Onze gemeenten hebben nood aan ‘rioolpolitiek’

Rioleringswerken zijn duur, hinderlijk en het resultaat blijft onder de grond. © a-KW
Redactie KW

Net geen driekwart van onze huizen is aangesloten op een rioleringsnetwerk én via dat netwerk op een waterzuiveringsstation. Volgens de Confederatie Bouw is dat té weinig. In vergelijking met andere provincies scoort die van ons op één na het minst goed op dat vlak. “Er in een inhaalbeweging nodig, zeker als we tegen 2027 willen voldoen aan de Europese kaderrichtlijn omtrent water. “En dat kan een opdracht zijn voor de nieuwe gemeentebesturen”, zegt Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw.

Alle bestaande woningen in onze provincie zijn voor 74 procent aangesloten op een rioleringsnetwerk én zuiveringsstation. Dat lijkt veel, maar dat is, op Vlaams-Brabant na het laagste cijfer. Antwerpen haalt 84 procent, Oost-Vlaanderen 75 procent. We zouden natuurlijk naar het landelijk karakter van West-Vlaanderen kunnen wijzen om de ‘beperkte’ aansluiting bij ons op het rioleringsnetwerk te verklaren. “Maar Limburg is op dat vlak vergelijkbaar met West-Vlaanderen en daar is het hoogste aantal huizen aangesloten op de riolering en op een waterzuiveringsstation: maar liefst 85 procent”, zegt Marc Dillen van de Confederatie Bouw.

Huizen die niet zijn aangesloten op een rioleringsnetwerk én op zo’n zuiveringsstation lozen het afvalwater in grachten of beken. Uiteraard is dat meer het geval in landelijke regio’s dan in verstedelijkte kernen. “Al zijn er ook verkavelingen die nog niet op een waterzuiveringsstation zijn aangesloten,” merkt directeur Dillen op.

In die landelijke gemeenten kunnen huiseigenaren verplicht worden om als er geen riolering beschikbaar is zelf een particulier waterzuiveringsinstallatie te plaatsen. In adminstratief heet dat een ‘IBA’ of een Industriële Behandeling van Afvalwater. In gemeenten zoals Heuvelland, waar de zuiveringsgraag het laagst is in onze provincie, zou het kunnen dat heel veel mensen over zo’n IBA beschikken. “Dat zou inderdaad kunnen”, zegt de directeur van de Confederatie Bouw, maar gemiddeld in Vlaanderen is amper een of anderhalf procent van de woning uitgerust met zo’n IBA.”

Saneringsbijdrage moet voor investeringen in riolen worden gebruikt

Andere gemeenten in West-Vlaanderen die voor de zuiveringsgraad dat is het aantal woningen per honderd dat is aangesloten op een zuiveringsstation laag scoren zijn ook allemaal landelijke gemeenten. Het zijn er in totaal 14 waar geen 6 op de 10 huizen is aangesloten op zo’n station. Het gaat om Lo-Reninge, Anzegem, Vleteren, Zonnebeke, Koekelare, Pittem, Langemark-Poelkapelle, Kortemark, Ruiselede, Meulebeke, Alveringem, Moorslede en Staden.

Die beperkte aansluiting op het rioleringsnet is niet alleen een probleem voor die gemeenten, ook de meeste andere kunnen nog een inspanning leveren. Want er zijn er amper zeven gemeenten bij ons die 95 procent of meer halen: Blankenberge, Oostende, Brugge, Bredene, Knokke-Heist en Koksijde.

Er is dus werk aan de winkel, volgens de bouwfederatie. “Gemeenten en intercommunales moeten volop investeren in nieuwe rioleringen en in onderhoud van bestaande”, zegt de confederatie-directeur. Dat kost veel. Maar dat geld is er, zegt hij. “Er is de saneringsbijdrage van de burgers. Die bijdrage maakt deel uit van de waterfactuur. En daarmee betalen de bewoners voor de afvoer en de zuivering van hun water. In 2016 ging het om 422 miljoen euro. Dat bedrag wordt nog altijd veel te weinig gebruikt voor investeringen in afvoer van water”, zegt directeur Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier