burn-out ben ik weggegaan, loopbaanonderbreking die uiteindelijk uitgemond is in ontslag. Het heeft een tijdje geduurd eer ik dat woord ‘ontslag’ durfde te gebruiken, het voelt toch altijd als een falen. Onzekerheid speelt me al mijn leven lang parten, samen met een gebrek aan mildheid tegenover mezelf. Wat ik deed was voor mezelf nooit goed genoeg. En het is nog altijd een werkpunt: leren aanvaarden dat wat ik doe en wie ik ben goed genoeg is.”

Ik heb altijd gezocht naar wat ik echt wil en belangrijk vind

“Niet alles kan perfect zijn, dat is het zelfs meestal niet, maar laat dat je niet tegenhouden om iets te ondernemen. Ik vergelijk het nu wel eens met een peuter die valt en telkens weer overeind komt, tot hij goed kan lopen. Bij dat beeld denkt niemand ‘o jee, wat een loser‘. Maar waarom vinden we dat dan wel van volwassenen die struikelen en fouten maken? We moeten mógen vallen, als we daarna maar weer overeind komen.”

Zoeken naar zingeving: het is een alomtegenwoordig thema in onze maatschappij.

“Misschien net doordat de voorbije decennia veel structuren zijn weggevallen. De Kerk bepaalde vroeger wat goed of slecht voor je was, in het dorp was er de sociale controle… Wat goed is voor ons en wat niet moeten we nu zelf bepalen, en gemakkelijk is dat niet. Mensen zijn op zoek naar een nieuwe vorm van houvast. En over de vragen die dat oproept, denk ik heel graag mee na. Niet door als een kluizenaar op een berg te gaan zitten mediteren maar door deel te nemen aan het leven.”

‘In het spoor van ikigai’ door Christina Van Geel, Uitgeverij Vrijdag, vind je in de boekhandel. Haar blogs lees je op inhetspoorvanikigai.be.

Wie is Christina Van Geel?

– Christina Van Geel (48) groeide op in Deurne en verhuisde in 1999 met haar man Bart-Jan Vanneste naar Brugge. Ze hebben samen een dochter Merlijn (15) en zoon Cesar (10).

– Na haar studies Germaanse talen ging ze aan de slag bij Studio Brussel; later presenteerde ze voor Radio 1 verschillende programma’s als Cucamonga, de Melkweg en Buiten Westen en daarna Nachtradio. Van 2006 tot 2009 maakte ze radio bij Nostalgie.

– Vandaag runt ze samen met haar man Glurf, een bedrijf gespecialiseerd in het maken van audioproducties. Ze verzorgt presentaties van evenementen en voor bedrijven, schrijft voor magazines en heeft ook al enkele boeken op haar naam.

http://www.christinavangeel.be/

Een beetje meer Ikaria in Vlaanderen

“Het Griekse eiland Ikaria vormt de rode draad in Christina’s boek In het spoor van ikigai, ‘een wij-eiland’, noemt ze het. Het is een van de blue zones, plaatsen waar mensen langer, gezonder en gelukkiger leven dan elders. Naast Ikaria zijn dat Sardinië, de stad Loma Linda in Californië, het Costa Ricaanse eiland Nicoya en de Japanse eilandengroep Okinawa. Dat zou te danken zijn aan hun gezonde levenswijze en onderlinge verbondenheid. “En natuurlijk kunnen we van Vlaanderen geen Ikaria maken, maar er moeten manieren zijn om die mentaliteit van zorgzaamheid en betrokkenheid ook bij ons opnieuw in te voeren”, meent Christina, die al enkele keren op het eiland verbleef. “Wij hebben inderdaad een goed sociaal vangnet, maar dat heeft ons tegelijk lui gemaakt. We besteden ons mededogen uit aan woonzorgcentra, de werkloosheidsvoorziening enzovoort, maar vergeten betrokken te blijven bij wie daarin terechtkomt. Ik vind het boeiend om mee te denken over hoe we dat in de toekomst kunnen aanpakken, in concrete projecten.”

Christina Van Geel:

Picknickvraagjes

1) Ga je graag picknicken?

“Ik vind picknicken zalig! Maar ik doe het veel te weinig. Op het strand van Ikaria voorbije zomer, met mijn gezin, is het er nog eens van gekomen. En soms nemen we iets mee naar het strand van Wenduine. Daar kom ik de jongste jaren vaker, omdat het er rustiger is dan op het strand van Blankenberge. Ik picknick trouwens ook alleen maar aan zee. Daar lopen we minder kans op wespen waar ik een panische angst voor heb.”

“Mijn eerste picknickjes herinner ik me nog goed! Mijn grootmoeder met wie ik een hechte band had ze deed van alles samen met mij en aangezien ik geen broer of zus had, vond ik dat heel fijn nam me soms mee naar het park in Deurne. Daar maakten we dan een soort kamp in een rododendronstruik en aten er de frikadellenkoek met kriekskes die ze had gemaakt. (lacht) Ongetwijfeld moeten daar ook veel beestjes bij opgedoken zijn, maar die ben ik vergeten…”

2) Geen echte natuurmens?

“Toch wel. Ik hou van cultuur en woon graag in de stad, maar ik zoek ook graag de rust van de natuur op. Van langsom meer zelfs. Ook op vakantie kies ik liever voor zee, bergen of groen; citytrips doe ik minder graag.”

Christina Van Geel:

“Als mijn man en ik onze gedachten richting ‘wonen in het buitenland’ laten gaan, komt Zuid-Spanje wel regelmatig terug. Het leven is er rustiger, er is veel ruimte maar je hebt er ook mooie steden waar veel te beleven valt. Die combinatie trekt ons wel aan. Maar voorlopig blijft het bij dromen. Onze dochter Merlijn staat er wel voor open, maar Cesar is pas tien en ziet zo’n verhuizing helemaal niet zitten. Ik opperde onlangs dat we dan misschien in het groene Damme kunnen gaan wonen, maar dat vond hij zo mogelijk nog erger.”

3) Wat steek je in je picknickmand?

“Ik lust alles wel, en ik probeer gezond te eten. Ik ben sowieso geen snoeper, maar heb wel een zwak voor chocolade. Ik wantrouw zelfs mensen die beweren geen chocolade te lusten.” (lacht)