Aan de keukentafel met Aagje Vanthomme: “Niemand gaat mij angst aanpraten”

"Ik wilde eigenlijk actrice worden. Wat ik vandaag doe, is dus eigenlijk the next best thing: de acteurs interviewen."
Bert Vanden Berghe

Journaliste Aagje Vanthomme werkt voor VTM, zit regelmatig oog in oog met allerlei wereldsterren, maar komt nog altijd het liefst thuis in Oostende. Waar ze ongegeneerd Ostènsch kan praten, kan genieten van de oneindigheid van de zee en de herinnering aan haar ouders nooit veraf is. “Ik ga nooit meer verhuizen, denk ik.”

Het huis in hartje Oostende ademt de jaren zestig, nostalgie én gastvrijheid, want vrijwel meteen bij aankomst schotelt Aagje ons verse koffie en een overheerlijke fruittaart voor. Ze is hier geboren en getogen, en alhoewel de journaliste al 20 jaar in Vilvoorde werkt, blijft ze verknocht aan Oostende en aan dit huis, dat haar ouders – twee leerkrachten – lieten bouwen. Sinds twee jaar heeft ze ook een klein studiootje in Schaarbeek. “Dit hier blijft mijn thuis, maar als ik werk, verblijf ik in Schaarbeek. Het was simpelweg niet meer te doen, op en af naar Oostende. Ik heb geen bedrijfswagen, dus reken maar uit. Wat ik vroeger aan benzine verreed, steek ik nu in mijn deel van de lening. En ik sta nooit meer in de file. Als ik ‘s morgens hoor dat er een file vanaf Erpe-Mere staat, dan pak ik met een brede glimlach nog een koffie en lees ik nog wat in mijn krant.”

Nooit overwogen om in het Brusselse te blijven wonen?

“Nee, ik woon hier veel te graag. Ik ben hier ook gebleven voor mijn dochter. Ik wilde haar niet weghalen van haar school en vrienden. Mijn ex, haar papa, is hier ook lang blijven wonen, terwijl hij ook in Brussel werkte. Maar het werd alsmaar drukker van en naar Brussel met de auto. En sinds twee jaar zit mijn dochter op kot, dus ja…”

Aan de keukentafel met Aagje Vanthomme:

Je werkt nu al 20 jaar bij VTM, heb je daar al bij stilgestaan?

“In oktober was het inderdaad 20 jaar. Ik schrik er zelf van hoe trouw ik wel ben aan die job. Want hij is echt mijn leven. Een beetje te veel soms.”

In welke zin?

“Mijn zus bijvoorbeeld is verpleegster, en ik merk dat zij haar werk in haar vrije tijd meer kan loslaten. Mijn werk is een deel van mijn identiteit geworden. Want naast film en showbizz doe ik nog af en toe hard nieuws ook. Toen het twee jaar geleden zo stormde hier, was dat voor mij bijvoorbeeld.”

Wie is Aagje Vanthomme?

*Aagje Vanthomme werd geboren in Oostende op 20 oktober 1971. Ze heeft nog een zus. Haar vriend is regisseur. Ze is mama van een dochter.

*Aagje studeerde Germaanse talen en deed daarna nog een extra jaar media & communicatie. Na haar studies kon ze aan de slag bij de regionale zender Focus (vandaag Focus/WTV, red.). Na vijf jaar maakte ze de overstap naar de nieuwsdienst van VTM. Vandaag zijn film en muziek haar specialiteiten.

*In haar vrije tijd gaat Aagje lopen, fietsen of naar de bioscoop.

Mis je dat niet, dat harde nieuws?

“Soms wel. Als er iets gebeurt en je ziet je collega’s vertrekken, terwijl je zelf een interview met een ster zit te monteren… Dat is wel tof, maar eigenlijk wil je zijn waar het nieuws is. Tijdens de aanslagen in Zaventem zat ik net in Londen voor de film Batman v Superman. De acteurs waren toen wel heel begaan met de situatie, maar toch…”

Zijn er verhalen waarbij je wel op de eerste rij stond?

“Het verhaal van Madeleine McCann (het Britse meisje dat in 2007 ontvoerd werd tijdens een gezinsvakantie in de Algarve, red.). Dat is mij wel bijgebleven, ja. Wij waren in Engeland toen de ouders terugkeerden. Toen stond in de krant dat zij mogelijk zelf hun kind hadden vermoord en ze kregen veel kritiek omdat ze blijkbaar niet genoeg toonden hoe verdrietig ze waren. Daar had ik het lastig mee. Hoe arrogant kan je zijn als publiek om dat te beweren: je toont je verdriet niet, dus heb je zeker je kind vermoord. Ik herinner mij nog dat moment toen ze uitstapten, ik de blik in de ogen van die moeder zag en mijn buikgevoel me zei: natuurlijk hebben zij het niet gedaan. Het houdt me soms nog bezig. Ik wil het altijd lezen als er iets over passeert. Omdat het mij raakt en nooit opgelost is. En de treinramp in Buizingen maakte ik ook van dichtbij mee. Het enige wat we wisten, was dat er een ongeluk was gebeurd, dus wilden we zo snel mogelijk ter plaatse zijn. Maar toen we al die gewonde passagiers zagen en daarna dat treinwrak, wisten we: shit, dat is hier serieus.”

“‘s Morgens vertrekken en niet weten of je ‘s avonds naar huis komt of wanneer, dat maakt mijn job nog altijd spannend.”

Zijn er zaken die je niet meer opnieuw zou doen?

“Neen. Al zijn betogingen geen pretje. Ooit ging ik live even uit beeld toen een voetzoeker voor mijn voeten ontplofte. Bovendien word je op grote evenementen, van Werchter tot de Ronde van Vlaanderen, vaak geconfronteerd met dronken mensen. En dan durven ze al eens met bier te gooien. Nee, dat is echt niet plezant. Zeker live omdat je je moet blijven concentreren, terwijl ze heel wat zever naar je roepen. Ooit ben ik eens mijn geduld verloren, toen ik iemand aan het interviewen was. Toen greep ik net buiten beeld een zatte man die heel vervelend kwam doen, bij de keel. En één keer kwamen we binnen in een tent, tijdens het veldrijden, toen de klankvrouw lastiggevallen werd en ze dan ruzie zochten met mij toen ik tussenbeide kwam.”

Er moet al veel gebeuren voor ik uit mijn lood geslagen ben

Eerlijk, het was deze zomer best wel een grappig zicht toen je op Tomorrowland naast Shaquille O’Neal stond (de Amerikaanse basketter is 2,16 meter, red.).

“Dat was de grootste die ik al heb geïnterviewd, ja. Hij was erg galant, bood me een bankje aan. Dat vond ik niet vervelend, maar praktisch. Ik heb dat ook eens gebruikt bij Gert Verhulst, die het tijdens het live-interview wél ter sprake bracht.” (lacht)

Je zit regelmatig voor wereld- en Hollywoodsterren, maar iets zegt mij dat zoiets niet altijd even simpel is.

“Je krijgt vier minuten, en daar gaan al 30 seconden van af bij het binnenkomen en buitengaan. Ik heb fijne herinneringen aan acteurs als Danny De Vito en Michael Douglas. Maar soms zijn er sterren die je straal negeren, op het onbeleefde af, om dan heel vriendelijk te zijn van zodra de camera draait. En Julia Roberts… man, zo’n snelle madam! Die is echt nóg knapper dan op tv, haar uitstraling alleen al… Maar eerlijk, vier minuten is kort, dan praat ik liever iets uitgebreider met een acteur van bij ons.”

“Ik wil nooit afscheid nemen van dit huis. Het is een deel van mij.”

Aagje heeft over heel wat wereldsterren wel een verhaal, maar een van de strafste is dat van toen ze naar Los Angeles moest voor de film Fifty Shades Darker. Het vliegtuig verloor een motor en moest een noodlanding maken. “Ik heb toen naar mijn lief en dochter ge-sms’t om de situatie uit te leggen. ‘En als ik je niet meer zie: ik hou van je.’ Echt waar. Ik heb toen ook een sms gestuurd naar mijn baas: mocht hij horen dat er ergens een vliegtuig was gecrasht, dat het dat zou zijn waar ik op zat. Dat was heel spannend, ja. We landden uiteindelijk in Iqaluit in Canada in de sneeuw en ik had alleen maar zomerkleren mee. Maar het ambetantste was dat ik daar geen netwerk had. Dus vanuit België konden ze me totaal niet bereiken, waardoor er best wel paniek was. Ik ben uiteindelijk een dag later gearriveerd in L.A. en moest dan meteen mijn interviews doen. Toen kreeg ik… drie minuten met hoofdrolspeelster Dakota Johnson, die dan nog totaal geen goesting had in een interview. Dan denk je wel eens: ben ik hiervoor twee dagen onderweg geweest en heb ik daarvoor mijn leven geriskeerd?” (lacht)

Heb je vaak schrik?

“Ik ben nergens bang voor. Ik heb collega’s die de metro niet meer durven te nemen na de aanslagen, maar ik heb zoiets van: als er iets gebeurt, so be it. Ik maak me wel zorgen over terreurdaden, maar toch ben ik niet de hele tijd bang dat mij iets gaat overkomen. Ik ben daar redelijk gelaten in. Niemand zal mij angst aanpraten.”

Mijn lief zegt soms dat ik keihard ben. Ik denk dat dat te maken heeft met het feit dat ik al vroeg heb geleerd hoe erg verlies kan zijn

Zie je jezelf dit werk nog doen over tien jaar?

“Ik vraag me soms af of onze job dan nog zal bestaan, als je ziet hoe snel het medialandschap verandert. Ik hoop van wel, want ik heb zeker nog de energie en goesting om het te blijven doen.”

Was de journalistiek altijd je grote droom?

“Ik wilde eigenlijk actrice worden. Wat ik vandaag doe, is dus eigenlijk the next best thing: de acteurs interviewen. In het toenmalige PMS zeiden ze me dat er echt geen werk was voor actrices. Toen zei ik dat ik opkeek naar Bavo Claes en wel voor ‘het nieuws’ wilde werken. Ik schreef heel graag en was goed in talen, dus ging ik Germaanse studeren. Daarna volgde ik nog een jaar communicatie, waarvoor we een week stage moesten doen. Velen gingen aan de slag bij de VRT, maar ik had geen zin om vooral koffie rond te brengen. Bij de regionale zender Focus kon ik meteen twee weken aan de slag en in de tweede week mocht ik al op reportage. Ik kon er daarna in de weekends aan de slag, en werkte er ook de hele zomer. Na drie maanden elders te werken, kon ik solliciteren bij Focus. En de rest is geschiedenis.” (lacht)

“Ik vind het lastig dat mijn mama nooit heeft meegemaakt dat ik zelf moeder ben geworden.”

Na vijf jaar ruilde je Focus voor de Medialaan, een groot verschil?

“Mijn dochter was negen maanden toen, dus dat was allesbehalve evident. Mijn toenmalige schoonouders hebben toen opvang aangeboden. Zonder hen zou ik het niet gekund hebben, daar ben ik hen nog altijd dankbaar voor. Ik kon vier dagen werken en dan was ik drie dagen thuis, wat ook veel goed maakte. Maar ik herinner me nog dat ik die eerste dag thuiskwam en zei: ‘dit ga ik nooit kunnen’. Zeker dat middagjournaal was heftig. In de beginjaren moesten we echt nog met de videocassette richting de studio. Dan was het ofwel: ‘rapper lopen, Aagje!’ of ‘trager lezen, Dany!’. (lacht) Maar ‘s morgens vertrekken en niet weten of je ‘s avonds naar huis komt of wanneer, dat maakt het nog altijd spannend.”

Als je job een deel van jouw identiteit is, kan je je dan nog makkelijk ontspannen?

“Ik doe aan yoga, ga wandelen of fietsen langs de zee en je vindt me ook heel vaak terug in de cinema. Fictie is voor mij ontspanning, zeker omdat ik al elke dag bezig ben met actuele verhalen. In een bioscoop kan ik mij in die andere wereld verliezen. Want ik lig best nog vaak wakker van mijn werk, ja. Wat moet ik nog doen, welke vraag moet ik zeker stellen…?”

“Oostende is voor mij de enige stad aan zee”

“Vroeger begreep ik de fascinatie voor de zee vanuit het binnenland niet zo goed. Maar dat veranderde toen ik in Gent ging studeren. Telkens ik terug naar Oostende spoorde, rook ik van zodra de deuren van de trein opengingen, de zee en kreeg ik als het ware weer adem. Ook in Brussel zit je echt ingesloten, terwijl het hier open is. Ik zal nooit verhuizen, denk ik. Ook niet naar een andere badstad, nee. Sorry voor al de andere, maar Oostende is voor mij de enige stad aan zee. (lacht) Ik moest me vroeger altijd verantwoorden voor ‘mijn stad’, want hier werd gevochten in de uitgaansbuurt en was het vuil, klonk het. Maar vandaag is Oostende plots weer hip.”

En dan komt een pakkend verhaal naar boven als ik vraag naar de kleine tatoeage van een frêle bloem op haar onderarm. Ze is een eerbetoon aan haar ouders, allebei veel te vroeg gestorven. Haar vader overleed in 2005, haar moeder al in 1992 aan borstkanker, toen Aagje amper 20 was. “Ze zijn allebei gecremeerd. Op het kaartje van papa had ik geschreven: ‘Papa, nu ben je niets meer. Enkel as. We zullen altijd naar jou en mama blijven zoeken, tussen de madeliefjes in het gras.’ Mijn zus heeft dezelfde tatoeage overigens.”

Aan de keukentafel met Aagje Vanthomme:

Twintig jaar is echt jong.

“Mijn lief zegt soms dat ik keihard ben. Ik denk dat het daarmee te maken heeft, omdat ik al vroeg heb geleerd hoe erg verlies kan zijn. Ik herinner me nog toen pa het ons vertelde. We waren op weg naar het ziekenhuis en we wisten dat het slecht ging met onze ma. Maar je bent zo jong, en het idee dat je ma er niet meer zou zijn… dat kan je je op die leeftijd niet voorstellen. Tot hij zei: mama gaat dood. Toen was het alsof het dak van de auto naar beneden kwam. Ik weet nog perfect waar we reden. Ik keek naar buiten en voelde alles op mij afkomen. Ik wilde alleen maar weg. Het is niet waar, dacht ik. Dat kan níét. En toen kwamen we aan in het ziekenhuis, mijn zus en ik in tranen, toen mijn moeder geschrokken vroeg of er iets gebeurd was.” (glimlacht)

Eigenlijk wil ik het liefst zijn waar het nieuws is

Dan valt je leven stil…

“Ik bleef voort studeren, ik zat volop in de blok en bleef maar gaan. Ik weet nog dat ik terugkwam met de trein en hier binnenkwam, toen ik mijn oom zag staan. ‘Ik ben er door’, riep ik enthousiast. ‘Met grote onderscheiding!’ (stilte) Hij antwoordde: ‘Kom efkes mee, je mama is gestorven. Ik krijg er nog altijd kippenvel van. Ook al omdat ik hier zoveel dingen zie, van haar, van vroeger. (denkt na) Sindsdien heb ik wel geleerd: ze kunnen iedereen van je afpakken. Ik ben ook een tijdlang boos geweest. Nu ja, ik vond het vooral onrechtvaardig. Als ik op een terras vrouwen van mama’s leeftijd zag die zorgeloos koffie aan het drinken waren bijvoorbeeld. Of mama’s van vriendinnen zag. Ze heeft ook nooit meegemaakt dat ik zelf moeder ben geworden. Dat zijn dingen die je wil delen met je mama. Ik kon ook niks vragen aan haar.”

En ook je vader is vrij vroeg gestorven.

“Hij is hertrouwd en we waren echt blij voor hem. Hij rookte veel, dus we vreesden wel dat ze ooit longkanker zouden vaststellen. De angst om mijn vader kwijt te raken is nooit weggegaan na de dood van mama, maar uiteindelijk kwam toch opeens dat telefoontje. Hij lag in het ziekenhuis met een hersenbloeding. Alleen wezen de scans uit dat hij een tumor had, die was beginnen te bloeden. Ze gaven hem zes weken tot drie jaar. Dankzij een operatie heeft hij toch nog drie jaar geleefd. Maar het erge was: de tumor zat op het stuk van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het intellect. Mijn vader, een leraar Nederlands die zo graag las en bezig was aan een boek over Oostende, kon opeens niet meer lezen, praten en schrijven. (denkt na) Er moet al veel gebeuren vooraleer ik vandaag uit mijn lood ben geslagen, want ik heb het gevoel dat ik het ergste al heb gehad. Daarom wil ik ook zeker nooit afscheid nemen van dit huis. Dat is een deel van mij. En het is niet zo dat ik in het verleden leef. Integendeel, zelfs. Maar soms denk ik er nog aan, ja. Je leert ermee leven, maar het heeft me wel getekend, heeft voor een soort pantser gezorgd. Daarom kan ik altijd hard genieten van de kerstdagen. Dan komen mijn zus en heel wat vriendinnen, die single zijn, en maken we het echt gezellig. Zoals vroeger. En dat is altijd heel schoon.”

“Misschien volg ik wel een cursus scenarioschrijven…”

“Ik krijg vaak de vraag: wil je niet hogerop? Eind- of hoofdredacteur worden? Nee, ik ben journalist. Ik hou van verhalen creëren en mensen informeren. Wat ik wel ooit nog eens wil doen, is een cursus scenarioschrijven volgen. Als ik opnieuw zou moeten beginnen, dan zou ik het toch op zijn minst wel geprobeerd hebben om als actrice aan de bak te raken. Al weet ik uit interviews ook wel dat het op dat vlak in Vlaanderen verre van rozengeur en maneschijn is. Maar dat scenarioschrijven… ik denk wel dat dat iets voor mij zou kunnen zijn. Al ben ik zo gewend om verhalen van twee uur in twee minuten te krijgen, dat ik niet weet of het omgekeerde ook zou lukken. Het is overigens niet zo dat ik een idee of zo heb liggen. Ik vind het vooral heel boeiend.”

Aan de keukentafel met Aagje Vanthomme:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier