Blanke man in gat

Wouter Deboot
Wouter Deboot Televisiemaker

Vorig jaar fietste Wouter Deboot dwars door Amerika, dit jaar rijdt hij dwars door Oceanië. Met zijn fietstocht door Australië en Nieuw-Zeeland wil hij ons laten kennismaken met onze tegenvoeters. Wekelijks vertelt Wouter hier over zijn belevenissen die maandag in ‘Iedereen Beroemd’ te zien zijn.

‘Blanke man in gat’. Zo vertaal je de Aboriginalwoorden kupa piti. De Engelsen maakten er Coober Pedy van. In dit stadje ga ik maandagavond op zoek naar zo’n blanke man in een gat, een provinciegenoot nog wel. Het klinkt absurd, maar mijn zoektocht naar hem is dat evenzeer.

Het was een uitbater van een benzinestation en tevens ex-inwoner van Coober Pedy, die me enkele dagen eerder de tip verschafte. “Geen idee waar hij precies woont en ook zijn naam ben ik vergeten, maar ik denk dat die Belg vroeger in Koertraik woonde.” Het duurde even voor ik doorhad dat hij daarmee Kortrijk bedoelde, maar van dan af kon ik maar aan één ding denken: die Belg vinden.

Voorbij het bord ‘Coober Pedy 5 km’ zie ik in de eindeloze vlakte van de outback een apocalyptisch landschap opdoemen. Het ziet eruit als een verweerd oorlogsfront vol kraterinslagen. Het plaatsje trok dan ook teruggekeerde militairen uit de Eerste Wereldoorlog aan toen hier een eeuw geleden opaal ontdekt werd. Door de jacht op die edelsteen groeide Coober Pedy snel uit tot dé opaalhoofdstad van de wereld. Nu wonen er zo’n 1.700 gelukszoekers, uit veertig verschillende landen. Door de extreme hitte, die kan oplopen tot 50 graden, leven ze veelal ondergronds. Zelfs de hotels, boekhandels en kerken zijn hier uitgehakt tot moderne catacomben.

Ik word aangetrokken door een reclamebord met daarop Belgian waffles. Dat moet me een stap dichter bij de Belg brengen. “Nooit van gehoord”, zucht de Schotse uitbater. “Vroeger kende iedereen hier elkaar. Momenteel lijkt het meer op een aan alcohol ten prooi gevallen gokstadje. You love it or you hate it.” Ik kan niet zeggen dat ik ook maar in de verleiding raak om ervan te houden. Al zeker niet wanneer een klant mij erop wijst dat ik niet zomaar alles mag filmen. “Waarom film je mij?” vraagt hij nors. “Je weet niet wie je voor je hebt. Deze stad zit vol moordenaars en dieven. Voor alle duidelijkheid: ik ben er geen.”

Het is zonneklaar dat dit oord excentriekelingen aantrekt

Ik weet niet goed hoe ik moet reageren en bestel dan maar een wafel. De Schotse uitbater ziet dat ik van mijn melk ben en vergezelt mij aan het tafeltje voor zijn shop. “Onze stad trekt nog altijd schurken aan die hier hopen het grote lot te vinden. De inwoners zijn daardoor achterdochtig. Als het nieuws rondgaat dat iemand op een opaalader is gestoten, dan kan het hier spoken. Misschien is het verhaal van die Belg ook een spookverhaal.”

Met lood in de schoenen fiets ik richting camping Oasis, mij stilaan neerleggend bij mijn mislukte zoekactie. Maar net wanneer ik er de brui aan wil geven, stoot ik op een man die beweert te weten waar de Belg woont. Hij wil me zelfs tot bij hem escorteren. Al twijfel ik grondig aan zijn geloofwaardigheid. “Waar kom jij dan wel vandaan?”, vraag ik nog. “Van Mars”, antwoordt hij.

Het is zonneklaar dat dit oord excentriekelingen aantrekt. Nu alleen nog hopen dat de Belg ook geen halve gare is, anders kunnen we voortaan spreken van ‘gekke blanke man in gat’.